Ga naar de inhoud

Een soort van lectoren

spinIk stel me zo voor dat de schoonmaakster uiteindelijk de knoop doorhakte. Wat een overleg moet dat geweest zijn, eind 2012. De HEL! Het voltallige College van Bestuur, directeuren van allerlei slag en lectoren van heinde en verre braken zich het hoofd over een loodzwaar probleem: moet de Hanzehogeschool onderscheid maken tussen verschillende typen lectoren?
Zulke gewichtige zaken worden uitgebreid aan de orde gesteld in personeelsblad  PL.Hanze. God zij geloofd, anders zou je er als doodgewone onderknuppel nooit wat van te weten komen.
Moet de Hanzehogeschool onderscheid maken tussen verschillende typen lectoren? Kom daar maar eens uit. Het artikel Flexibiliteit en Aanpassingen (PL.Hanze, nr. 29) verhaalt er smakelijk over. Het artikel begint optimistisch. Beleidsadviseur Personeel & Organisatie (P&O) Claudia van Orden stelt dat iedereen inmiddels wel weet wat we onder de begrippen lector en lectoraat verstaan.
(Overmoed kan de mens verder helpen).
Dan komt het artikel op de proppen met een beschouwing over de diepere aard van de problematiek. In de loop der tijd begon het P&O op te vallen dat sommige lectoren anders dan de andere waren. Sommigen hadden zich ontpopt tot kernlector: een lector die ‘zich beweegt rondom een hoofdthema van onderzoek’. Anderen cirkelden echter louter om deelthema’s, deze soort noemt Claudia embedded lectoren.
O, jee! Een deel van de lectoren begon zich steeds nadrukkelijk op te houden in als paddenstoelen uit de grond gekomen kenniscentra. Deze lectoren hadden van hogerhand toestemming om in die centra iets in de managementsfeer te doen. Deze ongelukkigen stonden dus al snel bekend als leading lector.
Zo bleken er op de Hanzehogeschool ineens vier soorten lectoren rond te lopen: de gewone lector, de kernlector, de embedded lector en de leading lector. Dit zou nog te behappen zijn geweest, maar helaas, nieuw onheil naakte. Sommige lectoraten werden helemaal gefinancierd door externe partijen. En als je die term gebruikt heb je hup-meteen drie ondersoorten. Om de entomologen van P&O voor te zijn, noem ik degenen die worden betaald van overheidsgeld publiek-lectoren. Privaat-lectoren zouden dan lectoren zijn die helemaal door het bedrijfsleven worden betaald. En wat privaat-publiek-lectoren zijn, hoef ik de oplettende lezer nu niet meer uit te leggen.
Zeven soorten, wat een toestand. Maar het wordt nóg erger: sommige lectoren hebben speciale wensen. Lector Leni wilde liever niet vier dagen in de week naar Groningen reizen. Dat probleem was dankzij leading lector Harm gelukkig snel de wereld uit. (Leni werkt nu twee dagen in Groningen en anderhalve dag thuis.) Zo iemand noem ik in deze kleine proeve van een lectorenentomologie een speciaal-lector.

Dat is acht.
Tal van belendende problemen kwamen tijdens die vergadering in 2012 aan de orde. Wie is de baas (het College van Bestuur!) van een docent (de teamleider!, de dean!) die wil promoveren (de hoogleraar!) als hij onderzoek doet (de embedded  lector!) in een kernlectoraat (de kernlector!, de leading lector!)?
Onoplosbare vraagstukken. Toch kwam de vergadering tot een goed einde.
‘Noem ze gewoon lector’, flapte ze eruit, de GOM-dame die ondertussen alvast was begonnen  met de avondschoonmaak.
‘Hoe bedoelt u?’, bracht een aanwezige uit, de wanhoop nabij.
‘Of je bij GOM nu goed, slecht of ander werk aflevert, we zijn allemaal schoonmaker.’
Tien seconden was het stil. De schoonmaakster keek nauwelijks van haar werk op toen aan de vergadertafel gejuich losbarstte.

Hajo Frick