Ga naar de inhoud

Sally is geil

Het geweeklaag van haar nachtelijke miauwen houdt ons allemaal wakker. Onze poes is geil. Ontzettend geil. Botergeil. Het soort ontembare geilheid waarbij je bij god niet meer weet wat je met jezelf aan moet. Seks heeft ze nooit gehad, maar het is waarnaar ze heftig verlangt. Daar waar een willekeurig student hitsig wordt van een meter bier, schijnt het bij onze poes te komen door kunstlicht. Omdat ze nog niet naar buiten mag (in verband met ongewenste zwangerschap) krijgt haar hormonale huishouding het zwaar te verduren.

Wij, drie mannen, vinden het het ongemakkelijk om onze poes te voorzien van seksuele voorlichting

Haar schildklier snapt geen snars van het wisselende licht en besluit dat het tijd is voor seks. Baby’s maken. Al is ze technisch gesproken nog een kind, het is één en al katerpiemel waar ze naar verlangt.
Omdat ons huishouden bestaat uit drie mannen en we het ongemakkelijk vinden om onze poes te voorzien van seksuele voorlichting, snapt ze niet zo goed wat er aan de hand is. De geilheid heeft bezit van haar lichaam genomen. Ze is als een dronken twintiger in de Tapperij: onvast, met veel gekerm en schalkse blikken probeert ze met alles in haar omgeving de liefde te bedrijven. De zijkant van de bank, schoenen, voeten en benen van bezoekers, kussens en achtergelaten rugtassen. Vooral bezoek vindt ze fantastisch, want dan hoeft ze zich niet te schamen. Daar woont ze immers toch niet bij in huis.

In de nacht slapen we met één oog open, bang dat Sally ons tot onvrijwillige seks zal dwingen

Als er een keer iemand over de vloer komt, gaat het als volgt: allereerst poogt ze met sensueel gekir haar slachtoffer voor zich te winnen. Als haar gekreun geen reactie uitlokt, duwt ze zichzelf tegen armen en benen, waarna ze zich uiterst subtiel kantelt, de heupen naar boven duwt en de staart opzij. Op dit punt heeft het aanwezige gezelschap vrij zicht op haar kontgat. Om het af te maken schudt ze de heupen om aan te geven dat de weg naar bevruchting vrij is van obstakels.
In de nacht slapen we met één oog open. Bang dat Sally met haar kleine kattenpootjes de deur weet open te wurmen en ons dwingt tot onvrijwillige seks. Bang dat er straks godvrezende nakomelingen uit haar buik kruipen, die we uit nood maar in de kelder moeten grootbrengen met emmers slootwater en varkensdarmen. Tot de buurt het door begint te krijgen en onze duivelse schepsels de dood in jaagt met brandende toortsen en hooivorken. Je weet het niet, hè?
Onze poes is geil. Botergeil. Niks vervelender dan een geile poes die niet krijgt wat ze wil. Dus: naar de dierenarts. Hier heeft ze gevochten voor haar leven. Toen de arts onze poes wou verdoven, heeft ze zich als een leeuwin verdedigd, de complete behandelkamer ging overhoop. Wij als pappa’s apetrots, de dierenarts iets minder blij. Maar, eind goed, al goed. De sterilisatie is gelukt en onze poes is gekalmeerd. Lang leve de wetenschap.