Ga naar de inhoud

Samenklonterende problemen

Ze hebben ervaring, de AD’ers van de opleiding Ervaringsdeskundige in de Zorg, maar of dat helpt…  Een taaie cliënt blijft natuurlijk een taaie cliënt. ‘Indrukwekkend, dat geef ik jullie alvast terug.’

bijdeles_44A4583 (843x1200)

Een rokertje erbij, in het winterzonnetje, het is bijna half één. Na de les zit Annelies op een muurtje voor de Marie KamphuisBorg. ‘M’n baas vond deze opleiding echt iets voor mij. Zelf twijfelde ik. Nu voel ik me alsof ik in een voortrazende trein zit. Ik kan er niet uit, de deuren zitten op slot, maar tjongejonge, wat is het uitzicht verschrikkelijk mooi.’ Annelies is één van de veertig eerstejaars studenten Ervaringsdeskundige in de Zorg, een tweejarige Associate Degree opleiding (afgekort: AD) aan de Academie voor Sociale Studies. Wanneer ze straks het diploma op zak hebben, kunnen de AD-studenten instromen in het derde jaar van de hbo-deeltijdopleiding Social Work.

Iedereen die deze opleiding volgt, heeft een ontwrichtende ervaring in zijn of haar leven meegemaakt

De studenten zijn wat ouder dan gemiddeld, een aantal is zelfs ouder dan docente Dorien Fink (42). ‘Iedereen die deze opleiding volgt, heeft een ontwrichtende ervaring in zijn of haar leven meegemaakt’, licht Dorien toe voordat de les begint. ‘De kennis uit die ervaring zetten studenten in voor het herstelproces van een ander. In de opleiding leren de studenten hoe zij dat op professionele wijze kunnen doen.’ De studenten van deze deeltijdopleiding hebben allemaal een leerwerkplek in de zorg- en welzijnssector. ‘Zestien uur per week, minimaal. Op dinsdag zijn ze op school, van half tien tot half zes. Het is aanpoten, maar ze zijn erg gemotiveerd.’

Jullie hebben er veel werk in gestoken. Zelfs de afbeeldingen op de voorkant vertellen veel

Kwart voor elf, lokaal B0.05. De negentien studenten van deze groep kletsen bij. Dorien laat het eventjes gebeuren, dan legt ze de klas het zwijgen op door zachtjes pratend te vragen of er na de vorige les nog vragen zijn opgeborreld? Jazeker. ‘Wanneer krijgen we de cijfers voor ons reflectieverslag?’, wil Ronald weten. ‘Aanstaande maandag, vóór vijf uur ’s middags. Jullie hebben er veel werk in gestoken. Zelfs de afbeeldingen op de voorkant vertellen veel. Indrukwekkend. Dat geef ik jullie alvast terug.’
Omdat ze zelf ervaring met hulpverlening hebben, kunnen ervaringsdeskundigen zich goed in de cliënten verplaatsen. Maar dat is een voordeel waaraan nadelen kunnen kleven. Zo kunnen zij té snel adviezen geven over wat hen zelf heeft geholpen om problemen te overwinnen.
Esther en Marianne willen daar wel mee oefenen.
‘Ga maar lekker zitten’, zegt Esther, ‘wil je wat drinken?’
Nee, Marianne brandt liever meteen los.
‘Wat wil ik nog? Wat doe ik hier nog? Ik sta er helemaal alleen voor. M’n dochter heeft me nodig, maar als zij er niet was… Dan zie ik daar ineens dat mes liggen en denk ik… ik weet niet wat ik dan denk. Tussen mij en m’n man gaat het ook helemaal niet goed. Moet ik niet bij hem weg? Zo is het toch ook allemaal niks? Maar ik kan niet weg. Ik moet alles doen, binnen, buiten, overal.’
‘Ik zie’, zegt Esther, ‘dat er veel op je schouders ligt, dat je lontje bijna opgebrand is. Dat begrijp ik heel goed. Zou het een idee zijn om een deel van je taken aan iemand anders over te dragen?’
Marianne wil er niet aan.

Soms wou ik dat ik er niet meer was. Maar wie legt er nou een mes zo voor het grijpen?

‘Jullie willen me laten opnemen, dat weet ik wel. Maar m’n dochter gaat immers naar school. Ik moet haar brengen. Dat moet ik doen, ze accepteert niemand anders, anders gaat het fout. Dat kan niet als ik er niet ben. Soms wou ik dat ik er niet meer was. Maar wie legt er nou een mes zo voor het grijpen?’
Esther blijft proberen de samenklonterende problemen in behapbare porties te hakken. De klas steekt er de loftrompet over.

Sylvia: ‘Je parafraseerde erg goed, je samenvattingen waren steeds de spijker op de kop.’
Stephanie: ‘Open, vriendelijk en warm. Ik begrijp het, zei je, en dan voelde je dat ook.’
Willem: ‘Eén ding kan beter. Soms zat je met je armen over elkaar, dat is niet uitnodigend.’

Linda: ‘Je boorde je er zelf in, je wilde echt iets doorbreken. Dat lukte niet, maar meer kon je niet bereiken.’

Marianne: ‘Daar heb je gelijk in. Ik speelde echt iemand die hoog op het crisisbord staat, een taaie cliënt.’

Foto: Luuk Steemers