Vies tussen de lakens.

Ik heb een broertje dood aan bedden opmaken. Voor mij is het een allergie. Op mijn eigen kamer, als ik het winterdekbed tevoorschijn moet halen, ben ik al aan het janken voordat ik überhaupt een kussensloop heb verwisseld. Het overvalt me, zelfs als alles mee zit, als alles mooi is, als de wereld de hemel is, toch janken.
Ik herinner me Florence. Lekker eten, lekker weer, prachtige stad. Het Uffizi, mooie vrouwen, de rivier de Arno waarover de mooie oude brug ligt, de Ponte Vecchio. Michelangelo, de Medici.

Met een beeldschoon meisje op het dak, we dronken wijn uit de fles en keken uit over Florence

De lekkerste broodjes die je in je leven zult eten, vind je aan de Via dei Neri, in een zaak met de fraaie naam All’Antico Vinaio (wat toch iets minder schimmelig klinkt dan bij de stokoude wijnhandelaar). Met een beeldschoon meisje genoot ik van onze kamer met toegang tot het dak. Op de dakpannen dronken we goedkope wijn uit de fles en keken uit over Florence. We bevonden ons op een steenworp afstand van de Tempio Maggiore Israelitico, de grote synagoge. Boven ons schenen sterren, afgewisseld met vliegtuiglampjes die vertrokken van aeroporto Peretola Firenze. Maar toch, ook hier, in dit paradijs, waren dekbedden.

Je mag tien jaar over je studie doen, maar je moet eens in de twee weken je dekbed verschonen

Flikker op met je dekbedovertrek. Ik krijg spontaan uitslag over mijn hele lichaam bij de dekbedovertrekreclame van de Leen Bakker. Rot op, zoek een hobby. Je mag tien jaar over je studie doen, maar je moet minimaal een keer in de twee weken je dekbed verschonen. Onze aloude, geliefde knuffelprins Bernhard kroop volgens een nieuwe studie bij alles wat ook maar bewoog onder het dekbed, maar ook dat dekbed werd eens in de veertien dagen verschoond. Onze kroonprinses krijgt een toelage van 250.000 euro, dat is 64.103 kratjes aan statiegeld. Behoorlijk wat pils voor een achttienjarige. Maar in de zes slaapkamers van haar studentenappartementje zullen de dekbedden om de 336 uur verschoond moeten worden.

Zelfs in het bloedhete zweetkamertje van die dwergvrouw, moest ik het dekbed verschonen

Ik denk aan Bologna. Bloedheet, hartje zomer, in een kamer met een knoflookgeur en zulke zinderende hitte dat de bananen spontaan recht werden. Als ik in bed lag leek het alsof ik zat te baden in de Reno, met boven me een schilderij van een hele harige vagina, waarbij ik de angst had dat het een zelfportret was van de dwergvrouw waar ik de kamer van huurde. Maar ook daar moest ik mijn dekbed verschonen.
Ik snap best dat het een hygiënekwestie is, dat je allemaal bedbugs, HIV, cholera, vijftien verschillende soorten kanker en veertig naaktslakken kunt aantreffen als je een dekbed niet verschoont, maar laat me lekker, laat me lekker met rust.
En laat me alsjeblieft zelf bepalen wanneer ik van dekbedovertrek wissel.