Ga naar de inhoud
volle zaal

Zo bereid een cabaretier zich voor op een volle zaal

Moran Carstens haalde de halve finale van het Groningse cabaretfestival. Hoe ze zich voorbereidde op haar optreden voor een volle zaal? Zo, dus.

‘Ik wist niet eens dat dit een droom was.’ Moran Carstens zit op een knus, ingebouwd, rood bankje in het theatercafé van de Stadsschouwburg in Groningen. Het is een uurtje of één, donderdagmiddag. Om twee uur heeft ze de laatste technische doorloop van haar show. Vanavond voert ze die op in de grootste zaal waarvoor ze ooit heeft gespeeld, in de Stadsschouwburg. Ze is één van de deelnemers aan het Groninger Studenten Cabaret Festival (GSCF) en vanavond staat ze in de halve finale.

Moran studeert Geneeskunde, ze is bezig met haar laatste coschappen

In het dagelijks leven houdt Moran zich niet per se bezig met comedy, of zingen. Of nouja, het repeteren deed ze thuis, ‘liedjes oefenen, wat stemmetjes…’ Moran studeert Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, ze is nu bezig met haar laatste coschappen. Een jaar geleden had ze zelfs nog nooit gespeeld. Wel volgde ze ooit een kleinkunstcursus van acht weken in Amsterdam. Daar leerde ze iets over komedie en uiteindelijk nam ze deel aan het Griffioen, een cabaretfestival in Amsterdam. Ze haalde de finale en Tom Brinkhorst zag wel wat in haar, Tom is de deelnemersbegeleider van het GSCF.

Haar vrienden waren stomverbaasd toen ze haar op het podium zagen, want ze kon zingen!

De afgelopen weken stonden in het teken van try-out-tours door het hele land. Een aantal vrienden zagen Morans proefoptreden in Utrecht. Ze waren stomverbaasd, want ze bleek dus te kunnen zingen. ‘Voor dit festival zong ik eigenlijk alleen maar onder de douche’, geeft ze toe. Ze heeft dan ook gigantisch grote stappen gemaakt, maar er zijn ook nog een paar dingen die ze vanmiddag nog moet aanleren. ‘Ik moet vanavond omhoog spelen, de balkons aankijken.’

Als het tijd is voor de technische doorloop, loopt ze onrustig rondjes op het podium. Ze draagt de outfit die ze vanavond zal dragen, een oudroze double-breasted pak met felblauwe adidas-slippers eronder. ‘Ik zit even te kijken hoe hoog ik moet kijken.’

‘Als je naar het balkon praat, probeer dan ook echt je kin op te tillen’

Het podium is redelijk leeg, een pianokruk aan de rechterkant, met daaronder een schoenendoos. Links een staande microfoon en haar gitaar in de standaard erachter. Nonchalant praat ze wat willekeurige zinnen, om te checken of haar zender, de microfoon, goed is. Dan is het echt tijd om delen van haar show door te lopen. Audrey Bolder, de regisseur: ‘Als je naar het balkon praat, probeer dan ook echt je kin op te tillen.’ Moran: ‘Is het laatste balkon daar, bij de allerhoogste nooduitgang?’ Daar bevindt het zich inderdaad, drie balkons hoog, 750 zitplaatsen en vanavond zal het bijna helemaal vol zitten.

Als ze één van haar liedjes heeft gezongen, zegt de geluidsman dat ze wat dichter op de microfoon moet gaan staan. ‘Dat klinkt beter.’ Maron twijfelt: ‘Ik sta er nu bijna met mijn lippen tegenaan.’ De geluidsman: ‘Ik wil hem wel voor je ontsmetten.’ ‘Nee hoor, dat geloof ik wel.’

‘Zenuwachtig! Ik kan me níet voorstellen dat ik daar over een paar uur sta’

Na een uur is de technische doorloop klaar, iedereen weet op welke woordjes, zogenaamde cues, de animatie op de achtergrond verandert, wanneer er alleen een spotje wordt gebruikt, of juist het zaallicht, wanneer de audio van de zender door de zaal galmt en wanneer vanaf de staande microfoon. Over elk detail is nagedacht, iedereen is klaar voor de show. ‘Zagen jullie hoe zenuwachtig ik was? Ik kan me níet voorstellen dat ik daar over een paar uur sta.’

Het is donderdag 16 november, half negen ’s avonds. Presentator Andries Tunru vertelt dat hij elf minuten geleden pas aankwam op Groningen Centraal. Hij is last-minute ingevlogen omdat de eigenlijke presentator toch niet aanwezig kon zijn. ‘Toen hier de zaaldeuren al open waren, stond ik nog op Assen.’ Het publiek geeft hem een applaus en wordt snel warmer en losser. Na het optreden van Fimme Bakker is de beurt aan Moran.

De wereld staat in brand, iets wat ik niet ontken. Maar hou op te zeggen dat alleen ik de toekomst ben

Morans show staat in het teken van de quarter life crisis. Als co-assistent gaat iedereen ervan uit dat ze belangrijke beslissingen kan nemen. ‘Maar in werkelijkheid loop ik de hele dag andere artsen achterna.’ Dat komt haar bekend voor, want haar moeder is een echte curlingouder.

Ze pakt haar gitaar. Ze zingt, haar mond dicht tegen de microfoon. ‘De wereld staat in brand, iets wat ik niet ontken. Maar hou op te zeggen dat alleen ik de toekomst ben.’ Ergens in het nummer klinkt nog de zin dat we de problemen van de wereld met iedereen moeten oplossen, ook met de boomers. Zong ze boomers? ‘Ja, hier had ik eerst ‘de mensen die bijna dood zijn staan, maar dat vond mijn moeder te grimmig.’

De yogavriendin zei: ‘Je lichaam is als een tempel in de vorm van een piramide, dus laat het van je afglijden’

Er zijn gelukkig genoeg vrienden die zichzelf zoeken en wel wat advies hebben. Ze vertelt over haar bezoek aan een vriendin die net terugkwam van haar zoektocht in Nepal. Moran zit in die kamer op een olijfkleurig yogakussentje, wat daar eerder nog niet lag. Ze vertelt de vriendin over haar worstelingen met de overgang naar het echte volwassen leven. Die vriendin heeft in Nepal wat wijsheid opgedaan. ‘Je lichaam is als een tempel in de vorm van een piramide.’

Moran beeldt uit hoe haar vriendin deze zin begeleidde met gebaren. Ze vormt een piramide met haar armen boven haar hoofd. ‘Dus laat het van je afglijden.’ Haar armen zakken naar beneden. ‘Het lijkt me dus heel grappig om dit nu met zijn allen te doen’, zegt Moran. Enigszins ongemakkelijk doet het publiek met haar mee. ‘Je lichaam is als een tempel in de vorm van een piramide. Dus laat het van je afglijden.’

Niet naar de finale, en die quarter life crisis had ze niet verzonnen, wat nu?

Aan het eind van de avond krijgt Moran te horen dat ze de finale niet mag spelen. ‘Ik baalde onwijs’, zegt ze even later, ‘ik had zelf ook door gewild.’ Maar het spelen vindt ze erg leuk. ‘Je staat daar en vergeet alles om je heen. In 25 minuten vergeet je echt alles, dat is dan jouw verhaal.’ Hoe ze nu verder moet in welke carrière en op welke manier weet ze nog niet. Die quarter life crisis waar ze het over had is niet verzonnen. In Morans leven heft die crisis zich niet zomaar op. Maar de coschappen maakt ze uiteraard af. En ze wil ook verder op het podium. ‘Het was een bizarre reis, maar eentje om niet te vergeten.’