Later als ik groot ben, word ik een man

Een paar jongens die ik ken zijn vorige week naar Noorwegen vertrokken, om daar vijf dagen te overleven in de wildernis. De bedoeling is om zichzelf vijf dagen te redden en zelf hun eten en onderdak te regelen. Het enige wat ze meenamen was een slaapzak, een slaapmatje, een antieke Nokia-mobiel en enkele blikken eten, mocht het echt mis gaan.
Naast dat het me een ontzettend gaaf idee leek, zag ik het mezelf niet snel doen. De mogelijke aanwezigheid van beren in de Noorse wildernis is voor mij al genoeg om niet te gaan. Tel daarbij op dat wanneer ik op dieren moet jagen voor mijn avondmaal, ik waarschijnlijk zo erg word overmand door empathie dat ik eerder verhonger dan dat ik een eekhoorntje de hersens insla.
Hoewel het in onze huidige samenleving totaal overbodig is om op zo’n dusdanige wijze zelfvoorzienend te zijn, heeft het wel iets mythisch.

Een echte man wurgt een beer met blote handen, roostert hem boven een eigengemaakt vuur en verorbert het van vet en bloed druipende vlees zonder bestek

De wildernis is het terrein van de alfa-man, de bebaarde, gespierde kerel die voor niks en niemand terugdeinst. Hij wurgt een beer met blote handen en steekt vervolgens een spies door diens reet om die te roosteren boven een zelfgemaakt vuur, waarna hij het van vet en bloed druipende vlees zonder bestek verorbert. Hij sticht zijn eigen stam, heeft meerdere vrouwen en geniet het respect van alle andere mannen.
Zo filosoferend bracht het mij op de vraag wanneer iemand nou een man is, laat staan zich een man voelt. Vrijwel ieder jongetje heeft vroeger iets gezegd in de trant van: ‘Mijn vader is de sterkste man die er is, en ik word later net zo sterk.’ Inmiddels is mijn vader niet meer de sterkste man die er is, maar een middelbare man van vijftig met een midlifecrisis, die zich uit in het kopen van bizarre hoeveelheden Mascolori-schoenen. Je weet wel, die veel te kleurrijke schoenen die onverenigbaar zijn met normaal uiterlijk vertoon.
Ben ik inmiddels de man, die mijn vroegere ik in mijn vader zag? Naar mijn idee niet. Ik kan een volle baard laten groeien, maar maakt dat me een man?  Of wordt het man-zijn simpelweg door leeftijd bepaald? Wanneer ik echter aan vrienden vraag of zij zichzelf als volwassen man zien, is het antwoord toch meestal iets in de richting van niet echt of gedeeltelijk, terwijl hun leeftijd varieert van pakweg 18 tot 25. Daarnaast doen ze ook mannelijke dingen, zoals bier drinken en achter de vrouwen aan in de kroeg. Wat is dan datgene waardoor ze zich, nog, geen man voelen? Persoonlijk denk ik dat het gebrek aan zelfvoorziening is. Want hoewel ik kan koken, mijn bed verschonen en de was kan doen, zou ik zonder de studiefinanciering en een financiële bijdrage van mijn ouders al snel vervallen tot de bedelstaf. Daarnaast ben je, denk ik, geneigd om jezelf altijd als onveranderlijk te zien. Eerlijk gezegd weet ik het ook niet. Wijsheid komt met de jaren, en het worden ongetwijfeld ook.
De jongens die naar Noorwegen gingen, komen vanmiddag terug. Let op hoe ik onbewust aan hen refereer als jongens. Misschien zijn ze veranderd in die paar dagen. Misschien zijn ze mannen geworden, daar in Noorwegen tussen de bomen en de beren.