We vergeten weleens dat we kuddedieren zijn
Kuddedieren zijn we, dat vergeten we weleens. Kuddedieren, geen verzameling individuen. Ook geen katten, schrijft Maaike, maar labradoodles.
Een oudere dame kijkt om. ‘Bedankt’, zegt ze ferm. Ik heb haar voor mij laten instappen in de bus. Net daarvoor snelde een jongere meid vlug als eerste de bus in. Hierbij sneed ze de oudere dame af. Die hield de boel alleen maar op, daar was ze niet van gediend. Dat oordeel was duidelijk van haar gezicht af te lezen.
Je claimt je plekje, als een soort roofdier baken je je territorium af
Helaas gebeuren zulke incidenten wel vaker. Hoe vaak zijn wel allemaal niet die jongere meid die even gewoon als eerste in de bus wil zitten. Als eerste het beste plekje claimt. En dan je tas pontificaal op de plaats naast je zetten. Als een soort roofdier baken je meteen je territorium af: niemand maar dan ook niemand mag naast mij zitten. Je claimt je zitplaats net zoals we als kinderen vroeger zongen: opgestaan is plaats vergaan.
Dit voorbeeld is tekenend voor deze tijd. Het belang van het individu staat hoog in het vaandel. Het is ieder voor zich en iedereen moet zichzelf maar redden. In het boek Je bent al genoeg van Thijs Launspach noemt hij dit de Mythe van het Individu. Hij schrijft dat het individualisme ervoor zorgt dat er minder ruimte is voor het wij.
Het zegevieren van het individualisme heeft een keerzijde: eenzaamheid
In het dagelijks leven maken we minder waardevolle verbindingen met andere mensen. Omkijken naar elkaar is er steeds minder bij. Het zegevieren van het individualisme heeft een keerzijde. Het is nog niet officieel een ziekte, maar er zijn genoeg professoren die claimen dat het een ziekte genoemd mag worden. Die ziekte heet eenzaamheid.
We zijn kuddedieren, hoe je het ook wendt of keert. Ook al kijken we verlangend naar het gedrag van katten (sierlijk op zichzelf), eigenlijk zijn we de labradoodle die besmeurd onder de modder van het wandelen verwachtingsvol naar z’n baasje kijkt. We hebben elkaar nodig. We kunnen het leven niet alleen. En ik wíl dat ook helemaal niet.
Omkijken naar elkaar geeft het leven kleur, soms ontstaat er zelfs de regenboog die je net even nodig had
Mijn familie, vrienden, huisgenoten, collega’s, kennissen en vriendelijke vreemden geven mijn leven kleur. Door de verhalen van anderen heb ik het idee dat ik meerdere levens leef. Ik krijg door die verhalen een kijkje in verschillende werelden. Me hiervan afsluiten en mezelf opsluiten in mijn individualistische wereld… tja, dat zou zonde zijn.
Omkijken naar elkaar is niet iets wat groots moet. Het is iets wat kleins mag. Omdat je weet dat het waardevol is voor jezelf. De vrouw in de bus die ik voorliet was dankbaar dat ik dat deed. En dat gaf me op een regenachtige dag de regenboog die ik even nodig had.
Foto (fragment): Birger Strahl