Hanzedocenten staan klaar voor het studiejaar ’21-’22 . Welke coronaregels er zullen gelden, is nog niet helemaal duidelijk, maar dat mag de pret niet drukken. ‘Het mag wel weer broezen op de campus.’
De zon streelt Zernike. De campus zal over een paar dagen, weken, weer bevolkt zijn, maar in de laatste volle week van augustus is het er rustig. Erg rustig.
Het handjevol mensen dat de gang naar de Hanzegebouwen in het noorden van de stad Groningen heeft weten te vinden, past z’n tempo aan aan het weer en de kalme sfeer. Een paar mensen slenteren naar een bankje om wat zon te vangen, een ander groepje scharrelt naar de schaduw onder de bomen voor de Van DoorenVeste. De oranje fontein sputtert mee met het eerste voorzichtige gekwetter van studiejaar 21-22.
‘Het was echt niet makkelijk’
Je zou het niet zeggen, maar geen van de mensen hier weet precies wat er de komende tijd staat te gebeuren.
‘Het wordt spannend’, zegt Janny Slagter, teamleider Built Environment van het Instituut voor Future Environments.
‘We staan te popelen en ik zeker. Het wordt weer eens tijd dat het broest op de campus. Elkaar zien geeft een andere energie.’
Gedwongen door corona-maatregelen werkte het Hanze-personeel bij elkaar zo ongeveer een jaar thuis. Janny hoopt dat het daarbij zal blijven.
‘Het was echt niet makkelijk. Eén van de collega’s besloot zelfs om een dag per week minder te gaan werken. Hij trok het gewoon niet, al die uren achter het computerscherm. Het ís ook inspannend. Ook ik merkte in mijn gesprekken met docenten dat ik wat miste. Je kunt bijvoorbeeld veel minder goed checken hoe een boodschap aankomt.’
‘Hoe liever studenten weer naar school willen, hoe groter hun bereidheid om zich aan de regels te houden’
Docent Pedagogiek & Didactiek Ninja van der Honing zit op haar post als coördinator van het studieloopbaan-bureau van de Pabo.
‘Natuurlijk ben ik blij dat we weer kunnen’, zegt ze, ‘en dat geldt ook voor de studenten. Die willen héél graag.’
Dat enthousiasme heeft zo z’n voordelen. ‘Hoe liever ze weer naar school willen komen, hoe groter hun bereidheid om de regels te volgen.’
Dat die regels er zullen zijn, staat inmiddels vast. Hoe ze zullen uitpakken is vandaag nog niet tot in detail uitgewerkt. Zoals het er nu uitziet zal iedereen die zich vanaf 30 augustus in de Hanze-gebouwen voortbeweegt een mondkapje moeten dragen. In de klas is het mondkapje niet verplicht. Het zijn regels die de overheid het onderwijs heeft opgelegd en wat moet dat moet. Het heeft niet zoveel zin daarover te klagen, vindt Ninja.
‘Een groot gezamenlijk welkom zit er niet in’
‘Laten we kijken hoe het gaat. Voor mezelf maak ik me sowieso geen zorgen en de kwetsbare mensen zijn nu vrijwel allemaal ingeënt. Aan de andere kant, het is niet fijn om de ziekte op te lopen en te verspreiden. Dat kan natuurlijk nog steeds. Het blijft oppassen. Wanneer er problemen opdoemen, passen we er een mouw aan, studenten denken daar ook goed in mee. Die komen echt wel langs als ze mantelzorger voor hun oude opa zijn. En gelijk hebben ze, want er valt meestal wel wat te regelen.’
De Pabo begroet binnenkort zo’n 500 nieuwe studenten. ‘De maximale groepsgrootte is 75, dus een groot gezamenlijk welkom zit er niet in. Daar zullen we dus iets op moeten verzinnen.’
Op de Hanze zie je geen vlammende virusontkenners en ook geen vurige virusvrezers
In de rest van het land roeren verontruste docenten en studenten zich. Sommigen verlangen strengere maatregelen, anderen weigeren zich te onderwerpen aan de huidige. Wie de krantenkoppen leest, kan denken dat Nederland is opgesplitst in vlammende virusontkenners en vurige virusvrezers. Maar de meeste mensen zijn zo militant niet. Janny Slagter is geen van de uitgesproken tegenpolen in haar omgeving tegengekomen.
‘De meeste docenten en studenten zijn hartstikke blij dat we weer aan de slag kunnen.’ Bang voor heftige confrontaties en gesteggel is ze niet.
‘Je kunt natuurlijk uitgebreid over van alles en nog wat discussiëren, maar dat is helemaal niet nodig. Op de Hanze gelden gewoon spelregels, als je je daaraan houdt is er niks aan de hand. Dat ging het afgelopen jaar heel goed, dus waarom zou het nu anders lopen?’
