Zware verhalen tijdens het cabaretfestival, en Fimme wint

‘Het was een feestje’, zegt Fimme over de reis die hem naar de avond leidde waarop hij het Groninger Studenten Cabaret Festival won.

De jury van het 37-ste Groninger Studenten Cabaret Festival was streng, vindt Fimme Bakker. ‘Een pittig oordeel’, zegt hij over het rapport waarin de jury hem uiteindelijk tot winnaar uitroept. De vorig jaar aan de Koningstheateracademie afgestudeerde Fimme vond het prettig dat regisseuse Audrey Bolder er van het begin tot aan de finale op 17 november bij was. ‘Al was het maar als stok achter de deur’, lacht hij. Try-outs, repetities, weken lang werken. ‘Audrey heeft het potentieel uit mij gehaald.’

Het Groninger Studenten Cabaret Festival is een wedstrijd voor jong cabarettalent. Het is een springplank naar de grote cabaretpodia en het is één van vier belangrijke cabaretfestivals in het land (de organisatie is in handen van Groningse studenten).

Zoals altijd waren er op de finale-avond drie finalisten en drie prijzen

Op het podium van de Groninger Stadsschouwburg stonden de afgelopen 37 jaar heel wat mensen die heden ten dage niet meer zijn weg te denken uit het Nederlandse cabaret: Jochem Myjer, Theo Maassen, Johan Goossens (dit jaar lid van de jury), Martijn Koning en Andries Tunru.

Zoals altijd waren er op de finale-avond drie prijzen te verdelen: de juryprijs, de publieksprijs en de persoonlijkheidsprijs. De vakjury reikt de belangrijkste prijs uit aan degene die de beste voorstelling van de avond neerzet. De persoonlijkheidsprijs (in de vorm van een spiegel) is de prijs voor een uitzonderlijk talent die veel groeipotentie heeft. Ook niet onbelangrijk is het oordeel van het publiek, dat in de pauze een biljet uit het programmaboekje mag scheuren, waarmee iedereen z’n stem kan uitbrengen.

Luuk zingt over witte, hetero-mannen die met liedjes over misère kwetsbaar willen lijken

Dit jaar gaat Fimme Bakker (28) met de juryprijs aan de haal, de persoonlijkheidsprijs is een prooi voor Warre Verlinden en de publieksprijs is, toch wel een verrassing, voor halve-finalist Joël Gideon.

René van Meurs (die het zelf ooit schopte tot de halve finale) warmt het publiek op, waarna Luuk Weggemans het spits mag afbijten. Met satire en zelfspot weet hij op komische wijze een persiflage op het cabaretgenre te maken. Zo begint Luuk zijn eerste lied klein en serieus, maar dan schakelt hij ineens over op een vrolijk, uptempo ritme. Hij zingt over witte, hetero-mannen die met liedjes over misère kwetsbaar willen lijken en ‘het dan zelf beter snappen’. Uiteindelijk concludeert Luuk dat hij geen echte man is, omdat echte mannen niet stoned de airfryer aanzwengelen om erachter te komen dat een kiwi daar lekkerder uit komt.

Warre zet zijn ogenschijnlijke onschuld kracht bij door onhandig te bewegen

De nog maar 19-jarige Belg Warre Verlinden krijgt direct de lachers op zijn hand, door zijn show te beginnen met een liedje waarin hij zingt over kind-zijn, ijsjes eten. Het lied is doorspekt met willekeurige feitjes over de meest uiteenlopende onderwerpen. Hij zet zijn ogenschijnlijke onschuld kracht bij door onhandig te bewegen. Daarna gaat hij de dialoog aan met een mevrouw uit het publiek, waarin hij op schunnige wijze vraagt naar een al dan niet bestaande dochter. Vervolgens zet hij weer een onschuldig liedje in. Het is even onhandig als in het begin van het optreden, maar voor het publiek is hij z’n onschuld verloren. Hij wenst iedereen toe om voor altijd kind te blijven. ‘Want iedereen eet namelijk graag ijsjes, in verschillende smaken.’

Fimme en Jeff kopen in de Kalverstraat een zwart pak, volgens de leider van de woongroep zullen ze dat vaak nodig hebben

Fimme, de laatste finalist, vertelt over zijn terugkeer naar Nederland, nadat hij is afgekickt in een kliniek in Thailand. Hij gaat met zeven huisgenoten (die zelf ook allemaal net clean zijn) samenwonen in een safehouse. Als de leider van de woongroep zegt dat ‘het nooit te laat is om te worden wie je altijd had kunnen zijn’, vindt Fimme dat onzin. Zijn blik treft Jeffs ogen en daarin leest hij hetzelfde: wat een onzin. Meteen weet hij dat ze beste vrienden zullen worden.
Samen kopen ze in de Kalverstraat een zwart pak. Volgens de leider van de woongroep zullen ze nog vaak nodig hebben, voor vrienden die zullen terugvallen en zullen sterven aan een overdosis. Jeff en Fimme beloven elkaar dat ze dat zwarte pak niet voor elkaar nodig zullen hebben. ‘Wij gaan sowieso niet terugvallen.’ Fimme vertelt over zijn vriendschap met Jeff, afgewisseld met snelle en rake grappen over drugs en reclames. De reclame-tune McDonald’s kan hij bijvoorbeeld alleen nog maar horen als ‘pa-da-pa-pa-pa, je bent kenkerdik’.

Twijfelaar Warre is zichtbaar aangedaan door het winnen van de persoonlijkheidsprijs

Kwetsbaar is Fimme achter de vleugel. In twee nummers laat hij eenzaamheid en wanhoop klinken. Hij zingt aangrijpend over verslaving. Het gaat maar door is de laatste zin die hij aan het einde van het nummer herhaalt en herhaalt en herhaalt. Het gaat maar door… Dan stopt hij abrupt met zingen en verzekert het publiek. ‘Het gaat nu goed met me, hoor.’

Warre is zichtbaar aangedaan door het winnen van de persoonlijkheidsprijs. Hij vertelt dat hij een enorme twijfelaar is en dat hij erg dankbaar is voor de mensen die hem hebben gesteund. Hij sluit zijn speech af met een quote van Walt Disney, door wie hij is geïnspireerd: ‘If you can dream it, you can do it.’ Indrukwekkend. Maar de zaal is de hele avond niet zo stil geweest als tijdens de speech van Fimme. Het was een feestje, zegt hij. Hij bedankt zijn vriend Jeff en diens moeder. En hij is het publiek oprecht dankbaar dat hij zijn verhaal heeft mogen vertellen. Applaus.