Voorstelling over kiezen, keuzestress en… games?
De kunstenaars van Werc leggen de laatste hand aan Once is Never, een voorstelling over kiezen, keuzes en keuzestress. Zeventien Joachims spelen de hoofdrol en het publiek ook.
Waar in de wirwar is niet helemaal duidelijk. Ergens in het Grand Theatre, vermoedelijk op de derde verdieping, want daarheen leidde de lift. In een ruim bemeten oefenruimte staan zestien stoelen waarop game-controllers liggen. Ze zien eruit als oude beestjes, en dat zijn het misschien ook wel. Overblijfselen uit de prehistorie van de wereld van het gamen, de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw.
De draden van steeds vier controllers leiden naar vier laptops: vier controllers per laptop, zestien in totaal.
Ach, dat was zo’n keuze waarvan je zegt: het had net zo goed anders kunnen gaan.
Het is 16 december, precies één maand voor de première van Once is Never, een interactief toneelstuk over kiezen en keuzes van het Groningse kunstenaarscollectief Werc.
Jelle Valk, Olav Huizer en Joachim Rümke kennen elkaar van Academie Minerva. Joachim studeerde daar slechts een half jaar. Waarom zo kort? Ach, dat was zo’n keuze waarvan je zegt: het had net zo goed anders kunnen gaan.
Ergens in de voorstelling zegt Joachim: ‘het leven wordt voorwaarts geleefd, maar kan alleen achterwaarts worden begrepen.’
Joachim is de hoofdrolspeler van Once is Never. Hij zit op het podium, achter hem hangen vier schermen die zijn verbonden met de vier laptops in het publiek. Ze tonen zestien tafereeltjes die de kijker meteen herkent. Een Mario-achtig mannetje beweegt op commando van de controller driftig van links naar rechts en van boven naar beneden.
In het mannetje is Joachim te herkennen, met baard en al.
Zestien bezoekers zien dus één echte Joachim en zestien digi-Joachims waarvan ze er ieder één kunnen laten doen wat zij willen. Links, rechts, boven, beneden. Naar binnen of naar buiten.
De echte Joachim vertelt het verhaal van zijn leven, dat begint bij zijn geboorte die, volgens de familielegende, tergend lang duurde. (Was dat omdat hij niet kon kiezen tussen de veilige moederschoot en een stap in het onbekende avontuur?)
Zo rent de hoofdpersoon van keuze naar keuze en de zestien bezoekers mogen bepalen waar de dolende geest naartoe gaat. De één laat hem zijn grote liefde achterna reizen, de ander laat hem verdrietig achter, thuis met zijn vrienden en familie.
Niet kunnen kiezen, niet weten wat je wilt, dat is van alle tijden, dacht ik.
Joachim: ‘Dat zou best kunnen. En als je niet kiest, kiezen de omstandigheden wel voor je. Ik denk wel dat de jongere generaties er meer van doordrongen zijn dat ze kúnnen kiezen. Olav, Jelle en ik zijn nu 33. Onze jeugd was ervan doordrenkt. De wereld ligt voor je open. Maak wat van je leven. Wij staan achter je, welke keuze je ook maakt.’
Jelle: ‘Voor de generatie van mijn ouders lag dat toch anders. Die wilden bijdragen aan de opbouw van een betere wereld, een mooie maatschappij. In nog eerdere generaties was het idee dat je zélf kon kiezen helemaal niet vanzelfsprekend. Ja, je hebt gelijk, in Amerika misschien wel, the American Dream bestaat inderdaad al wat langer.’
Lang genoeg om te weten dat succes géén keuze is en dat toeval altijd een grote rol speelt.
Joachim: ‘Of een keuze goed of verkeerd is, vind ik niet zo interessant. Dat ik af en toe verkeerde keuzes heb gemaakt, weet ik natuurlijk best. De voorstelling is een zoektocht naar waarop mensen hun keuzes baseren. Als je daarover na de voorstelling een beetje wijzer bent geworden, is het geslaagd.’
Waarom kozen jullie voor deze vorm, een mix van echt en games?
Jelle: ‘Al onze kunst is digitale kunst. Met videomapping liepen we misschien zelfs op de troepen vooruit. Interactie met het publiek vinden we wel altijd belangrijk. Het publiek moet aan het werk om er wat van te maken.’
Joachim: ‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door roleplaying games. Je moet steeds beslissen, a of b, zwart of wit. Een eenvoudig schema.’
Had je niet graag meer dan zestien mensen in de zaal willen hebben?
Joachim: ‘Nee, we zijn hier in 2019 mee begonnen. Voor corona, dus. We hebben altijd gedacht aan een man of zestien publiek. Als je de setting nu bekijkt, kun je je het bijna niet voorstellen, maar die onderlinge afstand is geen weloverwogen keuze. Gewoon toeval.’