Crème brûlée met speldenprikjes
We kregen twee menu’s uitgereikt. À la carte en een speciaal kerstmenu. Voor de zekerheid somde de bediende het kerstmenu nog maar eens routinematig op.
‘Als voorgerecht kunt u kiezen uit truffelaardappelsoep, gerookte makreel met witlof en carpaccio met Parmezaan en pijnboompitten. Voor het hoofdgerecht heeft u de keuze uit zalmfilet met aardappelpuree, wild zwijn met gegrilde courgette en bospaddenstoelen, en risotto met…’
Persoon 5 aan de tafel onderbreekt de afspeellijst.
‘Is er ook gewoon patat, frikandel en appelmoes?’
Aan tafel wordt gegrinnikt en beschaamd weggekeken. Even twijfelt de dienster of ze erop in moet gaan. Ze besluit om over te gaan tot het opnemen van de drankjes.
Die lui moeten ze allemaal opknopen
Voorzichtig worden er pogingen gedaan om het ongemak aan tafel te doorbreken.
‘En wat deed jij ook alweer?’
Persoon 3 naast mij, ook aanhang, probeert het ijs te breken door het herhalen van de vraag die hij precies 352 dagen geleden ook stelde.
Tussen de herdenkingen van overleden familieleden, het geslurp van de dertig seconden geleden opgediende soep en de roddels door, dwarrelen er af en toe snippers conversatie door de lucht.
‘Partij van de Dieren?’
‘Die lui moeten ze allemaal opknopen.’
‘Lekkere soep, zeg!’
Verplicht gelach en een welgemeend ‘Eet smakelijk’
Na het voorgerecht en de kerstdooddoeners is het tijd voor het hoofdgerecht. Op de vraag of ik ook nog wat te drinken wil, antwoord ik dat ik graag een Orval zou willen.
Zodra iedereen zijn bord heeft, besluit persoon 4 dit jaar het kerstkonijncliché af te stoffen.
‘Arme Flappie.’
Verplicht gelach en een welgemeend ‘Eet smakelijk’.
Ondertussen zet de bediening het speciaalbiertje voor mij neer.
Persoon 3: ‘Da’s echt student’nbier zeker?’
Samen met de crème brûlée worden de speldenprikjes en kietelsteken opgediend.
Persoon 2 tegen persoon 5: ‘Zou je dat nou wel doen?’
Persoon 5: ‘Het is maar één keer per jaar kerst.’
Persoon 4 tegen persoon 5: ‘Ah, dat kun je prima hebben, joh!’
Bij het afscheid wisselt men de laatste hoffelijkheden uit.
‘Het was gezellig!’
‘Alvast de beste wensen, hè!’
Persoon 5 grijpt nog snel zijn kans.
‘Niet schrikken, hoor, maar dan zien we elkaar waarschijnlijk pas volgend jaar weer!’
Iedereen loopt naar zijn auto en zwaait nog even vrolijk. Ondertussen stappen twee mensen de auto naast ons in.
‘Zo, dat hebben we ook weer gehad voor dit jaar.’