Sporten met Arie.

Vorige week zag ik Arie Boomsma op televisie praten over sporten. In Aries wereld is niks te gek: hij schrijft boeken, presenteert, runt een sportschool en bovenal: hij sport. Voor Arie is sport het belangrijkste wat hij kan doen. Arie merkt het zelfs als hij een aantal dagen niet sport, dan is hij geprikkeld, licht-geïrriteerd en voelt hij zich ongemakkelijk.
Voor mij was het gesprek inspirerend. Arie heeft een goede mix: hij is lang, slim, sociaal, ongelooflijk gespierd en gelovig. Ook heeft Arie zijn hele lichaam onder getatoeëerd. En dan niet zomaar ik-spaar-mijn-zakgeld-op-en-kies-een-originele-Latijnse-tekst-uit-tattoo, nee, Arie heeft heuse Charlie Hebdo-tekeningen op zijn lichaam.

Vogels en het geluid van de wind die de takken van de esdoorns en beuken in vervoering brachten, scheidden mij van absolute, heerlijke stilte

Arie, zijn motivatie werkte aanstekelijk: dat sporten, dat wil ik ook. Vol goede moed besloot ik om een avondje coma-zuipen te negeren om zondagochtend om half acht fris en fruitig buiten te staan. Vanuit mijn residentie in de Schilderswijk, besloot ik om het mooie Groningen in volle glorie te aanschouwen op de vroege ochtend. Terwijl de snijdende wind op mijn gezicht sloeg, koos ik koers naar Zernike. De klanken van Ella Fitzgeralds Dream a Little Dream of Me begeleidden me op mijn tocht over de trottoirs van de Prinsesseweg, waar de eerste buschauffeurs hun diensten reden.
Op de vroege ochtend voel je je even heerlijk alleen. Geen hond op straat, geen voorbij zoevende auto’s, maar slechts bakstenen huizen en verpauperde fietsen. Ik verhoogde mijn tempo en liep naar Paddepoel, waar ik de stoeptegels inwisselde voor het rode asfalt van het fietspad. Ondertussen werden mijn hersenen zich bewust van de signalen die mijn benen wanhopige doorseinden: even rust. Terwijl mijn vingertoppen de achterkant van mijn hoofd aanraakten, klonken de klanken van Come fly with me van Frank Sinatra op uit mijn oordopjes. Een betere motivatie kon ik niet krijgen. Mijn benen trokken zich weer op en lieten de wereld om mij heen in rap tempo achter zich. Op de momenten dat mijn voeten zich lostrokken van de grond onder mij voelde ik me daadwerkelijk alsof ik even met Frank meevloog. Soms is er niets mooiers dan je identificeren met muziek.

Is dit dan geluk, mijmerde ik in volle galop

Eenmaal bij het Noorderstation aangekomen, zag ik een verdwaalde jongen van mijn leeftijd strompelend de andere kant op lopen. Een rare gewaarwording. Ogenschijnlijk vertoonden we veel gelijkenissen, maar onze gedachten moesten wel totaal verschillen. De zijne waren verdwaasd, dronken en gefocust op seks of eten, de mijne helder, fris en gefocust op het genieten van de heerlijke rust op een vroege zondagochtend: bedankt, Arie!
In het Noorderplantsoen hoorde ik het snerpende geluid uit de snavels van eenden. Een opa met (hopelijk) z’n kleinkind voerde ze een zak brood. Als wilde hyena’s stortten de neefjes van Donald Duck zich op de kruimels. Mijn tocht ging voort. Slechts een paar vogels en het geluid van de wind die de takken van de esdoorns en beuken in vervoering brachten, scheidden mij van absolute, heerlijke stilte. Ik genoot. Voor heel eventjes voelde ik me vrij.De alledaagse ellende die oorverdovend hard je hersenen binnen stampt, ging aan me voorbij. De relatieve stilte in het bos omarmde mijn gemoedstoestand als een slok water in een woestijn. Is dit dan geluk, mijmerde ik in volle galop. Op een vraag die niet beantwoord kon worden, moest je geen antwoord willen.
Voordat ik het door had werd mijn mentale verrukking aan flarden gescheurd door drie barbaren op slippende brommertjes. Als een weerloze vrouw lag moeder natuur op haar rug, terwijl de drie brommers haar onschuld in een fractie van een seconde moedwillig verkrachtten. Voor heel even was er sprake van sereniteit geweest, tot op het moment waarop de Gillera Runnertjes mij hardhandig teruggooiden in de alledaagse malaise. Eenmaal in mijn straat aangekomen zag ik een stelletje zoenend bij een voordeur staan, met naast hun een plas kots. De romantiek van een studentenbuurt in een notendop. Glimlachend werk ik mijn cooling-down af, voordat ik een heerlijke douche zou kunnen. Op mijn mobiel zag ik dat het negen uur was: topfit en de hele dag nog voor me.

Wat moet Arie Boomsma een kutstudententijd hebben gehad.