Ga naar de inhoud

Mijn aller-, allerliefste huisbaas

Misschien is het niet zo slim om kostbare woorden te wijden aan de grootste parasiet van de studentenwereld, maar desondanks waag ik me eraan. Als er tenslotte één persoon is die structureel wordt ondergewaardeerd, dan is het wel de huisbaas, ook wel weinig vleiend huisjesmelker genoemd.
Voordat je nu zuchtend wegklikt, bedenk alsjeblieft welke geweldige mogelijkheden deze hardwerkende, nobele man je biedt: onbegrensde vrijheid.
Wat moeten we tenslotte zonder huisbazen? Zie je je studentenleven al voor je? Dagelijks tussen de forenzen het openbaar vervoer induiken, de trein om half acht of nog vroeger nemen. Als je geluk hebt bemachtig je een plekje in de bus of in de trein, na een worsteling waar je moet uitkijken dat je niet wordt vertrapt. De wetten van het openbaar vervoer in de ochtend zijn als die van Darwin: de sterkste overwint. De zwakkeren onder ons rest niets anders dan naast een kantoorslaaf in pak te staan, naast de geurmix van koffie, vroeg opstaan en sigaretten die uit de diepste krochten van zijn lijf wasemt. Om nog maar niet te spreken over de sterke AXE-geur die Sjaak van de fabriek met zich meedraagt.

Die dure kamers? Och… dat houdt het schorem in de buitenwijken

Om je een lang en ondraaglijk leven in de sportschool te besparen is op kamers gaan een welkom alternatief. Maar niet alleen daarom: probeer je eens voor te stellen hoe het zou zijn om al het moois dat Groningen biedt te laten schieten, hoe het zou zijn als je de rest van je leven aangewezen zou zijn op de plaatselijke kroeg of op de zuipketen in het dorpje waar je bent opgegroeid?
Het goede leven. Huisbazen maken het mogelijk. Deze moderne entrepreneurs zetten zich met ziel en zaligheid in voor de student, om in optima forma te excelleren in de stad die hij zo lief heeft. Dat de kamers zo duur zijn is nou eenmaal marktwerking: wanneer iedereen in het centrum wil wonen, is een prijs van 400 euro voor een kamer van twintig vierkante meter nou eenmaal geoorloofd om het schorem in de buitenwijken te houden. Om met Marlon Brando uit The Godfather te spreken: They are making an offer you can’t refuse.

Bij m’n huisbaas en z’n vrouw vergeleken waren Rutger Hauer en Monique van der Ven maar beschimmelde Hollandse aardbeien

Het menselijke contact tussen huurder en verhuurder is helaas al lange tijd weg. (Wie is toch die man die op zondag het vlees snijdt? Ken je die reclame?) Ik herinner me de vrolijke verhalen uit de tijd dat onze ouders nog studeerden, hoe ze lachend werden ontvangen door de vrolijke huisbaas, die zijn sleutelbos met 44 sleutels en een konijnenpootje aan zijn spijkerbroek had hangen. Vriendelijk vroeg hij of je zin had in een biertje, legde de gezelligheidsverhogende huisregels uit en hoe je contact met hem kon opnemen: te allen tijde! Vervolgens mijmerde hij gelukzalig over dat ene plaatje dat hem altijd deed denken aan z’n eigen studententijd. Hoe hij voor het eerst zijn huidige vrouw ontmoette, samen Turks Fruit kijkend op de bank, de borden met mosterdresten op de tafel. Rutger Hauer en Monique van de Ven waren slechts beschimmelde Hollandse aardbeien vergeleken bij hen. Ze neukten beter dan God.
Na alle gezelligheid werd het tijd om het contract te ondertekenen, terwijl hij in normaal ABN nog wat tips op een blaadje schreef: leuke kroegen en fantastische restaurants waar je echt een keer moest zijn geweest.
Herinner je je niet al deze geweldige verhalen?
Ik ook niet.