Rokjesdag?
Rokjesdag. Het blijft altijd een beetje gokken, zeker weten doen je ’t namelijk nooit. Er wordt een collectief besluit gevormd zonder enige vorm van onderlinge communicatie, een besluit dat zich uitstrekt over verschillende generaties en etniciteiten maar zich (meestal) beperkt tot de vrouwelijke soort.
Rok, kniebroeken, hotpants, afgeknipte spijkerbroek, gymshorts. Het plotselinge verschijnen doet mannen blozen en bedekte benen verbleken. Ieder jaar is het weer een giswerk. Een beetje peilen. Vinger in de lucht en voelen hoe de wind waait. Voetje in het water om te voelen of het al is opgewarmd. Het aantal zonuren per dag netjes noteren in een klein boekje. Meten, zweten, wikken en wegen en proberen orde in de chaos te scheppen.
Een exacte wetenschap kun je het nou niet bepaald noemen. En misschien ben ik als man niet gekwalificeerd om de variabelen te ontcijferen die het bestaan van Nederlands meest memorabele lentedag mogelijk maken. Menig wijzer man dan ik heeft zich hier over gebogen. Simpele mensen, waaronder ik mezelf reken, weten handig het wereldwijde web in te zetten voor dit soort meer complexe vraagstukken van het leven.
Zou het dan toch? Moet de hongerige man door de knieën voor de weergoden?
Als een 8 Ball biedt Google cryptische antwoorden.
‘Rokjesdag heeft geen exacte datum.’ Zo ver was ik zelf al.
‘De echte rokjesdagen zijn vooral afhankelijk van het weer.’
Zou het dan toch? Moet de hongerige man door de knieën voor de weergoden, om de wind te zien spelen met doorschijnende stukken stof?
Ook wordt er gesproken over Martin Bril. Columnist voor Het Parool en later de Volkskrant, en niet geheel onbelangrijk: schrijver van het boek Rokjesdag, een verzameling columns die hij schreef ter ere van deze bijzondere dag. Hij overleed op 22 april 2009, waarna deze dag officieus werd uitgeroepen tot nationale rokjesdag.
Ik kan me voorstellen dat de schrijver, die dit routineuze maar moeilijk voorspelbare natuurverschijnsel probeerde te vangen in zijn romantiserende woorden, zich hier kwaad om kan maken. Eén van zijn beroemdste en mooiste zinnen luidt: ‘Rokjesdag is een wonderlijke dag. Als bij toverslag zijn de straten ineens gevuld met blote benen. Het wonder is dat de bijbehorende dames hierover van tevoren geen overleg hebben gevoerd. Er is ook geen oproep op televisie geweest, of een speciaal radiobericht.’
Rokjesdag is als het vinden van een euro op straat. Het kortstondige maar onvervangbare geluk dat zich van je meester maakt door de plotselinge samenloop van omstandigheden. 22 april is alweer een tijdje geleden, maar ik kan me niet heugen dat ik in april bijzonder veel rokken heb gespot. In mei ook niet. Viel rokjesdag in het net afgelopen lange Hemelvaartweekend? Of moet die hemelse dag misschien nog komen?