Streepje voor
Toen ik twee week geleden klaar was met mijn tentamens, was het natuurlijk tijd voor ontspanning. Even lekker alles wat je de afgelopen tijd hebt geleerd vakkundig wegzuipen, zuipen totdat je denkt dat Gorbatsjov een Russisch wodkamerk is. Toen ik bezig was met dit ritueel werd er om half één ’s nachts aan de deur geklopt. Ondanks dat de pepernoten al in de winkel liggen, leek het me sterk dat Sinterklaas er nu al was. Daarnaast schijnt de goedheiligman ook met enige personele problemen te kampen. Ik besloot niet open te doen en de muziek maar wat decibel omhoog te gooien, zodat naast mijn lever ook mijn trommelvliezen een flinke opdoffer kregen.
Achteraf bleek het meneer Van Dalen geweest te zijn, van een paar huizen verderop. Meneer Van Dalen is een treurig geval. Zijn vrouw heeft hem bedrogen met de buurman, hij heeft geen familie meer en de buurt kotst hem uit. Toch kan meneer Van Dalen er zelf weinig aan doen, hij probeert vrijwel alles goed te doen. Zo biedt hij collectanten altijd een kopje thee aan, hij groet iedereen als hij met zijn hond wandelt en hij is zelfs in staat om zijn vrouw te vergeven.
Het is allemaal tevergeefs. Elke keer blijft de gehoopte respons uit, en als er al eens een antwoord komt, dan is het vaak de doffe knal van het dichtslaan van de deur. Maar meestal wordt die deur überhaupt niet opengedaan als men vermoedt dat hij ervoor staat.
Eigenlijk bewonder ik meneer Van Dalen om zijn doorzettingsvermogen, als ik hem weer eens naar zijn huisje zie sjokken met een zak appels, die gezien zijn levensloop vast zuur zullen zijn. Maar toch, toch houd ook ik de deur dicht als ik weet dat het meneer Van Dalen is.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd, zette ik de televisie aan: ebola, Guus Hiddink, ouderenverzorging. Alle dagelijkse ellende kwam oorverdovend hard uit de oogverblindend mooie mond van Dionne Stax, alsof ik naar een opera keek begeleid door heavy metal. Toen ik de grote ogen van de Afrikaanse kinderen zag, dacht ik ineens weer aan meneer Van Dalen. Net als hij schreeuwden deze kinderen om hulp, om een beetje aandacht, om een beetje liefde. Ook Guus Hiddink leek ineens verdomd veel op die suffe oude man die op de deur bonkte, schreeuwend, smekend om een beetje aandacht, een beetje begrip. Mensen horen hem wel, maar reageren niet. En als Guus Hiddink daar dan wat over zegt, dan valt iedereen over hem heen, net als de deur die bij meneer Van Dalen met een doffe knal wordt dichtgeslagen. Meneer Van Dalen is de hopeloze stumper, die giechelend het meisje aanhoort waar hij al jaren verliefd op is, maar die hem niet ziet staan. Meneer Van Dalen is als de dronken student die in de kroeg een meisje probeert te versieren, maar die alleen maar wordt uitgelachen. Hij is als de zwerver met de straatkrant, waar iedereen met een stalen gezicht langsloopt. Meneer Van Dalen is als een voetballer die schreeuwt om een strafschop, maar die niet krijgt.
Eigenlijk zijn we allemaal een beetje meneer Van Dalen, schreeuwend om aandacht, om erkenning, om een beetje begrip of liefde, we worden wel gehoord, maar er wordt niet op gereageerd. In dat opzicht heeft meneer Van Dalen een streepje voor, hij maakt het al jaren mee en heeft er mee kunnen leren leven, voor ons begint het allemaal pas. Misschien is dat iets wat het wereldprobleem van de twee blauwe streepjes bij whatsapp ons kan leren: misschien voelen we nu allemaal wel eens wat meneer Van Dalen voelt, en misschien kan het ons ook helpen. Door een keer daadwerkelijk te luisteren en te reageren op mensen, in plaats van er louter overheen te schreeuwen. Misschien, heel misschien, krijgen we dan ook wat meer begrip voor elkaar. Meneer Van Dalen wacht nog steeds op antwoord, maar misschien heeft hij nu wel een (blauw) streepje voor.