Competentiecomplexiteit
Op Minerva hebben we competentiegericht onderwijs. Dat houdt in dat er per semester per opleiding is omschreven wat een leerling moet kunnen. De opdrachten die je krijgt, staan in het verlengde van deze competenties. Zo is het onder andere de bedoeling dat een theaterstudent er in jaar drie achter komt welke plek hij inneemt in het theaterlandschap.
Je moet je ideeën kunnen vertalen in beeld, je ideeën kunnen verantwoorden, et cetera, et cetera. Voordeel van deze competenties is dat wat er van je verlangd wordt concreter wordt. Nadeel is dat het in dusdanig wollig taalgebruik wordt gebracht dat we elk jaar onze eigen versie schrijven waardoor we het erover kunnen hebben.
Het is ook schijnveiligheid. Je houdt je aan iets vast dat geen absoluut houvast kan bieden. Want of je een idee goed onder woorden kunt brengen ja of nee, is een compleet subjectieve discussie waar begrippen als smaak om de hoek komen rennen.
Vervolgens gaat elke docent anders om met de lijst competenties. Wanneer een docent er strikt mee omgaat, weet je exact waar je aan toe bent. De keerzijde is dat het op die manier ook wel erg schools wordt en je kunt afvragen of dat passend is bij een kunstacademie. Is het fijn voor de studenten dat er exact duidelijk is wat er van je wordt verwacht? Is dit realistisch kijken naar het toekomstige werkveld?
De andere manier is dat de docent de competenties meer loslaat, meer naar de student zelf kijkt. Dit geeft ruimte tot goede persoonlijke artistieke ontwikkeling, maar hoe geef je dan cijfers? Hoe bepaal je of iemand klaar is om af te studeren? Maken de competenties het nu makkelijker of moeilijker voor de docent? En voor de student? Want na de docenten, met verschillende stijlen, kom je bij de groep waarvoor de academie er überhaupt is: de studenten. Ook dat is een groep met vele diversiteiten en de één gedijt het beste in het ene milieu en de ander in het andere.
Het competentiesysteem is te vergelijken met een democratie. Het is niet perfect, maar kijkend naar de alternatieven, wel gewenst. Het werkt niet perfect omdat het van toepassing is op grote groepen waarin specifieke individuele behoeftes niet naar voren komen. En dat elke student en docent een eigen aanpak heeft is onbetwistbaar. De juiste balans is er dan ook één tussen systeem en individualiteit.
Derdejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten schrijft iedere week een
column over Academie Minerva.