Hoe gaat het eigenlijk met onze studenten-psychologen?
In het voorjaar van 2020 klonk het startschot voor de eerste drie studentenpsychologen in de geschiedenis van de Hanze. Nu kijkt het trio terug op bijna een jaar kortdurende begeleiding. ‘Een crisis doormaken is niet slecht, struggelen is gezond.’
‘Wacht even, ik heb het hier zo bij de hand.’ Esther van Essen kijkt even opzij, weg van het scherm van waarachter ze zit te beeldbellen. Een paar roffeltjes op het toetsenbord later klinkt het antwoord. ‘De caseload is 209.’
Egbert Hofhuis en Allard van Leeuwen weten waar Esther het over heeft. De caseload van nog geen jaar: de drie studentenpsychologen voerden gesprekken met 209 studenten van de Hanzehogeschool. Studenten met een mentaal probleem waarbij ze professionele hulp nodig hebben. Met één gesprek zijn zulke studenten er meestal niet, maar de problematiek moet ook weer niet zo complex zijn dat er meer dan vijf gesprekken nodig zijn.
Esther: ‘Onze opdracht is een kortdurende begeleiding. Wanneer we zien dat dat niet het volledige antwoord op de problematiek is, verwijzen we de student door.’
De afgelopen 5 jaar klonk de roep om méér aandacht voor studentenwelzijn steeds luider
Deskundigen schatten dat zo’n twintig procent van de studenten kampt met psychische problemen. Onrustbarend veel. Vrijwel de gehele onderwijswereld, tot en met minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs aan toe, vroeg de afgelopen vijf jaar steeds luider om méér aandacht voor studentenwelzijn. De studentenpsycholoog moet een gedeelte van het antwoord zijn.
Op de Hanze trad Esther van Essen op 1 maart aan als de eerste studentenpsycholoog in de geschiedenis van de Hanze, in april werd Egbert Hofhuis nummer twee. Ze kennen de Groningse hbo- studenten en hun omgeving goed. Esther was docent op de opleiding Toegepaste Psychologie en loopbaancoach bij stafbureau Human Resources. Egbert verdiende jarenlang zijn sporen als docent Gedrag & Communicatie en studieloopbaanbegeleider op de opleiding Fysiotherapie.
In maart zag Esther welgeteld één student in haar spreekkamer, lang was dat de enige
‘Toen ik in mei binnenkwam, was ik verbaasd over wat er allemaal al gebeurde’, herinnert Allard van Leeuwen zich. Allard begon zijn loopbaan als studentenpsycholoog op de Rijksuniversiteit Groningen en vervulde die functie tot vorig jaar aan de Universiteit van Amsterdam.
‘Verfrissend. Esther en Egbert zijn aanpakkers. Niet al te veel getheoretiseer… zo snel mogelijk met studenten om tafel.’
In maart, toen ze nog de enige studentenpsycholoog was, zag Esther welgeteld één student. Lang was dat de enige student die ze in de spreekkamer zou tegenkomen. (Moeten we het nog zeggen? 2020, corona, lockdown, ongekend en rare tijden.)
‘Het heeft me verrast’, zegt ze, ‘in het begin was ik huiverig. Een consult via een beeldscherm, is dat wel te doen? Maar al snel bleek het best goed te werken.’
Egbert ziet zelfs voordelen. ‘Voor bepaalde studenten werkt het beeldscherm juist drempelverlagend. Voor ons kan het ook nuttig zijn. Je ziet de studenten in hun eigen omgeving, de plek waar ze wonen en studeren.’
Allard gebruikt weleens stoelen om de student in gesprek met zichzelf te laten gaan
Maar dat heeft ook weer zo z’n nadelen, zegt Allard. ‘Het is natuurlijk niet de bedoeling dat huisgenoten meeluisteren bij zo’n gesprek. Gesprekken met ons zijn per definitie vertrouwelijk. De student moet dus een plek hebben waar hij vrijuit kan spreken. Er zijn studenten die zo’n plek gewoon niet hebben.’
Sommige stukken gereedschap van de psycholoog zijn domweg niet geschikt voor online gebruik. Stoelen, bijvoorbeeld. Allard gebruikt ze wel om de cliënt in gesprek met zichzelf te laten gaan. Hij laat ze van positie veranderen: op stoel A verwoordt de student de gevoelens van het kind dat hij was, op stoel B die van de student die hij nu is. Op dit gesprek zijn veel variaties mogelijk, maar met twee computerschermen ertussen… mwaah.
Trouwens, werpt Esther ertussen, laten we niet vergeten dat er ook nogal eens wat mankeert aan de internetverbinding bij online consulten.
Het was dan ook fijn toen in september het contact in levenden lijve weer mogelijk werd. ‘Dan ben je energetisch in dezelfde ruimte’, zegt Esther, ‘voor mij de beste situatie om met de student te werken.’
