De positie van studenten is aanzienlijk verzwakt

Na vijfentwintig jaar neemt onderwijsrechter Ben Olivier afscheid. Universiteiten en hogescholen maken het zich veel te makkelijk, vindt hij. ‘Alles wordt maar op het bordje van de student gegooid.’

onderwijsrechterstaand

Z’n werkkamer bevindt zich ergens diep in een labyrint van trappen en gangetjes. Studenten grapten vaak dat ze een punt hoger moesten krijgen voor hun mondelinge tentamen als ze zijn kamer überhaupt konden vinden, vertelt Ben Olivier. Hij kan er nog steeds om lachen. Formeel is hij met pensioen, maar hij werkt nog altijd als docent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam.

In de Verenigde Staten kun je tot je dood rechter blijven, maar bij ons is dat anders

In april nam hij afscheid als rechter van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Hij moest wel, hij werd zeventig. ‘In de Verenigde Staten kun je tot je dood rechter blijven, maar bij ons is dat anders.’

Hij spreekt rustig en precies. Als je hem vraagt een geruchtmakend zaak te noemen, valt hij even stil. Zou hij zo gauw niet weten. Maar vraag hem naar juridische onderwerpen en hij praat aan één stuk door, met mooie voorbeelden en al.

Bindend studie-advies
Het is een wonder hoe weinig zaken de rechters van het CBHO behandelen, vindt hij. ‘Als je bedenkt hoeveel beslissingen er elke dag in het hoger onderwijs worden genomen.’ Talloze studenten krijgen punten voor hun tentamens en scripties, maar bijna nooit ontstaat er een serieus conflict. Mocht dat toch gebeuren, dan is het goed gebruik om er een tweede docent naar te laten kijken. En reken maar dat elke vijf secuur wordt nagekeken, zegt Olivier, want niemand wil een student graag op één punt laten zakken. ‘Als de treindeuren voor je neus dichtslaan is dat vervelender dan wanneer de trein allang is weggereden.’

Nee, wil je weten waar hij zich wél zorgen over maakt? Het negatief bindend studie-advies (bsa), waarmee opleidingen hun zwakkere studenten binnen een jaar kunnen lozen. ‘Onderwijsinstellingen en de minister zijn ermee aan de haal gegaan. De positie van studenten is aanzienlijk verzwakt. De bedoeling van het bsa was om studenten zo snel mogelijk te laten weten of ze ongeschikt zijn. Dan zeg je: hou maar op, ga iets anders doen. Het was dus nadrukkelijk niet de vraag of ze geschikt zijn. Dat is iets heel anders.’

Misschien is het inderdaad normaal om vlot te studeren, maar de vraag is: ben je ongeschikt als je dat niet doet?

De bsa-norm wordt ook steeds verhoogd. Met argusogen kijkt Olivier naar de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar eerstejaars in één klap alle zestig studiepunten moeten behalen. ‘Ze zeggen: nominaal is normaal. Misschien is het inderdaad normaal om vlot te studeren, maar de vraag is: ben je ongeschikt als je dat niet doet? Dat is helemaal niet zeker.’

Maar ja, studenten spannen zelden een rechtszaak aan tegen een bsa. Duurt ook veel te lang, zo’n procedure. ‘In maart hadden we nog een aantal bsa-zaken, inderdaad, die stammen uit het vorige studiejaar.’

Rare beslissingen
Opleidingen misbruiken het bsa niet alleen om het studietempo te verhogen. Ze dreigen ook tentamenuitslagen te laten vervallen als studenten treuzelen met afstuderen. En daar gebeuren soms vreemde dingen bij, weet Olivier. ‘Iemand loopt vertraging op en moet op het laatste moment nog twee tentamens doen. Het ene haalt hij en het andere niet. Prompt vervallen ál zijn tentamenuitslagen, dus óók die van het tentamen dat hij gisteren deed en dat nog niet verouderd kan zijn. Dat is toch heel vreemd?’

Onderwijsinstellingen zeggen wel eens: het mag, want de medezeggenschapsraad heeft ermee ingestemd. Daar is Olivier niet van onder de indruk. ‘Alsof die raad altijd precies begrijpt waarmee ze instemmen.’

Alles wordt maar op het bordje van de student gegooid. Onderwijsinstellingen maken zich er veel te makkelijk vanaf

Tot op het laatst had hij interessante zaken. Neem de vraag over de geldigheidsduur: moet je een student waarschuwen als die dreigt te verstrijken? Een meisje vroeg haar diploma aan. Pas daarna stuurde de opleiding haar een mailtje: al haar tentamens bleken vervallen. ‘Ze had een waarschuwing moeten krijgen’, vindt Olivier. ‘Als je na afloop kunt mailen, kun je dat ook iets eerder doen.’

Natuurlijk had het meisje kunnen weten dat haar studiepunten zouden vervallen. ‘Jazeker, ze heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Maar vervolgens kom je bij de vraag: wat staat er tegenover de  verantwoordelijkheid van de student? Alles wordt maar op het bordje van de student gegooid. Onderwijsinstellingen maken zich er veel te makkelijk vanaf.’

