Zwerver en Kassa.

Ik noem hem De Egyptenaar. Kind van de rekening, ooit bij de weg gezet als vuilnis, kan zich de weg naar huis niet meer voor de geest halen. Op verscheidene momenten kruisen onze levens elkaar zonder dat we er erg in hebben of er bijzondere aandacht aan besteden. Met verwilderde ogen schuimt hij de straten af, op zoek naar houvast, stel ik me zo voor. Zijn verwrongen gezicht bedekt met de beharing van minstens drie maanden ongeremde groei doet sterk vermoeden dat zijn zoektocht niet spoedig zal eindigen.

Snel nam de zwerver een slokje bier uit het blikje dat hij achter de eik had verstopt

Ik weet nog goed dat ik De Egyptenaar voor het eerst zag. Op zijn knieën zat-ie daar in de stoep te krassen terwijl hij een vurige monoloog voerde over planeten waar alleen hij het bestaan van weet. Met een vuistdikke kei, vermoedelijk afkomstig uit de sloot dichtbij tekende hij cirkels op de stoeptegels rondom een oude eik. Telkens als hij er eentje klaar had, prikte hij met zijn vinger in het midden van de cirkel en stak zijn hand vervolgens de lucht in. De Egyptenaar probeerde het passerende voetvolk te vertellen over zijn verre reizen door de ruimte en te waarschuwen voor de gevaren van het buitenaardse, maar niemand leek deze boodschapper op waarde te schatten. Snel een slokje bier uit een blik dat hij achter de eik had verstopt.
En zoals dat soms zo leuk kan gaan met de toevalligheid der dingen, tref ik De Egyptenaar zomaar aan in m’n buurtsuper. Hij staat aan de kop van een lange sliert mensen die wachten tot hun boodschappen worden afgerekend. Hij koopt een zakje witte bollen en zes blikken bier van verschillende merken en rekent contant af.

Dan trekt hij een pinpas uit zijn borstzakje. Bliep-Bliep. Geen saldo.

De caissière schudt nee: te weinig meneer. Verbaasd kijkt De Egyptenaar naar de rij achter zich alsof daar toevallig een paar losse eurocenten tussen zweven. Dan trekt hij een pinpas uit zijn borstzakje. Bliep-Bliep. Geen saldo. Lichte paniek. Er is natuurlijk wel brandstof nodig voor de op handen zijnde ruimtereis, mompelt-ie. De caissière knikt gedwee. Dan maar een blikje minder. Caissière met de handen in het haar, want ze had het apparaat al een bon laten drukken. Een supermevrouw met verstand van kassa’s schiet te hulp. Ze steekt een sleutel in de kassa, draait, en trekt hem er weer uit. Ze herhaalt deze procedure en begint dan onnavolgbaar snel een reeks combinaties op het toetsenbord in te tikken. Het is even een omweg, maar dan komen we er wel zo, beweert ze. De sliert achter De Egyptenaar kijkt gebiologeerd naar het toetsenspel, maar zelfs de omweg van de tovermevrouw krijgt de kassa niet open.
Niemand weet raad of hoe het verder moet.
Behalve De Egyptenaar. Hij gooit een verfrommeld briefje van tien over de toonbank en verlaat de zaak, op weg naar een ver en onbekend oord. Brandstof genoeg.