Willen jullie stroompunten??? Dan krijgen jullie stroompunten!!!
Één van de dingen die de Hanze doet om de onderwijskwaliteit te verhogen, is het installeren van 3000 extra stroompunten. Waarom? Omdat de stroompuntenhonger van studenten niet lijkt te stillen.
‘Hoe zou je zo’n ding noemen?’, vraag ik aan een student. De jongen zit in het spiksplinternieuwe A-gebouw op Zernikeplein 7 aan een oranje tafel in de overdekte promenade (een gang kun je de minstens tien meter brede ruimte niet noemen).
‘Een stroompunt’, zegt hij, zonder ook maar een spoortje van twijfel. En gelijk heeft-ie, want de apparatuur en het luikje waarachter dat schuilgaat, noem je inderdaad een stroompunt.
Het is 24 september, ik ben tussen de bedrijven door al een week op zoek naar stroompunten in de schaars bevolkte Hanzehogeschool.
Waarom?
Vorige week lagen de vragen zomaar ineens op mijn bordje.
‘Waarom hebben jullie zoveel stroompunten nodig? Waarom zijn ze zo duur? En, trouwens, wat zijn stroompunten überhaupt?’
Zo, klets je daar maar eens uit, mond vol tanden.
Het was in Utrecht tijdens een samenkomst van onderwijsjournalisten die samen een verhaal (of verhalen) willen schrijven over de Kwaliteitsafspraken.
Nou niet meteen wegzappen, want het is best interessant. Niet omdat het om geld gaat, maar omdat het geld is waarvoor iedereen die op of na 1 september 2015 is gaan studeren zwaar heeft moeten bloeden.
Dat zit zo, grofweg, in grote lijnen. Tot verdriet van veel studenten schafte minister Jet Bussemaker in 2015 de basisbeurs af. (Financieel is het leenstelsel van nu voor studenten minder gunstig dan het beurssysteem van vroeger.)
Om het aangebrachte leed te stelpen, zette de minister in Den Haag een grote pot geld neer. Op dat geld kunnen hogescholen en universiteiten aanspraak maken áls ze goede plannen hebben voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit.
Dit studiejaar laat de Hanze maar liefst 1500 extra stroompunten installeren
De Hanze had plannen zat. Meer tijd en ruimte voor het contact tussen studenten en docenten, bijvoorbeeld. Cursussen voor studenten die hun studievaardigheden willen verbeteren. Toegang tot de psycholoog zelfs. Noem maar op, erg veel plannen. En verschillende van die plannen worden al uitgevoerd.
Waaronder stroompunten dus. Dat blijkt een verzamelnaam te zijn. Stopcontacten, wandcontactdozen, weningboxen (genoemd naar de Groningse leverancier), verrijdbare stroomzuilen en nog een paar varianten. Alles waar prik inzit, zoals sommige Groningers dat zeggen. Het zijn allemaal stroompunten, in allerlei soorten en maten en geuren en kleuren.
Dit studiejaar laat de Hanze er maar liefst 1500 vakkundig installeren en in de twee jaar daarna nog eens 1500. Drieduizend stroompunten, boven op de stroompunten die de Hanze al had.
Hanzestudenten zijn heel erg dol op stroompunten, maar daarin staan ze niet alleen
Waar installeert de Hanze die stroompunten dan?
Overal… overal… waar studenten zijn. Overal waar de student neerstrijkt en denkt: shit, waar kan ik hier m’n pad, foon, device, tablet of watookmaar opladen?
Want zo is het gekomen: toen die pot geld in aantocht was, vroeg de Hanze studenten wat zij belangrijk vonden voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit. En de studenten antwoordden: van alles en nog wat én extra stroompunten.
Sterker nog, de Hanze vraagt studenten ieder jaar waarmee ze hen van dienst kan zijn en ieder jaar antwoorden de studenten: van alles en nog wat én extra stroompunten.
En de Hanze is natuurlijk de kwaadste niet, verre van. Willen jullie extra stroompunten? Dan krijgen jullie extra stroompunten!
Het Facilitair Bedrijf zet, zoals altijd, z’n beste beentje voor om alles veilig te installeren.
Ze mogen ook best wat kosten, die stroompunten, anderhalve ton staat er in de bijlage bij de plannen. Dat lijkt misschien veel, maar de Hanze heeft zo’n 25 gebouwen waar met enige regelmaat studenten met een niet te stillen stroompunthonger rondlopen.
Hanzestudenten zijn verschrikkelijk dol op stroompunten, maar daarin staan ze niet alleen. Vrijwel alle hoger-onderwijsinstellingen hebben plannen voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit gemaakt waarin stroompunten een prominente plaats innemen. Maar, ere wie ere toekomt, de Hanze doet er het meest aan.
‘Ik heb de kop voor je artikel al’, lachte één van de journalisten in Utrecht me tien dagen geleden midden in m’n gezicht uit.
‘Hanze steekt anderhalve ton in stopcontacten!’
Misschien was het zijn instelling die vorige week in het nieuws was:
‘Kwaliteitsimpuls hoger onderwijs: meer duurzame broodjes in de kantine.’