Meester Humor
Bij mij in de straat is een baby geboren en dat zal de buurt weten ook. De hele tuin staat vol met slingers, vlaggetjes en uiteraard een ooievaar. Op het raam staat met koeienletters JAXX.
Wie noemt zijn kind nou Jaxx? En spreek je Jaxx uit als Jaks van jakkes of als Djeks van jacks? Joost mag het weten. Of niet, als Jaxx het later maar weet.
Ik had het deze week met groep 6 over letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Zelf ben ik, bij wijze van spreken, gek op figuurlijk taalgebruik.
Wanneer Nicole haar vinger opsteekt zeg ik theatraal: ‘Nicole, ik hang aan je lippen!’
De rest van de meiden gilt het uit.
Een combiklas is soms flink aanpoten
‘Nou, nou, moet dat nou? Ik zet Nicole toch juist mooi in het zonnetje?’
Hang ik letterlijk aan Nicoles lippen? Zet ik Nicole letterlijk in de zon?
Nee dus, het is figuurlijk.
Wanneer ik groep 6 aan het werk heb gezet, ga ik verder met groep 5. Ik heb een combinatieklas en dat is soms flink aanpoten (niet letterlijk natuurlijk, je snapt hem, hè?).
Alles gaat dubbelop, dus ook een taalles.
In groep 5 hebben we het over de trappen van vergelijking.
Wie kan er een voorbeeld noemen dat we niet in het boek gelezen hebben?
‘Slim, slimmer, slimst!’, zegt Jos meteen.
‘Goed bedacht, Jos. Dat kwam vast in je op toen je mij zag, of niet?’
‘Flauw, flauwer en flauwst!’
‘Ah, meneer, die is flauw!’, reageert Ellen.
‘Prima, Ellen, noem jij het rijtje van flauw maar eens op, dan!’
En daar gaat Ellen.
‘Flauw, flauwer en flauwst!’
Humor in de klas brengen en ter plekke toepassen op de lesstof, is iets wat ik veel doe. Ja, de leerlingen worden er soms wat drukker van, maar het maakt ze ook enthousiast om te leren. En, niet geheel onbelangrijk, zo houd ik er voor mijzelf ook veel plezier in. Want er is al genoeg ellende in de wereld om je druk/drukker/drukst over te maken.
Photo by Stock Photography on Unsplash