De Stenen van Stad, deel 6: Aletta Jacobshal
Het is zoals de Groningse zanger Rikkert Zuiderveld al eens zong: ‘Als de stenen konden spreken, zou ik zwijgen als het graf, maar zolang de stenen zwijgen, zal ik spreken.’ Aan de hand van Groninger gebouwen verhaalt Menno over stadse geschiedenissen. Deze keer: de Aletta Jacobshal.
Iedere Nederlander heeft iets op met oranje. Het is de kleur van ons land. Tijdens nationale festiviteiten en grote voetbaltoernooien dossen we ons er graag in uit. De connotatie met de kleur oranje is daarom voor de meeste Nederlanders positief. Toch zijn er in Groningen studenten die veel minder positieve ervaringen hebben met het mengsel van geel en rood. Dat heeft maar één oorzaak: de Aletta Jacobshal.
Het felle, schreeuwerige oranje zou intimideren en stress bevorderen
Het gebouw van architect Haiko Meijer herbergt de grootste collegezaal van Nederland, met een capaciteit van zeshonderd stoeltjes. In de ontwerpfase, nu alweer zo’n zeven jaar geleden, was het de bedoeling om een opvallend baken op het Zerniketerrein te creëren. Meijer koos voor oranje, zogezegd om studenten voor het afleggen van de tentamens nog even wakker te schudden.
Studente Ellen Versluijs heeft heel andere ervaringen met de kleur. Het felle, schreeuwerige oranje zou intimideren en stress bevorderen, met een resultaatondermijnend effect als uitkomst. ‘Als je een tentamen moet maken en je zit op de gang met driehonderd mensen te wachten tot je de zaal in mag, is het al druk en zweterig genoeg. Je ogen zoeken dan automatisch naar een rustigere plek. Maar die is hier niet. Je kunt de schreeuwerige kleur niet ontlopen’, liet ze in maart optekenen in het Dagblad van het Noorden. Ze startte een petitie om het gebouw een rustgevendere kleur te geven.
Die petitie is 148 keer ondertekend. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de hal op korte termijn een nieuw kleurtje zal krijgen. Om toch met vertrouwen de tentamens tegemoet te gaan, zullen studenten zich misschien minder moeten focussen op de kleur en meer op de naam van de hal. Wie studeert en tentamens maakt in de geest van Aletta Jacobs, zal zich namelijk nergens meer door laten intimideren. Als zij zich had laten beïnvloeden door de kleur van een tentamenhal, had de geschiedenis van Nederland er heel anders uit kunnen zien.
Aletta Jacobs werd in 1854 geboren in Sappemeer, als achtste van elf kinderen in een Joods gezin. Ze had de vurige wens om arts te worden, maar in die tijd was het ondenkbaar dat een vrouw deelnam aan academische lessen. Om dat wel te kunnen doen, schreef Jacobs een brief aan de liberale minister Johan Rudolph Thorbecke, die bekend is van de grondwet van 1848. Thorbecke schreef terug aan de vader van Jacobs en stond toe dat Aletta voor een proefperiode van een jaar werd toegelaten tot de studie medicijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het zou uiteindelijk de openstelling van de Nederlandse universiteiten voor vrouwen betekenen.
Ze groeide uit tot de beroemdste Nederlandse vertegenwoordiger van de eerste feministische golf
Na haar promotie werkte Aletta Jacobs als huisarts in Amsterdam. Daar introduceerde ze onder andere het pessarium als voorbehoedsmiddel. Ze groeide uit tot de beroemdste Nederlandse vertegenwoordiger van de eerste feministische golf en was voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Dat kiesrecht voor vrouwen kwam er in 1919. Het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Atria, beheert uit naam van Aletta Jacobs tegenwoordig een Twitter-account om te blijven strijden voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De tweet van 26 april ging over de jaarlijkse lintjesregen: er waren 1.815 mannen die een koninklijke onderscheiding kregen en maar 1.023 vrouwen.
Als Aletta Jacobs in staat was om als eerste vrouw een universitaire studie af te ronden en een hele samenleving er langzaam van te overtuigen dat vrouwen gelijk behandeld dienen te worden als mannen, dan moeten wij in staat zijn om een tentamen te maken in een hal met een enigszins felle kleur. Op iemand die met de toewijding van Jacobs de wereld tegemoet treedt, heeft kleurenpsychologie geen vat meer.