Ga naar de inhoud

Voor de klas: Anita Bruens–van der Wijk

In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Anita Bruens–van der Wijk werkt bijna dertien jaar bij de Hanze en geeft binnen de opleiding Vastgoed en Makelaardij verschillende juridische vakken. ‘We moeten toe naar onderwijs dat meer op het type student is afgestemd.’

Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Ik werk bij een hele mooie opleiding, als jurist kan ik het recht mooi in context plaatsen. De vastgoedwereld is heel concreet, bij het aan- en verkopen van een woning kunnen studenten zich veel voorstellen. Ik kan dus gebruikmaken van leuke casussen die nauw aansluiten op de praktijk. Ik vind het ook heel mooi en belangrijk om een goede leeromgeving voor studenten te creëren, om het voor elkaar te krijgen dat ze op een prettige en veilige manier kunnen leren. Dat is voor iedere klas weer anders.

Bij eerstejaars zie ik veel chaos in hun hoofden, ze zijn in het begin vaak wat overweldigd

Het is altijd weer aftasten om er achter te komen wat voor klas je voor je hebt en welke dynamiek er heerst. Ik probeer altijd goed uit te zoeken wat ik kan doen om ervoor te zorgen dat iedereen zich betrokken voelt bij de les en niet bang is om mee te doen. Bij eerstejaars zie ik veel chaos in hun hoofden, ze zijn in het begin vaak wat overweldigd. Ik vind het heel mooi dat ik een bijdrage kan leveren aan het brengen van orde in deze chaos, door dingen in context te plaatsen en te categoriseren.’

Als je iets kon veranderen aan het hoger onderwijs, wat zou dat dan zijn?
‘Ik zou het mooi vinden als we als collega’s onderling meer gaan leven naar de uitdrukking practice what you preach. We vinden het heel belangrijk dat studenten veel samenwerken en openstaan om van elkaar te leren. Ik vind dat docenten dit zelf ook meer zouden mogen doen. Je bent hier in een omgeving met heel veel professionals om je heen, die kunnen zo veel van elkaar leren, maar dat gebeurt nog te weinig. Dit wordt deels belemmerd door de werkuren die iedere docent krijgt. Maar toch, het is juist leuk om bij collega-docenten de kunst af te kijken in de klas en bij vraagstukken waarvan je niet weet hoe je ze aan zou moeten pakken aan anderen te vragen hoe zij ermee omgaan. Dit zouden we veel meer moeten doen. Daarnaast zou ik mijn onderwijs sneller aan willen kunnen passen op de lespraktijk, zonder dat dit eerst door verschillende organisatielagen beoordeeld moet worden.’

Wat kenmerkt jou als docent?
‘Ik heb goed zicht op de verschillende leerwijzen van de studenten. Je hebt studenten die leren door te doen en je hebt studenten die eerst lezen en  informatie samen willen vatten voor ze met casussen aan de slag gaan. Iedere soort student vaart het beste bij een andere lesvorm. Dat moet je in de klas wel in de gaten hebben.

Het allerliefst zou ik mijn lessen nog veel meer personaliseren en een toegepast programma aanbieden per soort student

Je hebt altijd studenten met verschillende leerwijzen in je klas zitten. Ik speel hier op in door af te wisselen in de lesvormen die ik gebruik. Het allerliefst zou ik mijn lessen nog veel meer personaliseren en een toegepast programma aanbieden per soort student. Naast de verschillen in leerwijzes heb je namelijk ook het maken met verschillen in niveau. Helaas ontbreekt het aan tijd om zo gedifferentieerd les te kunnen geven, ik zou het heel graag doen.’

Wat is kenmerkend voor jouw manier van lesgeven?
‘Bij les twee heb ik al alle namen van de studenten in mijn hoofd. Ik merk dat dit heel goed werkt, omdat je hiermee studenten het gevoel geeft dat je energie in ze steekt. Die betrokkenheid van docenten vinden ze volgens mij heel fijn. Studenten vinden het belangrijk om korte lijntjes te hebben. Als je alle namen kent, kun je studenten ook gewoon makkelijker bij de lessen betrekken wanneer je ze aanspreekt. Daarnaast heb ik wel PowerPoints, maar gebruik ik ze nauwelijks in mijn lessen, ze dienen meer als naslagwerk. Mijn lessen zijn zeer vraaggestuurd. Ik loop door de klas en stel mijn studenten steeds vragen. Op deze manier houd ik ze bij de les. Ik ben ook heel bewegelijk, het ene moment sta ik voorin de klas en het andere moment achterin.’

Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘Ik werk hier al ruim twaalf jaar en dat is niet zonder reden. Mijn werk is super afwisselend, geen dag is hetzelfde. Ik ga altijd met heel veel plezier naar mijn werk. Iedereen hier heeft de studenten op nummer één staan en we zijn allemaal op een enthousiaste wijze met de inhoud van ons vak bezig.

Veel docenten blijven heel lang lesgeven binnen het hbo, maar het is wel heel belangrijk dat ze aandacht blijven hebben voor de praktijk.

Hier werken allemaal professionals die de onderwijskwaliteit en de studenten hoog in het vaandel hebben staan. Ik ben ook heel trots op hoe de examencommissie voor het hele Instituut voor Bedrijfskunde werkt. Het is een mooie club waarbij het contact tussen de verschillende teamleiders en de dean heel erg goed is. We streven echt naar een hoge kwaliteit van de examens.’

Wat zou beter kunnen?
‘Veel docenten blijven heel lang lesgeven binnen het hbo, dat is mooi, maar het is wel heel belangrijk dat ze aandacht blijven hebben voor de praktijk. Dat is immers de kern van het onderwijs op het hbo, praktijkgericht onderwijs. Dus het is heel belangrijk dat docenten hun programma en de inhoud van de lessen aanpassen op de praktijk.

Ik geloof niet dat lesgeven in grote klassen de beste vorm is

Docenten moeten weten wat daar gebeurt. Doordat ze hiervoor te weinig uren beschikbaar hebben, doen veel docenten dit niet. Ze hebben dan wel veel ervaring en expertise, maar zouden meer moeten letten op of dit ook allemaal up-to-date is. Daar zou meer aandacht voor moeten zijn. Ik zie het bij mezelf ook, ik zou zelf bijvoorbeeld vaker met makelaars in gesprek moeten gaan om te weten welke kennis studenten in het werkveld echt nodig gaan hebben.’

Hoe ziet jou ideale hogeschool eruit?
‘Het zou fijn zijn als de fysieke lesruimtes die beschikbaar zijn meer worden aangepast aan gepersonaliseerd leren. Ik zou graag meer kleine ruimtes zien waar je met kleinere groepen kunt zitten. Ik geloof niet dat lesgeven in grote klassen de beste vorm is. Ik denk dat we toe moeten naar onderwijs dat meer op het type student is afgestemd. Afstemmen op iedere individuele student is denk ik niet haalbaar, maar het kan wel op bepaalde groepen studenten, ingedeeld op leerstijl en niveau.’

Wat is het belangrijkste wat je van je studenten hebt geleerd?
‘Door mijn studenten blijf ik op de hoogte van wat er speelt onder jongeren.  Ze lopen natuurlijk ver voor op het gebied van moderne media. Verder leer ik heel veel van de feedback die ze geven bij de evaluatie aan het eind van al mijn vakken. De studenten zijn heel open, ze stellen veel vragen en zijn heel kritisch. Zo houden ze me bij de les. Voor mijn verdere ontwikkeling als docent is deze input van studenten heel belangrijk.’

Foto: Luuk Steemers