Swap is koning (met mooie prinsjes)
Tijdens de opmars van de Swapfiets was ik de sacherijnige oude man die zich hevig tegen verandering probeerde te verzetten. Het kon toch niet dat er ineens allemaal rare fietsen in de stad stonden? Waarom had iedereen ineens dezelfde fiets? Alleen maar onhandig, toch? Ik vond het maar een gek idee om een fiets te huren? Bitchen op iets, puur en alleen omdat ik het niet kende.
Toch belandde ik op de Swapfietssite, want op een kwade dag was mijn fiets natuurlijk weer eens gejat. Ik had nog wel goed karma afgesmeekt door een keiharde studiesessie waarin ik vanaf de vroege ochtenduren mijn beste beetje beentje had voorgezet, maar helaas had dat niet mogen baten. Op de weg terug naar de plek waar ik m’n fiets had achtergelaten, had ik al een voorgevoel: vandaag is zo’n dag waarop mijn fiets verdwijnt. Weg, gestolen, verplaatst, opgelost, wie weet. Ik weet niet wat, maar ik moet iets hebben gedaan wat de eeuwige toorn van de fietsgoden heeft gewekt. Steeds weer nemen ze me m’n tweewielertjes af.
Weer gejat? Ik dacht juist dat één van van de swap-voordelen was dat dieven hem laten staan
Het enige vervoermiddel waar ik weer eens op kon vertrouwen was de benenwagen. Te lui om opnieuw een zoektocht naar een nieuwe fiets te beginnen, gaf ik toe aan de hype waar ik zo’n hekel aan had: ik nam een Swapfiets. Natuurlijk was dat niet het einde van mijn ellende. Groningen, student, fiets, ik, dat gaat altijd ergens fout.
‘Mijn fiets stond toch hier?’, zei ik verbaasd tegen de lege plek waar ik m’n swappie had neergezet. Even dacht ik dat ik gek was geworden. Het was nog maar een paar uur geleden dat ik hem in het fietsenrek had gezet en fietsen gaan er meestal niet zomaar zelf vandoor. Weer gejat? Ik dacht juist dat één van de swap-voordelen was dat dieven hem laten staan, zou ik dan toch zoveel pech hebben? Waarom? Toen zag ik hem toch staan, of eigenlijk: ik zag hem liggen. Een paar meter verderop lag mijn fietsje toegetakeld op de grond. Ik tilde hem op en zag direct dat mijn banden lek waren. Shit. Later zou ik leren dat mijn banden met een mes waren lek gestoken. Gewoon met opzet had iemand voor de lol mijn fiets kapot gemaakt. Heel erg leuk, bedankt mensheid.
Ik belde en voor ik het wist stond daar mijn prins in de witte auto
Maar op dat moment had ik andere zorgen. Het was tien uur ’s avonds, ik vroeg me af hoe ik thuis moest komen. Gelukkig ben ik een pro in het leven zonder fiets, dus dit zou ik ook wel weer overleven. Dat er altijd mensen zijn die zo lief zijn om je een lift achterop hun fiets aan te bieden zou ook wel helpen. Eerst maar thuis komen, dacht ik, Swapfiets bel ik morgen wel.
Toen had ik zelfs nog geen idee maar ondertussen heb ik geleerd: het woord geweldig is nog een understatement voor hoe goed de service van swapfiets is. Ik belde en voor ik het wist was daar mijn prins in de witte auto. Donkere krullen, blauwe ogen en met een grote hoeveelheid swapfietsen op het dak. Ik geef toe dat het feit dat deze jongen intens knap was, het verdriet over m’n swapfiets verlichtte. Toen hij me ook nog direct een nieuwe fiets gaf en me vertelde dat ik waarschijnlijk niks hoefde te betalen, was ik verkocht. Swapfiets was niet het onheilspellende monster waartegen ik me zo heftig had verzet. Het is gewoon een trend waaraan ik niet wilde meedoen, vergetende dat trends er soms zijn met een reden.