Lekker genieten op de boot.

Na een middagje middenstanders op gehuurde bootjes zien voortglijden op ’t IJ, ging ik naar EYE aan ’t IJ om de nieuwe film van Woody Allen te bezichtigen. Een film over een leraar in een existentiële crisis die niet weet wat hij met zijn leven aan moet. De zongebruinde bolle kopjes op gehuurde sloepjes die zichzelf nog eens een glaasje goedkope ALDI-prosecco inschonken, schoten weer door m’n hoofd.
Terwijl ik wachtte zag ik drie kinderen van een jaar of acht spelen met een beamer die reageerde op beweging. Zodra de kinderen bewogen, spatte er een kleurenpalet uiteen op de muur. Alleen al de lol die de kinderen hadden maakte mijn dag al top. Het kleurenpalet op de muur was net zo verschillend als de kinderen zelf. Eentje sprak Arabisch, een ander Engels en weer een ander Nederlands. Nou verbaasde het me niet dat we tegenwoordig in een globaliserende wereld steeds meer met elkaar in contact komen, maar dat een achtjarig kind drie talen beheerste, dat ging m’n fantasie te boven.
En toch gebeurde het.

Ze zullen het best heel zwaar hebben, die luitjes in gammele bootjes, maar in Nederland is het gewoon te druk

Het simpele feit dat de kinderen elkaar begrepen, zorgde ervoor dat ze met elkaar konden spelen. De ene na de andere kleurenshow sprong op de muur en de kinderen speelden verscheidene spelletjes met elkaar. Een fascinerend schouwspel. Dat een beamer kon reageren op beweging was het resultaat van duizenden jaren technische ontwikkeling, dat was al mooi. Maar het beeld van drie kinderen die elkaar simpelweg begrepen en ondertussen taalbarrières slechtten alsof het niets was, greep me nog meer.
In Nederland kunnen we in onze eigen taal nog niet eens beheerst met elkaar omgaan. Hier moeten we met acties, politiek en witte of zwarte scholen onze geschillen uitvechten. Maar ondertussen begrijpen drie kinderen elkaar door een simpel knikje en creëren ze hun eigen kleine universum van plezier, zonder een seconde te letten op taal, kleur of een ander overbodig en zelf gecreëerd probleem.
Ik vraag me af wie, als hij deze kinderen ziet, het vuile lef heeft om te beginnen over een zwartepietenprobleem. Dat er in een ver verleden een onderscheid werd gemaakt tussen mensen met verschillende kleuren en dat zoiets racisme is, of juist niet.
Ik ben benieuwd wie het lef heeft om zulke kinderen, zo groen als gras, zo wit als melk en zo zwart als roet, bij te brengen dat al die vluchtelingen op die andere bootjes op de Middellandse Zee, het heel zwaar hebben, maar dat ze niet hierheen kunnen komen, omdat wij als land het dan te druk vinden worden. Ondertussen lurkend aan een sigaar op een gehuurd sloepje.
Misschien zijn dat wel de echte racisten, de schoften die de onschuld van het kind zelf niet erkennen en ze alle ‘volwassen’, maatschappelijke problemen bijbrengen. Laten we met zijn allen deze grote voorvechters van de nobele Hollandse moraal tijdens de eerstvolgende SAIL meenemen op de bootjes, sloepjes en schepen en ze met hun zongebruinde moralistische kopjes naar Spanje of Turkije brengen, als straf van Sinterklaas.

Hoe de film heette?
Irrational Man.