Lentemuziek.

Te midden van alle koffiebehoevende studenten zitten twee vrouwen met elkaar te praten. Twee uitersten. De één is gekleed in het net en spreekt Engels verzwaard met een Amerikaans accent. De ander, gehuld in een felroze bloes, spreekt haar hakkelige Engels met Spaanse tongval. Tussen hen in rust een donkere koffer uit op een stoel. Niets opmerkelijks, het is een alledaags beeld in één van de vele koffiehoeken op het Hanzeterrein. Er is dan ook niemand die er aandacht aan besteedt. Alle studenten aan de koffie torsen dezelfde vermoeide blik. Grauwe dagen, vroege uren en saaie lessen: dingen die een student geen goed doen. Ook ik tos een leeg papieren bekertje heen en weer tussen m’n handen, verlang dat het zich op magische wijze zelf weer vult.

Even lijkt de vroege morgen minder vroeg en de saaie lessen lijken minder saai

Dan wordt het lawaai van de hevige regenval buiten verbroken door zware en gemoedelijke melodieën achter me. Mijn rug, die grensde aan die van de vrouwen, draai ik langzaam bij. De koffer staat open en in de armen van de felroze vrouw geniet een altviool van zachte strelingen. Geconcentreerd strijkt de roze dame de ene melodie na de andere uit de snaren. Haar gezelschap luistert aandachtig en het lijkt alsof steeds meer mensen dat beginnen te doen. Om me heen zie ik de ruimte ontwaken. Onderuitgezakte houdingen worden rechter getrokken, vermoeide gezichten verzachten en alle blikken richten zich starend op de violiste. Het is mooi om te zien wat haar muziek met iedereen doet. Voor even lijkt de vroege morgen minder vroeg en de saaie lessen minder zwaar.
Als ze stopt zakt het gehoor al snel in z’n oorspronkelijke houding. Ook mijn rug zakt ineen en ontmoet die van de violiste. Ik hervat m’n originele bezigheden, m’n vingers spelen met het lege bekertje. Dat kleine magische moment lijkt verbroken, maar dat is maar tijdelijk. Ik was snel en slim genoeg om de muziek op te nemen met mijn telefoon. Nu kan ik er vaker naar luisteren op grimmige ochtenden.