Voetbal is vrede.

Ik weet het nog goed. Als tienjarig jochie mocht ik voor het eerst in mijn leven de magische grens van tien uur overschrijden voor ik naar bed ging, en nog beter: het was doordeweeks. Op woensdag 23 april 2003 zat ik met een kopje thee aan de beeldbuis gekluisterd, volledig overgeleverd aan de stem van Frank Snoeks voor een magisch avondje Champions League. Mijn helden uit Amsterdam namen het op tegen de Italiaanse Rossoneri met voetballers die bijnamen hadden als Super Pippo (Filippo Inzaghi), Il Capitano (Paolo Maldini), Vento dell’Est (Andriy Shevchenko) en The Maestro (Rui Costa). Machtige namen, machtige mannen. Het vormde een schril contrast met de kleuterklas uit Amsterdam tegenover ze, die met bijnamen als Kabouter Wesley (Wesley Sneijder), De Man van Glas (Jari Litmanen), Alladin (Nourdin Boukhari) en Ibracadabra (Zlatan Ibrahimovic) eerder deed denken aan een Disneyfilm.

Een ex-Feyenoorder die een totaal onschuldig tienjarig jochie opzadelt met een trauma zonder weerga

Nee, dan de Italianen, daar stond wat op het veld: rustig, beheerst en ijzingwekkend kalm stonden ze te wachten op het fluitsignaal van de dienstdoende scheidsrechter, waarvan het beroep van zijn moeder binnen de kortste keren onderwerp van discussie was in menig Nederlands huiskamer. Zodra de scheidsrechter het zwarte fluitje in zijn mond nam en zo de bal in beweging bracht namen mijn zenuwen me gedurende negentig minuten volledig in gijzeling. Helder nadenken kon niet meer, gevangen in de beeldbuis waar zich de strijd tussen 22 spelers om de bal in een doel te krijgen afspeelde. Het wedstrijdverloop ging als een pingpongduel, tik, 1-0, tak 1-1, tik 2-1, tak 2-2, tik 3-2. En toen bleef de respons uit. Alsof de grond onder mijn voeten vandaan zakte bezorgde John-Dal Tomasson (nota bene voormalig Feyenoorder) in de eenennegentigste minuut een tienjarig onschuldig jochie een trauma dat zijn weerga niet kende. Woest, vernederd, onrecht: een wervelwind van emoties borrelden de tranen in mijn ogen op en lieten mij gedesillusioneerd achter, de Ajax-mok trillend in mijn handen.

In onze voetbalretoriek vergeten we zelfs de dubbele ladingen: ‘Duitsers vegen arm Oekraïne van de kaart’

Zonder te overdrijven denk ik dat voetbaltrauma’s een onderschat probleem zijn in onze samenleving. Voetbal is oorlog en zo wordt het ook beleefd: aanvallen, ingraven, verdedigingslinie, een wanhoopsoffensief. De oorlogsretoriek is dusdanig inherent aan het voetbal dat we dubbele ladingen vergeten: ‘machtige Duitsers die de arme Oekraïners van de kaart vegen’. Maar ook in ons land hebben we zo onze ervaringen. Zo heeft Dick Advocaat zich in 2004 met speels gemak als staatsvijand nummer één gepositioneerd door de weergaloze Arjen Robben tijdens het EK 2004 te wisselen voor de boswachter Paul Bosvelt. Diezelfde Arjen Robben trouwens die in 2010 een nieuw nationaal trauma veroorzaakte door in plaats van zichzelf tot koning der Nederlanden te kronen de bal tegen de teennagels van Iker Cassilas te schieten. Een centimeter of twee was Robben verwijderd van een status in de geschiedenisboeken van grootste Nederlander aller tijden: Arjen van Oranje.

Louis van Gaal liet het gehele multiculturele vraagstuk een zomer lang verdwijnen als sneeuw voor de tropenzon

Afgelopen jaar liet Louis van Gaal een zomer lang het gehele multiculturele probleem in verdwijnen als sneeuw voor de tropenzon: waar je ook liep, iedereen was gelijk. Of je nou christen, moslim, boeddhist, Duitser of VVD’er was, je hoorde erbij. Pleinen over het hele land waren afgeladen met mensen, cafés puilden uit, de kratten Heineken waren uitverkocht, de economie beleefde een kortstondig hoogtepunt. Daarom pleit ik voor een ingrijpende maatregel: laten we stoppen met het sluiten van deals met criminelen, laten we investeren in het Nederlands Elftal. Tenslotte bindt binnen Nederland niks ons zo zeer als dat maffe spel tussen 22 mannen en een bal. Sociaal, cultureel, economisch en politiek gezien speelt Guus Geluk een niet te onderschatten rol in ons land. Dus bij dezen: investeer in een groeioperatie voor Wesley Sneijder, een levenselixer voor Arjen Robben, ontwikkel lenzen voor Robin van Persie en biedt Nigel de Jong een woedetherapie aan.

En vergeet niet het bonnetje.