Pf… ik, uh… tja… naja, en toen dus: tada!
Onmisbaar en onvermijdelijk voor elke kunstenaar is inspiratie. Inspiratie leidt tot een idee en dat idee dan vervolgens tot een werk. Ik ben een boekenwurm, dus wanneer ik aan de slag ga met een opdracht kruip ik een boekenkast in. Daar dwaal ik over de planken, spring ik van kaft naar kaft en wurm ik me tussen de pagina’s door. Na de boeken volgen de films, de documentaires en de muziek. Zo heb ik een groot inspiratiebassin waarin ik kan zwemmen terwijl ik geduldig naar het inspiratiemoment toedobber. Inspiratiemoment ja, niet te verwarren met inspiratie zelf. Het inspiratiemoment is dat alles ineens op z’n plek valt, de magnetron zegt ping en er verschijnt een gloeilamp boven je hoofd.
Dit inspiratiemoment is een curieus fenomeen. En voor mijn gevoel ook iets wat me overkomt. En dan vooral onder de douche. De hele dag probeer ik de geniaalste ideeën uit m’n hersenen te persen en wanneer ik het opgeef en denk: nou, dan ga ik m’n haar wel wassen, dan is daar ineens die gloeilamp. Eigenlijk zoals het krijgen van borsten. Het ene moment is er nog niks, dan sta je onder de douche en ineens: tadaaa!
En dan kom je op Minerva en dan zet je braaf je inspiratiebronnen uiteen met associatiespinnen, schetsen en plaatjes, de hele mikmak. En dan vraagt je docent: Maar hoe kwam je hier nu precies op? ‘Pff.. tja.. Douche… Ik, uh… tja… Naja en toen dus: tadaaa!’ Waarna de docent terecht vraagt of het niet een tikkeltje concreter kan. Gelukkig las ik onlangs een artikel in de Volkskrant waarin hoogleraar Psychologie Carsten de Dreu uitlegde wat die douche nu zo magisch maakt. Om te komen tot een gloeilampmomentje moeten er nieuwe verbindingen worden gemaakt tussen delen van het geheugen. Dit gebeurt wanneer we rustig zijn. Die douche is dus helemaal niet zo magisch.
Derdejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten schrijft iedere week een column over Academie Minerva.