Knippen en plakken.

Op de basisschool maakte ik mijn eerste, echte, werkstuk. Over baby’s. Ik knutselde het op mooie roze A3-papier waarvan ik meerdere bladzijden nodig had. Het werkstuk, dat veel foto’s, uitgeknipte plaatjes en glitters bevatte, veroorzaakte geen wereldwijde ophef en zelfs het Nederlandse parlement maakte er geen woorden aan vuil, maar ik kreeg wel een acht. Terecht ook.
Daarna brak het tijdperk aan waarin we de werkstukken op de computer mochten maken. Ik ging los, helemaal los. WordArt en Paint, fantastische kunstwerken en regenboogkleuren toverde ik tevoorschijn.

Stiekem geef ik al m’n (sub)titels een roze kleurtje, je bent een juffie of je bent het niet

Tegenwoordig denk ik steeds vaker terug aan die goede, oude tijd, toen WordArt je werkstuk nog kon maken of breken. Computervaardigheden noemden mijn docenten het, met een luxe woord. Lekker kwantitatief beoordelen. Stickertje erop en een grote krul erbij.
Vooral afgelopen half jaar komen deze nostalgische gevoelens naar boven. Tot vier uur ’s nachts zit ik essays te schrijven (plannen noemen we dat), in het Engels, met veertig-plus bronnen. Niet heel vermakelijk. Stiekem geef ik al m’n (sub)titels een roze kleurtje. Je bent een juffie of je bent het niet. Op dit moment heb ik aan roze en glitters gelukkig geen gebrek, omdat ik een maand in-between-houses zit.

In het dorp was m’n bike veilig, in Groningen ligt zelfs m’n ducttape-fiets aan een hangslot

Mijn ouders hebben me opgevangen en ik verblijf op mijn oude kinderkamer. De kinderkamer, die ik toen ik zeventien was, achteloos achterliet. Ondanks de verhuisdozen en de spullen van m’n ouders (die de ruimte als opslag gebruiken), waan ik me terug in de kindertijd. Er hangen mooie bloemetjes aan de muur en mijn grote knuffelbeer staat op de boekenkast. Ook wil ik hier mijn bekerkast noemen, tjokvol prijzen van de jaarlijkse playbackshow in het dorp.
Gezinsfolklore: op zaterdag hadden we vaak patat-dag. Met appelmoes. Al kan dat in Groningen natuurlijk ook. Maar ja, die goeie oude tijd. Ik ging op de fiets naar school en daar hoefde ik mijn bike niet met twee hangsloten te zekeren. Bij mijn ouders fietste ik op mijn fiets totdat ik hem ontgroeide. In Groningen fiets ik op een ducttape-fiets, die ik krampachtig en waarschijnlijk tevergeefs bescherm tegen dievenklauwen met een Hema-hangslot. Ondanks het zware leven, vol essays, volwassen woonruimte, patat-dag zonder ouders en een slechte fiets, ben ik wel erg blij met mijn leventje in Groningen. Al zou mijn studie er wel op leuker op worden wanneer we terug kunnen naar basisschoolniveau. Lekker punten bij elkaar sprokkelen met WordArt en uitgeknipte tijdschriftplaatjes.