Skip to content

Bierbril

Alles door een roze bril bekijken, kent u die uitdrukking? Dat alles veel rooskleuriger lijkt dan het eigenlijk is. De studentikoze versie hiervan is de bierbril. Dat je net die ene man wel even kunt regelen in de kroeg, want na tien bier is er ineens heel veel mogelijk. Of dat die chick net wat minder laag lijkt, zodat het geen probleem is om daar toch nog even je tong in kwijt te kunnen.
Ik denk dat ik een permanente bierbril op heb. Mijn bankrekening kan altijd nog nét dat avondje drinken aan. Dat de riem van mijn broek een gaatje losser moet, is echt niet erg. En te laat komen kan iedereen overkomen. Ik zit er eigenlijk helemaal niet mee. En dat terwijl het, nu ik er eens rustig over nadenk, echt niet zo positief is allemaal.

Moet ik m’n leerlingen biertjes geven? Moet de leeftijdsgrens voor alcohol omlaag?

De bierbril maakt dat het leven er net wat gunstiger uitziet. Maar het is natuurlijk ook van belang om realistisch te blijven. Op stage vraag ik wel eens aan mijn leerlingen of ze nog een beetje happy zijn. Vaak schreeuwen ze ja! zonder er echt bij na te denken. Soms is het antwoord negatief. Wanneer ik dan vraag wat er is, komen er antwoorden als ‘we moeten vanavond vies eten’. Of: ‘ik moet naar de overblijf, maar ik wil liever thuis brood eten’.
Ik snap dat wel. Mijn gedachtegang was vroeger exact hetzelfde. Maar wat is er dan eigenlijk veranderd, vraag ik me dan af. Komt het omdat ik weet dat er ergere dingen in het leven zijn of heb ik de afgelopen jaren zoveel bier gedronken dat ik het leven nu standaard door een bierbril bekijk? Moet ik m’n leerlingen ook biertjes geven? Moeten we terug naar een lagere leeftijdsgrens voor alcohol? Of creëren we dan alcoholisme door te zeggen dat alcohol problemen kleiner maakt? Zo veel vragen, zo weinig nieuwe input. Je begrijpt, op woensdag begint de bierbril weer een beetje te verdwijnen. Dan is het alweer een dikke drie dagen geleden dat mijn bierbril is gestimuleerd met nieuwe goudgele rakkers. Gelukkig is het dan weer bijna weekend. Want de burger in mij drinkt natuurlijk nooit door de week.