Ik vertrek ook.

Mijn zusje laat de laatste tijd vaak vallen dat ze graag naar Groningen wil. Haar vrienden en zij hebben weleens bij me gelogeerd en dat heeft, samen met de verhalen waarmee ik haar overspoel, ervoor gezorgd dat er voor haar niets boven Groningen gaat.
Op jezelf wonen, ik doe het nu driekwart jaar, vereist discipline. En die is er niet altijd. Af en toe is m’n leven een soort van Ik Vertrek, het tv-programma waar camerateams achteloos staan te gapen bij levens die kapotgaan aan stress, financiën en ander leed. Als ik thuiskom doe ik altijd een ietsje vrolijker, stoerder, relaxter dan ik ben. Hier is grote broer die het allemaal makkelijk afgaat. Op de één of andere manier denk ik dat m’n zusje die pose doorheeft, wat haar tot het camerateam maakt en mij de boer op het Franse platteland die vergaat van de kiespijn in z’n compleet verrotte boerderij.

Nu ik op kamers woon, is m’n glampingdroom verder weg dan ooit

Vroeger droomde ik van een camping. Ik wou graag een soort all-inclusive camping maken, à la Van der Most. Een glamping dus, van glamorous en camping. De verantwoordelijkheid die je hebt over al die campinggangers die duur geld hebben betaald voor wat soms hun enige vakantie in het jaar is. Het leek me het einde.
Maar nu ik op kamers woon is die droom verder weg dan ooit. Als ik al tijd zou hebben om te dromen. Ik moet dagelijks afwassen omdat de vuile vaat door ruimtegebrek al snel tot tegen het plafond zit. Iedere dag moet ik me buigen over wat ik die avond zal eten. En meer van die zaken die moeten gebeuren en makkelijk lijken, maar toch flink wat werk vergen.
Gelukkig is de glamping een droom. Het camerateam staat nog niet bij mij op de stoep en als het even tegenzit, kan ik ook bekennen dat het op kamers wonen niet altijd leuk is. Als puntje bij paaltje komt is de Mark Rutte-camera lach handig om mezelf een hart onder de riem te steken. En ik ben blij dat ik nog geen perceel in Frankrijk heb gekocht.