De rookkamer.

Ik las laatst ergens dat mensen over het algemeen blijer zijn met het leveren van een grote prestatie als ze die hebben opgedeeld in kleine taken die ze gemakkelijk kunnen uitvoeren. Ik ben die gozer die dan heel hard roept dat het einddoel niet anders is geworden en dat je op die manier meer werk hebt omdat je al die kleine taakjes moet plannen.

Frits was voorbij de 35 en draaide bizarre fuller-than-fulltime diensten als werker-aan-de-weg

Maar dat euforische gevoel na kleine deeltaakjes was wel de drijfveer bij het schoonmaken van de kamer die eerder werd bewoond door Frits, zoals wij ’m noemden. Toen hij ons huis verliet, was er niemand die zich zijn ware naam nog kon herinneren. Frits was voorbij de 35 en fuller-than-fulltime werknemer bij wegwerkzaamheden met bizarre diensten en een werkweek van zestig uur. Zijn hobby was roken. Nadat hij vanwege financiële problemen (hoe kan dat als je zestig uur in de week werkt?) uit huis was gezet, ontdekten we achter een dikke laag aangekoekte sigarettenwalm een pareltje dat Daphne maar wat graag inruilde voor haar twaalf vierkante meter zolder tegenover die andere rookmevrouw.

Was m’n euforie het gevolg van het blinkende resultaat, of van de ammoniadamp?

Werk aan de winkel, aan de slag. Alle huisgenoten bleken in deze tentamenperiode huishoudelijk werk te hebben dat echt niet langer kon wachten. Allemaal kleine klusjes en een paar grote.
Omdat Daph het al helemaal voor zich zag, stond ik op de dagen voor m’n laatste tentamen met een bruin doekje met ammonia te poetsen. Langzamerhand werden de ramen doorzichtiger, op steeds meer plekken drong de zon erdoorheen. Het leek wel alsof de ramen het daglicht gemist hadden. Met iedere beweging van de poetslap werd de hemel blauwer en ik weet niet of m’n euforie het gevolg was van dit fraaie resultaat of van de ammoniadampen.
Naarmate we de rook meer en meer de kamer uitdreven en Daphne en ik de leefbaarheid vergrootten, had ik de indruk dat ik plots de hele wereld aankon. Ik sliep beter en mijn zelfbeeld werd steeds positiever. Dat scherpte ons, we besloten dat we alle hoekjes grondig moesten meepakken en niet konden stoppen voordat goed gewoon echt goed was, OCD-goed. Nee, het was vast niet de ammonia. Het cijfer voor het tentamen heb ik nog niet binnen, maar ik vrees het ergste.