Stamppotdollars.

Het was het eerste wat hij zich herinnerde van het vliegveld van Milwaukee, Wisconsin. Een kauwgombalautomaat. Een grote rode kauwgomballenautomaat. Als fervent Elvis-liefhebber had hij drie maanden lopen zwoegen op de mensa van de universiteit van de TU Delft. Zijn werk daar richtte zich op twee types grote bakken. Bakken met aardappelen, spek en ui, en bakken boerenkool waarin zich rookworst bevond. Aardappelen en boerenkool apart. Dat vond hij apart, hij snapte het niet. Ergens in de tweede maand besloot hij om alles in één bak te mengen. Toen was er al snel een jongen komen klagen. Die jongen wilde alleen boerenkool, géén aardappelen.

Niemand snapte zijn fascinatie voor die mafkees die zijn kruis te pas en te onpas gebruikte

Het was 1957.
Hij had de jongen nog nooit eerder gezien, laat staan geholpen.
In die drie maanden van verwende jochies eten serveren uit grote, stalen bakken had hij een troostende gedachte, eentje die voor de meeste Amerikanen een schrikbeeld was: Milwaukee. Niemand snapte zijn fascinatie voor die mafkees die zijn kruis te pas en te onpas gebruikte en hitserig de verloedering symboliseerde van de jeugd. Maar het ging hem niet om dat kruis. Dat kruis had hij lang genoeg gezien bij zijn opa en oma, waar het kruisje boven de deur hem herinnerde aan de conservatieve opvoeding die, via zijn ouders, hem had gebracht tot waar hij nu nog steeds elke zondag te zien was. De kerk.

Het was de derde keer dat hij zijn stampottendollars gebruikte, nu voor een flesje Budweiser

De lp’s die hij op zijn platenspeler beluisterde, kocht hij vaak op donderdag, vlak voor het scheppen uit de bakken. Lp’s die zachtjes klonken op de zolderkamer. Alleen, was hij, met z’n muziek.
En toen ineens die grote rode kauwgomballenautomaat in de bar naast de pooltafel en de jukebox. Milwaukee. Was hij zenuwachtig of enthousiast, hij weet het niet meer. Het was, na de taxi en het motel, de derde keer dat hij zijn stampottendollars gebruikte, nu voor een flesje Budweiser. Zenuwachtig en in het halfbakken Engels dat hij van de Canadese vriend van zijn nicht had geleerd, bestelde hij het bier en legde drie keer het gezicht van Lincoln op tafel. Van zijn change kocht hij een kauwgombal. En het was juist die kauwgombal die hij kwijt was geraakt toen ik tegen hem op botste terwijl ik aan het fietsen en appen tegelijkertijd was.
Het appwetje van minister Schultz van Haegen is een zegen.