Egbert beaamt het. ‘Dat loopje samen. Een snelle reactie op een gebaar of opmerking.’
Het trio is het er snel over eens: ze kunnen best vertellen met welke problemen Hanzestudenten worstelen, want het zijn precies de problemen waar de pijn in de adolescentie vaak zit. Angst, paniek, somberheid, (studie-)stress, perfectionisme, zelfbeeldvraagstukken en mantelzorg.
‘Hieronder verstaan we ook zorgen over het welzijn van ouders, broertjes en zusjes’, zegt Allard. ‘Het is onderdeel van de grotere problematiek van het loskomen van het gezin. De adolescentie is dé levensfase waarin veel kwetsbaarheden zich openbaren.’
Egbert: ‘Ik stel weleens de vraag: “Hoe heb je het zo lang volgehouden?” Dat hoe is belangrijk’
Esther: ‘De oude routines worden wankel. Grenzen vallen weg, je bent zelf verantwoordelijk voor zo’n beetje alles. Als student neem je ineens een heel andere plaats in. In de nieuwe wereld gaat men ervan uit dat je voor jezelf kunt opkomen. Dingen die normaal voor je waren, blijken dat niet te zijn. Dat geldt zeker voor studenten die op kamers gaan.’
Egbert: ‘Iemand die in een onveilige thuissituatie is opgegroeid, stel ik vaak de vraag: “Hoe heb je het zo lang volgehouden?” Dat hoe is belangrijk. Daarachter schuilen de methoden die iemand gebruikt om met problemen om te gaan.’
Allard: ‘Het mooie van ons beroep is dat je de verbetering ziet. Je helpt studenten met de vragen waarmee ze worstelen. Je biedt ze instrumenten aan waarmee ze hun problemen te lijf kunnen gaan. Dit is een goed moment om het te benoemen: een crisis doormaken is niet slecht. Dat struggelen is zelfs gezond. Ieder mens krijgt hoe dan ook ooit te maken met tegenslagen. Je kunt leren ermee om te gaan. Dat is positief.’
Esther: ‘Precies. We zijn progressiegericht: wie of wat kan je helpen? We proberen te achterhalen waar de veerkracht van de studenten zit. En reken maar dat studenten daarover beschikken.’
Allard: ‘Het doorgronden van de problematiek is voor veel studenten niet zo moeilijk. Sterker nog, het is een veelgebruikte vermijdingsstrategie: ze proberen hun gevoelens weg te rationaliseren. Onze uitdaging bij zulke studenten is om ze aan te moedigen om te durven voelen.’
We willen bijdragen aan een onderwijscultuur die studenten weerbaarder maakt
Dik driekwart jaar zijn Egbert, Allard en Esther nu aan het werk. Eens in de twee weken bespreken ze tijdens een intervisiesessie hun ervaringen en zaken waar ze zelf mee worstelen.
‘Psychologie en counseling gaat altijd ook over je zelf’, zegt Egbert.
Allard: ‘Om dit werk goed te kunnen doen, is het belangrijk om te weten waar je eigen pijn zit.’
‘Een coach zet zichzelf in als instrument’, voegt Esther eraan toe. ‘Intervisie is de zaag scherpen.’
De studentenpsychologen willen zichzelf graag overbodig maken. Althans, naast hun werk in de spreekkamer zouden ze willen bijdragen aan het voorkomen van mentale-gezondheidsproblemen.
Esther: ‘Het zou goed zijn als meer mensen een rol kunnen spelen bij de preventie en het vroegtijdig signaleren van zulke problemen.’
Je hoeft niet te wachten totdat de mentale problemen urgent zijn
Allard: ‘We willen bijdragen aan een onderwijscultuur die studenten weerbaarder maakt. Een omgeving waarin iedereen die met studenten werkt, middelen heeft om de veerkracht van studenten te vergroten.’
Egbert: ‘De student van nu werkt later in een snel veranderende omgeving waarin hij zal moeten samenwerken met veel verschillende mensen. Om goed te kunnen samenwerken moet je weten wie je bent. Dat is een zoektocht en docenten zouden je daarbij kunnen helpen.’
Allard: ‘Je hoeft echt niet te wachten totdat de mentale problemen urgent zijn. Het is als het varen met een zeilschip. Bij kalme zee heb je meer tijd en ruimte om de scheurtjes in de zeilen op te sporen en te repareren.’
——————————————————–
Problemen?
Het eerste aanspreekpunt voor Hanzestudenten is de studieloopbaanbegeleider, die studenten de weg kan wijzen naar passende hulp. De studentendecanen reiken de helpende hand bij problematiek die te maken heeft met studie en studeren. De decanen zijn de aangewezen personen om studenten door te verwijzen naar de studentenpsychologen.
Decanen en psychologen maken deel uit van Hanze Student Support dat een ruim scala welzijnsbevorderende cursussen, trainingen en workshops aanbiedt.
Foto (fragment): Oliver Sjöström