Het paaltje.

Ze raakte het paaltje. Het klonk alsof iemand een leeg frisdrankblikje in elkaar kneep, op de grond legde en er met z’n volle gewicht op ging staan. Een blikje dat in elkaar kreukte. Hoe was ze er toch op terecht gekomen? Op dat paaltje.
Ze keek in ieder geval alsof er niets aan de hand was. Quasinonchalant stuurde ze de BMW naar achteren, keek nog eens en reed vervolgens de straat in.
En het paaltje lag plat.
Het gele paaltje met het blauwe bord met de witte streep richting de rechterkant van de weg lag als een voetballer in het strafschopgebied. In de kreukels. Letterlijk. Ook al zo mooi voetbaljargon. Hoe de metallic-kleurige bumper van de BMW het gele paaltje omver had geduwd was een vraag die de natuurkunde kon beantwoorden. Maar wat haar bezielde om het paaltje te raken… dat was een heel andere vraag.

Ze zag er niet ziek uit, en niet verward, ze leek haast wel gewoon, met een vestje aan en oorbellen in

Een vlaag van verstandsverbijstering?
Wanhoop?
Onvrede over de verkiezingen?
Angst voor ‘de islam’?
Gewoon depressief?
Met het verkeerde been uit bed gestapt?
Epilepsie?
Ze zag er niet ziek uit. En niet verward. Ze leek haast wel gewoon, met een vestje aan, het geverfde haar tot aan haar oren, het paarse brilmontuur en de blinkende oorbellen in het zonlicht. In een BMW. Zou ze de eigenaar zijn? Ik insinueerde niet dat vrouwen geen BMW kunnen hebben, ik was gewoon benieuwd. Misschien door de achteloosheid van de actie. Alsof het niets was. Alsof het non-verbaal wilde zeggen dat Hans eigenlijk gewoon een lul was omdat hij weer met zijn secretaresse lag te flikflooien, zóó cliché.

Misschien was ze wel een goede actrice, had ze dat paaltje geramd en gedacht: kut, net doen alsof het zo hoort

Zou Hans hem geleased hebben van de zaak?
Het leek haar niets te schelen.
Klik.
Misschien was ze ook wel een verdomd goede actrice. Had ze niet uitgekeken, het paaltje geramd en toen gedacht: kut, net doen alsof het zo hoort. Probeerde ze met een air van gewichtloosheid de derrière naar achteren te steken om vervolgens twee straten verderop linea recta de garage op te zoeken.
Misschien was het wel een of andere flauwe radio-dj die een jingle de ether in had geslingerd en daarmee die arme vrouw van slag had gebracht.
En zo dat paaltje had kapotgemaakt.
Maar stiekem hoop ik toch gewoon op die cliché-Hans.
En ben ik verdomd benieuwd naar zijn secretaresse.