Spiegeltje, spiegeltje
Als iemand vraagt of ik ijdel ben, antwoord ik eigenlijk altijd met het voorbeeld dat mijn moeder zo opmerkelijk vindt. Van kleins af aan weiger ik om in een trainingspak boodschappen te halen, of om überhaupt ergens heen te gaan zonder eerst m’n haar te fixen. Dat zegt meestal genoeg. Het is niet dat ik vind dat het lelijk is, maar gewoon onverzorgd, of zo. En onverzorgdheid maakt wel lelijk, toegegeven.
Naar mate er meer deuken zijn geslagen in mijn mentale gezondheid – het proces dat ouder worden heet, jeweetwel – heeft de achteloosheid terrein gewonnen en is het trekje dat mijn ijdelheid zo goed omschreef vrijwel verdwenen. Ik geef geen ruk meer om wat ik aan heb. Ik moet mezelf écht dwingen om wat anders aan te doen dan kleding die niet be- of veroordeeld kan worden.
De zoektocht naar wat mij nou mij maakt is ontiegelijk lastig, maar voor die spiegel leerde ik wel iets
Dag in dag uit draag ik de basics van Girav (no spon). Ze hebben het voordeel dat ik niet als een soort wandelend reclamebord over straat loop. (Ik ben dus nog steeds bezig met hoe ik de deur uit ga, ook al denk ik van niet.)
Toen ik vandaag voor de spiegel stond om rode vlekjes te checken, voelde ik me net wat beter. Ik was weer voor mezelf aan het zorgen. Had ik al een tijdje niet gedaan. Ja, wat jeukte kreeg een zalfje, en wat écht niet kon behandelde ik, maar fuck het als er dingen niet matchen of iets dergelijks, man. Op het moment dat ik doorhad dat ik weer voor mezelf aan het zorgen was, kwam m’n moeders verhaaltje opborrelen en plotseling voelde ik me weer iets meer mezelf.
Hoewel m’n zoektocht naar wat mij nou mij maakt echt ontiegelijk lastig is, leerde ik iets toen ik daar voor die spiegel stond. Stoppen met voor jezelf zorgen is stoppen met van jezelf houden. Hoewel voor jezelf zorgen in allerlei variaties voorkomt, is in de spiegel kijken en dan vinden dat je er alles aan gedaan hebt om over straat te kunnen al aardig wat. Dus hou van jezelf, zorg goed voor jezelf.