Wassen, drogen en knauwhonger
Toen ik laatst in een dagdromerige bui de was aan het doen was, viel het me op dat mijn wasmiddel zowel subliem als excellent is. Staat er in grote, roze letters opgeschreven. Wat dit precies inhoudt weet ik niet, maar plots steeg mijn vertrouwen in het goedje enorm. Twee uurtjes rondraaien op zestig graden, dan nog een klein uurtje in de droger en klaar is kees. Geen fijner gevoel dan warme, verse sokken aantrekken. Tenen-hak-hiel-enkel is de route die de gewassen sok kiest voordat hij zich stevig om mijn voet zal weten te klemmen. Comfortabel, dat wel. Kort na de eerste volgde een tweede.
Een knagend hongergevoel, niet prominent maar in de verte zeker merkbaar, fluistert in mijn maag
De dagelijkse beslommeringen die normaal gesproken zoveel stof in het hoofd doen opwaaien staan even aan de kant op het moment waarop het warme textiel zich behaaglijk nestelt. Geen fijner gevoel dan langzaam een sok aantrekken op een luie dag.
Een knagend hongergevoel, niet prominent maar in de verte zeker merkbaar, fluistert in mijn maag. Deur van de koelkast open. Een pak melk, een blok kaas, habanerosaus, die het best buiten de koelkast bewaard kan worden, en wat plakken ham. Deur van de koelkast dan maar weer dicht. Tijdens het zetten van een slap senseobakkie praat ik mezelf moed in voor een gang naar de supermarkt om een fatsoenlijk maal te halen. Ver hoef ik niet te lopen, met vijf minuten ben ik er. Toch betekent het dat ik een broek zal moeten aantrekken, en schoenen. De knaag verandert in een knauw.
Ik trek de deur van de koelkast nog eens open, in de hoop op het wonder van een avondmaal
Dan maar kijken of het een beetje warm is buiten, en dáár dan mijn besluit op baseren. Op het balkon dwaalt mijn oog als vanzelf naar de wietplanten van de buurman drie balkons verderop. Ze staan niet meer op de plek waar ze in de zomermaanden gretig aan de stralen van de zon lurkten, maar bibberend voor de kachel. De buurman is dol zijn op zijn gewassen. In de zomer liep hij haast dagelijks met een kleine plantenspuit, rode gieter en grote grijns zijn plantjes te verzorgen. Dat is nog eens toewijding. Moet je toch respect voor hebben. Liefde doet het goed bij planten, zo wordt beweerd. Warm is het vandaag in ieder geval niet. Zuchtend trek ik de deur van de koelkast nog een keer open in de hoop dat er op miraculeuze wijze een avondmaal is verschenen. Gedesillusioneerd schuif ik de deur weer dicht. Mijn onfeilbare koelkastinstinct treedt in werking en leidt mijn hand naar het deurtje van de vriezer. Ik onderwerp de vieze diepvriesfrikandellen aan strenge blikken, maar een paar minuten later sta ik kauwend op een rolletje afvalvlees naar de droger te loeren. Het ding stoot een serie schelle piepjes uit. Zijn taak zit er op. Had u warme onderbroeken besteld? Jazeker. Luie dagen zijn de beste dagen.