Kleine speler.

Het was de eerste avond dat de nieuwe sjaarzen van de kroeg legaal bier mochten drinken. M’n clubgenoten en ik waren sinds de KEI-week niet meer op de kroeg geweest en hadden veel zin om ons woensdagavondritueel weer in de weekplanning op te nemen.

Enigszins aangeschoten kwamen we op de kroeg aan, de bekende bierlucht drong mijn neusgaten binnen. Om eerlijk te zijn vind ik niet eens meer stinken, voor mij ruikt het als ‘thuiskomen’. Misschien zegt dat meer over mij dan over de kroeg…
Een beetje lacherig liepen mijn clubgenoten en ik naar de bar en bestelden een biertje om vervolgens luidkeels de jaarliederen mee te zingen.

Ze snauwde dat ik door moest lopen… alsof ik voor m’n lol achter zo’n twintig lui stond te wachten

Het was druk op de kroeg. De trappen, die bedoeld zijn om snel over van verdieping te wisselen, stonden vol kletsende leden. Waarschijnlijk eerstejaars, anders hadden ze wel geweten dat dit niet de bedoeling is. Een meisje achter me snauwde dat ik door moest lopen. Alsof ik voor m’n lol achter zo’n twintig lui stond te wachten. Dit had ik in een heel jaar tijd niet meegemaakt. Ik liet het langs me heen gaan. Beneden bestelde ik nog een biertje. Rond een uur of één was ik er eigenlijk wel klaar mee. (‘Kleine speler’, zegt het stemmetje in je hoofd nu waarschijnlijk).
Ik liep de trap af naar de garderobe en weer belandde ik in een rij, meisjes die stonden te wachten voor de wc’s. Ik stak m’n arm uit om me soepel langs de rij naar m’n jas te kunnen wurmen. Het meisje voor me draaide haar hoofd om. ‘Wat denk jij te gaan doen?!’, zei ze met een arrogante blik. Ik kalmeerde mezelf met de gedachte dat de nieuwe sjaarzen waarschijnlijk gewoon even een avondje stoer moesten doen en dat het de rest van het jaar weer als vanouds zou zijn: gezellig en zonder arrogante bekkies.