Ga naar de inhoud

Tante Betje en het Hanzelustrumboek

tantebetjeBehalve de hbo-lectrix die verklaarde dat ze liever in het buitenland vertoefde omdat ze zich daar professor mag noemen (‘Gerechtigheid!’), heb ik nooit een wonderlijker vrouw gekend dan tante Betje.
Tantje Betje was de schrik van Frickdorp. Ze leed aan in plotse vlagen opkomende woedebuien waarin het verwensingen regende op de passanten van haar verslonsde huis waar de muizen vrij spel hadden in de wat tante Betje antiek noemde verzameling oude troep. Als tante Betje met haar handen op de angstaanjagend dikke welvingen in haar zij in haar tuintje stond, maakten de dorpelingen graag een blokje om om haar getier en geraas te ontwijken.
Aan de andere kant, voor sommige argeloze dorpsbewoners had tante Betje een genegenheid opgevat die even onverklaarbaar en stuimig was als haar denderende galspuwerij. Ook het gezin Frick viel deze eer te beurt.

Ik herinner mij die keer dat Betje – ‘Toch een mens’, verklaarde mijn vader vooraf – een sinterklaasavond bij ons doorbracht. Pakjesavond. Van de pakjes die de opeenvolgende kinderen Frick uit de zak opduikelden, was meer dan de helft bestemd voor tante Betje. Een beetje raar. Ze had ze hoogstpersoonlijk in de zak gestopt. Ieder presentje ging vergezeld van een rijmpje dat ze kraaiend van de pret voorlas. Die rijmpjes openbaarden de vrolijke kijk die tante Betje, toch wel onverwacht, op zichzelf bleek te hebben.

Overal in Frickdorp kun je de mensen horen zaggen,
Met tante Betje is het altijd geblazen lachen.

Toen ik het lustrumboek van de Hanzehogeschool doorbladerde, moest ik heel even aan het heerlijke avondje met tante Betje denken.