Ga naar de inhoud
vervelen

Van verveling ga je niet dood, maar je kunt er wel ziek van worden

Je kunt je echt ziek vervelen. Letterlijk ziek. Dat noem je een bore-out en die komt vaak voor. Vaker dan de burn-out waar je wél veel over hoort.

Je kunt je zo erg vervelen dat je er ziek van wordt. Echt ziek, dus, een bore-out. De bore-out komt zelfs vaker voor dan de burn-out. GGz-psycholoog Peter Overzier levert op 22 november de bijpassende cijfers. Tien procent van de Nederlandse werknemers heeft ervaring met een burn-out. Van de veel minder bekende bore-out zijn vijftien procent van de werknemers het slachtoffer. In Groot-Brittannië (dertig procent) en de Verenigde Staten (vijftig procent) vervelen de werknemers zich helemaal ziek.

Een zaal vol snelle en slimme denkers die complexe zaken aankunnen, autonoom, nieuwsgierig en gedreven

En toch is er volgens Overzier weinig over de bore-out bekend. Op een tafel voor in lokaal A2.112 in de HanzeBorg liggen slechts vier boeken over bore-out (Vechten tegen Verveling is de enige Nederlandse titel). Vergelijk dat eens met de giga-bibliotheek over burn-out.
In het klaslokaal zitten mensen die méér dan gemiddeld kans lopen op een bore-out: hoogbegaafden. Jong, oud en alles daartussenin, maar allemaal ‘snelle en slimme denkers die complexe zaken aankunnen, autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard’ zoals het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) het omschrijft. Het IHBV houdt deze vrijdagmiddag een congres op de Hanze. Niet toevallig, want één van de IHBV-voortrekkers is hogeschooldocent Agnes Schilder (op wie het woord gedreven zonder meer van toepassing is).

Als je weinig invloed hebt op je manier van werken en de eisen van dat werk laag zijn ligt de bore-out op de loer

Hoogbegaafden hebben dus meer dan gemiddeld kans op een bore-out. Hoe zit dat?
Peter Overzier legt het uit aan de hand van het demand-control-model. Werk dat hoge eisen stelt (high demands) en waarbij de uitvoerder weinig invloed geeft op de uitvoering (low control) kan leiden tot een burn-out.
Daar staat de bore-out tegenover: dat is werk dat lage eisen aan je stelt en waarin je weinig controle hebt op de manier van werken. Omdat veel taken hoogbegaafden makkelijk afgaan, blijven er weinig taken over die hen uitdagen.
Overzier laat de klas reageren op het demand-control-model door ze beroepen voor te schotelen.
Een brugwachter heeft volgens hem te maken met lage eisen en weinig controle op de werktaken. Een buschauffeur: hoge eisen, weinig controle. Een arts: hoge eisen, veel controle. Een kunstenaar: lage eisen, veel controle.

Daar valt natuurlijk wel wat op af te dingen, en dat doen de afwezigen naar hartenlust. Heeft een arts wel zoveel mogelijkheden om zijn werk zelf in te delen? Niet als het om z’n rooster en de verplichte administratie gaat. Lage eisen voor een kunstenaar… er zijn heel veel kunstenaars die juist heel hoge eisen aan zichzelf stellen.
Overzier ziet het gekrakeel glimlachend aan: hij heeft de klas aan het denken gezet. Maar zijn boodschap is helder, werk is bevredigend als je zelf kunt bepalen hoe je de taken uitvoert en als je zelf invloed hebt op de doelen die je wilt bereiken. Dat is de ideale situatie, en die moet je zelf creëren.

De hoogbegaafde baas zit soms stiekem te schaken op het toilet

Wie verveelt zich weleens op het werk? Vrijwel alle handen gaan omhoog, sommige weifelend. Om verveling een taboe te noemen, gaat wat ver, maar niemand is er trots op. Schuldgevoel en schaamte komen wel voor. ‘Mijn baas is ook hoogbegaafd. Hij is soms wel een half uur bezig op de wc. Dan zit hij te schaken.’
Dieptreurig vindt Overzier dat. ‘Verveling is een emotie, een reactie op de buitenwereld. Als je je verveelt, zegt dat dat je te weinig prikkels ervaart.’ Daar moet je wat aan doen.
Ja, maar wat? Je kunt je baas bijvoorbeeld om méér taken en verantwoordelijkheden vragen.
‘Dat heb ik weleens gedaan’, zegt een oudere jongere met krullen, ‘dan kreeg ik steevast een rotklus.’ Ja, denkt Overzier, het ligt er misschien aan hoe je zo’n verzoek doet. Want er kom wel enige tact bij kijken en daarin blinken sommige hoogbegaafden dan weer niet uit, zo vertelde Agnes Schilder al in haar welkomstwoord.

Bij een burn-out moet je minder hooi op de vork nemen, bij een bore-out juist méér

Toch, zo benadrukt Overzier, moet je altijd proberen om méér te doen wanneer je dreigt je te gaan vervelen. ‘De oplossing voor een bore-out is méér werk en meer verantwoordelijkheden’, zegt hij. ‘Dat is een fundamenteel verschil: met een burn-out moet je juist minder hooi op de vork nemen.’

Het heft in handen nemen, dat is precies wat Beatrijs (op de tweede rij rechts) deed na een paar vervelende vastlopers in loondienst. ‘Ik wil nooit meer een baas. Ik ben zzp’er, dan kun je helemaal zelf bepalen wat je doet en wanneer.’ Heel verstandig, vindt Overzier. ‘Als je je verveelt op je werk en je vervolgens overlevert aan wat anderen van je willen, word je ongelukkig.’
Niet afwachten, dus, maar zelf initiatief nemen. Dat is niet zo simpel. Als je dingen snel begrijpt, moet je wachten op de doorsnee collega die daar meer tijd voor nodig heeft: vervelend. Als je daar iets van zegt, moet je oppassen dat je niet betweterig overkomt. Als je ongeduldig wordt, loop je de kans dat de anderen je arrogant vinden. Als je afdwaalt, lijk je ongeïnteresseerd.

Het is een treurig verhaal, zoals er vandaag meer te horen zijn

Hoogbegaafden worden vaak verkeerd begrepen, en dat begint vaak al op jonge leeftijd. Zij zijn de buitenbeentjes. ‘Je moet je realiseren dat wij meer van de gemiddelde mens afwijken dan mensen met een IQ van tachtig’, zegt Annelieke. Hoogbegaafden horen er niet bij, ze worden gepest. Henriëtte deed zes jaar over de mavo. ‘Pas veel later werd duidelijk dat ik een IQ van 147 heb.’
Het is een treurig verhaal, zoals er voor de goede verstaander vandaag meer te horen zijn. Ze vormen een contrast met de algehele positieve sfeer op het congres dat de hoogbegaafdheid viert. Eregast Noks Nauta (77) stond aan de wieg van het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen. Als ze op het podium het woord tot de aanwezigen richt, rijmt ze, precies zoals ze rijmde voor de speciale klas voor hoogbegaafden op de lagere school die ze laatst bezocht: ‘Het is heel leuk en fijn om hoogbegaafd te zijn, zei ik. Die kinderen! Ik zag hun ogen oplichten.’