Altijd wordt er maar geklaagd over de rokers. Ze zouden asociaal zijn, stinken en de niet-roker blootstellen aan kankerverwekkende tabaksrook. Rookregels worden strenger en strenger. Zo denkt de Hanzehogeschool na over het uitbreiden van de niet-rokenzone voor de Van DoorenVeste. Maar is het eigenlijk wel handig om strenge regels nog meer aan te scherpen?
Hoewel het aantal rokers sinds de jaren zestig gestaag afneemt, rookt 19 procent van de Nederlandse bevolking nog dagelijks. Van de 20- tot 30-jarigen rookt zelfs 37 procent. Wie een gebouw van de Hanzehogeschool in- of uitloopt wordt steevast verwelkomd door een flinke walm.
Op de Zernike Campus wordt nog steeds volop gerookt op plaatsen waar dit niet is toegestaan, alle verbodsbordjes ten spijt. Neem bijvoorbeeld de ingang van de Van OlstToren (de redactie van HanzeMag heeft er goed zicht op). Rokers nemen plaats op of voor de hekjes en wanneer ze klaar zijn, nemen nieuwe rokers binnen no-time hun plaats in. Dat er op deze plaats een rookverbod van kracht is, lijkt hen geenszins te deren.
Laten we het eens bekijken vanuit het perspectief van de roker. Waarom staat hij daar eigenlijk?
Maar laten we het eens bekijken vanuit het perspectief van de roker. Waarom staat hij daar eigenlijk? Het antwoord is eenvoudig. Een roker heeft eens in zoveel tijd nicotine nodig om normaal te kunnen functioneren. Wanneer de nicotine uitblijft, beginnen de hersenen signalen af te geven aan het lichaam dat er nieuwe nicotine binnen moet komen. Hiervan wordt de roker onrustig. Een onrust die eenvoudig kan worden weggenomen door een sigaret op te steken, hetgeen dan ook vrijwel altijd gebeurt.
Roken lijkt een vrijwillige keuze te zijn, maar dat is het allang niet meer
Als je je als roker in een dergelijke situatie bevindt, zul je het gebouw moeten verlaten, omdat binnen roken uiteraard niet is toegestaan. Dan moet je je een weg naar buiten banen, of het nou regent, waait of sneeuwt. Vervolgens wil je een sigaret opsteken en valt uit de bordjes op te maken dat je eerst nog een meter of vijftien moet doorlopen omdat er direct voor de ingang een rookverbod geldt (zoals voor de Van OlstToren). Erg vrolijk word je er niet van. Waarom wordt het rokers zo moeilijk gemaakt en lijkt er maar geen einde te komen aan de anti-rookmaatregelen? Roken lijkt een vrijwillige keuze te zijn, maar dat is het voor vrijwel alle volwassen rokers allang niet meer.
Stop dan gewoon, zal de niet-roker zeggen tegen de klagende roker. Zo eenvoudig is het echter niet. Nicotine is voor het brein vrijwel net zo verslavend als cocaïne en heroïne en dus blijven rokers doorroken, alle maatregelen ten spijt.
Misschien moeten we regels niet aanscherpen, maar juist versoepelen
Misschien moeten we regels niet verder aanscherpen, maar juist versoepelen. Als er nu eens één lokaal binnen elke vestiging van Zernike wordt voorzien van een goede afzuiginstallatie en omgetoverd wordt tot rookruimte. In deze ruimte staan enkel stoelen en asbakken, er valt niets anders te doen dan roken en praten met mede-rokers. Erg spannend of comfortabel zal het er dus niet zijn.
Een dergelijke rookruimte zou er toe leiden dat de roker ongeacht de weersomstandigheden zijn sigaretje kan roken en het zou er tevens toe leiden dat er voor de ingangen geen rookwalmen meer hangen. Zo beschermen we de niet-roker tegen de rook en doen we voor de verandering eindelijk eens wat aardigs voor de rokers. En dat mag ook wel een keertje.
