Beyond Zernike: Academie voor Popcultuur
De Hanze is meer dan Zernike. Maar liefst zeven onderdelen huizen niet op de campus. De Academie voor Popcultuur zit in de Friese hoofdstad Leeuwarden.
Het is een rustige maandagochtend op de Academie voor Popcultuur. Het laatste blok van het studiejaar loopt op zijn eind, over krap een maand zijn er eindbeoordelingen. ‘We hebben hier geen schriftelijke tentamens. De aanpak is anders dan op de meeste hbo-opleidingen’, zegt vierdejaars Femke Oevering (22), die productiehuis heeft met vier medestudenten en docent Roger Muskee. ‘Normaal zijn hier met een mannetje of twintig, maar de studenten hebben het momenteel erg druk’, legt Muskee uit. De groep heeft zich in een klein lokaal om een lange tafel geschaard. Eén voor één bespreken de studenten hun projecten.
Vroeger had je vormgeving en muziek, tegenwoordig studeer je af in popular culture
‘Hoe was je week?’, wil Muskee van één van de studenten weten.
‘Goed , ik heb veel gewerkt en veel consults gehad’, antwoordt ze. Op haar telefoon laat de studente het resultaat van haar inspanningen zien: logo’s voor een muzikant. Muskee stelt haar voor om de logo’s ook nog door een andere docent te laten beoordelen.
‘Dat heb ik gedaan. Ik heb gevraagd of hij voor mij de competentie creërend wil feedbacken.’
De Academie voor Popcultuur begon met twee opleidingsrichtingen: vormgeving en muziek. ‘Dit onderscheid is nu opgeheven, nu studeer je af in popular culture’, legt Femke uit. Een opleiding aan de Academie voor Popcultuur is heel breed. ‘Je bent als student vrij om je eigen richting te kiezen, zolang je maar voldoet aan de randvoorwaarden. Je vraagt aan het einde van een blok assessments van je competenties aan. Dan wordt je portfolio van het afgelopen blok beoordeeld.’ Femke heeft een brede interesse en houdt van haar vrijheid, goede redenen om voor de Academie te kiezen, maar toch deed ze dat niet meteen nadat ze van middelbare school afkwam.
Het lesaanbod is puur gestuurd vanuit de vraag van de studenten zelf
‘M’n oudere broer had hier toelating gedaan, maar is toen niet aangenomen, terwijl hij een hele goede gitarist is. Daarom dacht ik dat ik al helemaal geen kans zou maken. Ik ben dus eerst naar de Pabo gegaan. Een jaar later besloot ik het er toch maar op te wagen.’ Nu is ze alweer bijna klaar met de opleiding. ‘Ik heb het reuze naar m’n zin. Ik vind het tof dat je tijdens de opleiding zelf al een netwerk in het werkveld opbouwt.’ Omdat het zo’n brede en ontraditionele opleiding is, krijgt Femke vaak de vraag wat ze ermee kan worden. ‘Het is maar net waar je als student zelf mee bezig gaat, welke projecten je onderneemt. De bedoeling van de opleiding is dat je schoolprojecten koppelt aan de dingen die je als hobby doet, zoals fotograferen en muziek maken.’ Haar toekomst ligt in een eigen bedrijf voor creatieve projecten, zoals het produceren van videoclips en films.
De begane grond bestaat vooral uit geluidsdichte bunkers
Wandelend door het gebouw aan de straat met de bijzondere naam Achter de Hoven weidt Femke uit over de typische academie-aanpak. ‘Het lesaanbod is puur gestuurd vanuit de vraag van de studenten zelf. Als er genoeg animo onder de studenten is regelt men bijvoorbeeld een les video editing of grafische vormgeving. Of een student kan een één-op-éénconsult met een docent aanvragen.’ Op de bovenverdieping zijn de computerruimtes en allerlei lokaaltjes waarin de studenten aan hun projecten kunnen werken. Verder is er een fotostudio en een bioscoopzaal waar studenten hun producties kunnen tonen. De begane grond van de Academie bestaat vooral uit geluidsdichte bunkers. Femke trekt een paar deuren open, uit de ene bunker zijn elektronische beats te horen en uit de andere klinkt een zangstem of een gitaar.
De grote zaal voor optredens, repetities, try-outs met publiek en feesten completeert de zaak. ‘Studenten kunnen alle ruimtes hier reserveren’, zegt Femke tevreden.
’s Middags heeft Femke bandcoaching met haar band Plunder, die muziek maakt die ze zelf omschrijft als Nederlandstalige pirate folkpunk. Voordat het zover is ploft ze neer op de bank naast haar bandgenoot Tuaq Pijlman. Ze wachten op de andere bandleden en als die er zijn gaan ze naar de bunker waar docent Christof Bauwens zich ophoudt. Onder het gesleep met kabels en het stemmen van gitaren, vertelt zanger Lennart Boonstra (25) over afgelopen weekend toen ze optraden op het foodfestival in Drachten. ‘Voornamelijk kiddo’s stonden te kijken, die waren echt een fantastisch publiek. We hebben handtekeningen uitgedeeld en ze laten dansen met hun ouders.’
Hebben jullie hier iets aan, of denken jullie: dit doen we nooit meer?
Dan speelt Plunder het nieuwste nummer ‘Denk na!’ Bauwens vindt de uitvoering te traag. ‘Er mag meer pit en energie in zoals bij ska en klezmer, wat toch dicht bij jullie stijl ligt’, luidt het oordeel van de gitaardocent. De volgende poging loopt stuk. ‘Dit is geloof ik weer te snel voor jullie comfortzone’, stelt Bauwens.
Het nieuwe nummer komt nog een paar keer voorbij voordat de band verder gaat met andere liedjes uit hun repertoire, zoals covers van Flogging Molly en klassiekers als Drunken Sailor. ‘We repeteren wekelijks, maar hebben niet ieder week bandcoaching. Als Christof erbij is, merken we ineens dat we veel hebben om aan te werken. Dat is best confronterend’, bekent Lennart. De tijd vliegt om. ‘We zijn al twee uur aan de slag, zie ik’, laat de zanger op een gegeven moment weten. Het is tijd om te stoppen. ‘Hebben jullie hier iets aan? Of denken jullie: dit doen we nooit meer?’, vraagt Bauwens. ‘Dit is zeker nuttig. Bovendien hebben we inmiddels een dikke huid gekweekt’, antwoorden ze. Dat kan van pas komen als Plunder echt op moet. Morgenavond staan ze in een café in Groningen.
Foto’s: Femke Oevering