Ongelooflijke blunder
Zo gaat het ook met een ander heikel punt: de herinschrijvingen. Onderwijsinstellingen zijn soms zo strikt dat ze de belangen van studenten uit het oog verliezen. Olivier begrijpt de ergernis best. ‘Laten we wel wezen, te laat herinschrijven is echt dom. Een Utrechtse studente zei een keer in een rechtszaak: het is maar een klein foutje. Ik zei: helemaal niet, het is een ongelooflijke blunder. Voor een student is er geen kunst aan: zelfs in een coma op een Spaans strand kun je je vandaag de dag nog inschrijven! Het is echt nonchalance als je het niet doet. Maar goed, als iemand dan in paniek op 2 september bij je instelling aanklopt, moet je hem dan weigeren?’

Als een ouderejaars zich tot en met 30 augustus mag herinschrijven, kan hij het onderwijs toch niet hinderen als hij twee dagen later is?

De Hogeschool van Amsterdam voerde aan dat het onderwijs werd gehinderd door een late inschrijving, maar dat was volgens Olivier onzin. ‘Als een ouderejaars zich tot en met 30 augustus mag herinschrijven, kan hij het onderwijs toch niet hinderen als hij twee dagen later is? Soms zegt een College van Bestuur: een jaartje studievertraging is niets bijzonders. Maar dat is het wel. Zo’n standpunt hoort zo’n college niet in te nemen.’

De zaak van de zwabberstudent
Zijn meest ingrijpende zaak was die van twee moslima’s die in Rotterdam geneeskunde studeerden en die zich niet wilden laten onderzoeken door mannelijke medestudenten. Mocht de universiteit voorschrijven dat het toch moest gebeuren? ‘Allerlei vragen speelden mee. Hoe verhoudt het onderwijs zich tot de mensenrechten? Wordt het onderwijs inderdaad gehinderd? In Maastricht verleenden ze een dergelijke ontheffing wel en de universiteit had het besluit niet goed gemotiveerd.  Wij hebben gevonnist dat de Rotterdamse universiteit een nieuw besluit moest nemen waarin ze de belangen beter afwogen. Daarna kwam de zaak niet meer bij het CBHO terug.’

25 jaar onderwijsrechter zijn is lang. Zijn eerste zaak herinnert Olivier zich niet meer, maar wel zijn eerste voorlopige voorziening (een snelle tussenuitspraak in afwachting van de echte behandeling). Een kort geding, maar dan in het onderwijs.

Weet je wie er wél veranderd zijn? De ouders. Die zie je steeds vaker in de rechtszaal

‘Een paar studenten van een hotelschool hadden een feestje gevierd en waren aan de zwier gegaan. Ze kwamen aangeschoten bij de receptie van het hotel dat bij hun school hoort. Er stond een studente achter de receptie. Ze wist niet wat ze moest doen en gaf hun een kop koffie. Die koffie ging om en één van de meisjes lachte: gebruik mij maar als zwabber.’ De studenten deden dat en werden zwaar gestraft: ze werden van de opleiding verwijderd. Ze zouden het onderwijs hebben verstoord. Olivier dacht er anders over. ‘Ik vroeg: hoe deden ze dat dan? Je zou net zo goed kunnen zeggen dat ze het onderwijs een dienst hebben bewezen. Die studente achter de receptie leert immers omgaan met dronken hotelgasten. Ik vond de maatregel van verwijdering onevenredig zwaar. De opleiding was het niet met me eens, maar die studenten mochten verder.’

Bemoeizuchtige ouders
In al die jaren zijn studenten niet of nauwelijks veranderd. ‘Ze zijn nog net zo vervelend als vroeger. Weet je wie er wél veranderd zijn? De ouders. Die zie je steeds vaker in de rechtszaal. Ik zeg altijd tegen de student die voor me staat: je vader mag alleen iets zeggen met jouw toestemming. Want het is de rechtszaak van de student, niet van de ouder.’

Toch valt het met de onzelfstandigheid van de student wel mee. ‘Ik weet niet of ik zelf nou zo zelfstandig was op die leeftijd. Misschien getuigt het van grotere gemakzucht dat studenten dit soort dingen niet meer zelf willen doen.’

Wist je dat ik de allereerste was die ooit een rechtszaak aanspande bij het CBHO?

Of de centen. Studeren is duurder geworden en ouders betalen flink veel van de studiekosten. Niet vreemd dat ze de vinger aan de pols willen houden. ‘In mijn studententijd betaalde je na vier jaar geen collegegeld meer, alleen tien gulden inschrijfgeld. Kun je nagaan. Een tijdje terug wilden ze de langstudeerboete invoeren. Dan moest je juist meer collegegeld betalen als je vertraging opliep.’

De allereerste
Geen gek verhaal voor iemand die zich geruchtmakende zaken kon heugen. Net als Oliviers uitsmijter op de valreep. ‘Wist je dat ik de allereerste was die ooit een rechtszaak aanspande bij het CBHO? Althans, bij de voorloper.’ De zaak handelde over de verkiezingen voor de Groningse universiteitsraad van 1971. Olivier was zelf geen kandidaat, hij voerde de rechtszaak ‘gewoon’ als lid van de Groningse universitaire gemeenschap. ‘Ik meende dat de verkiezingsuitslag verkeerd was vastgesteld. Het ging om de vraag hoe je het opkomstpercentage onder studenten berekende, wat gevolgen had voor de uitslag. Of ik won? Ja en nee. De universiteit had de regeling zelf goed toegepast, maar de Staat moest de regels als de bliksem aanpassen.’

Hoger Onderwijs Persbureau, Bas Belleman
foto: Boudewijn Otten (c)