Voor de klas: Annemiek Sinnema
In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Annemiek Sinnema werkt sinds 2011 bij de Hanze. Vanaf 2012 is ze werkzaam binnen de opleiding Toegepaste Psychologie, waar ze studieloopbaanbegeleider is en verschillende vakken geeft op het gebied van positieve psychologie en gespreksvoering. ‘Keuzevrijheid vergroot de motivatie van studenten en hun gevoel van autonomie.’
Hoe ben je in het hoger onderwijs beland?
‘Ik wilde eigenlijk nooit docent worden. Ik heb altijd gezegd: ik wil niet in het onderwijs werken. Hiervoor werkte ik in de wereld van de re-integratie, ik gaf trainingen en coaching aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Training en coaching is dus altijd al een rode draad in mijn carrière geweest. Ik vond het jammer dat de doelgroep bij re-integratie niet de meest gemotiveerde groep is, het leek me voor de verandering daarom wel leuk om met gemotiveerde jonge mensen te werken die bewust voor een bepaald vakgebied gekozen hebben. Dat bracht me ertoe om uiteindelijk toch het onderwijs in te gaan.’
Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Het is eigenlijk echt mijn droombaan, ik blijf hier gewoon zitten tot aan mijn pensioen. Ik vind vooral de variatie ontzettend leuk. Het contact met collega’s, het contact met studenten, het meegeven van dingen die ik zelf heb geleerd en ervaren. Als studieloopbaanbegeleider sta ik nog dichter in contact met mijn studenten, dat vind ik ook mooi.’
Het is een heel veelzijdig beroep, het docentschap. Het voor de klas staan is daar maar een onderdeel van
‘Wat ik daarnaast heel erg leuk vind, is dat ik mezelf ook blijf ontwikkelen. Die zelfontwikkeling is wel een van mijn drijfveren. Als je weer een nieuw vak geeft, moet je je in de materie verdiepen. Als je lessen voorbereidt, moet je je weer inlezen in de nieuwste stand van zaken. Het is een heel veelzijdig beroep, het docentschap. Het voor de klas staan is daar maar een onderdeel van. Toch vind ik voor een klas staan wel het leukste onderdeel. Vooral lesgeven aan kleinere groepen van maximaal 15 studenten vind ik fijn. Dan leer de studenten pas echt kennen en kun je veel meer echte gesprekken hebben, in plaats van dat je alleen maar aan het zenden bent.’
Als je iets kon veranderen aan het hoger onderwijs, wat zou dat dan zijn?
‘De vele regels, de leeruitkomsten waar je heel strikt aan moet voldoen, alles moet in bepaalde formats. In de toetsing aan het eind van een blok of semester gaat ook vaak heel veel tijd zitten. Dan denk ik: zouden we in plaats hiervan niet veel meer tussentijds moeten gaan toetsen? De toetsing zou veel meer gericht moeten zijn op progressie. Met al deze punten zijn we gelukkig bij Toegepaste Psychologie al veel bezig. Zo wordt gewerkt aan het project Regelluwe School, waarbij via de lean-methode wordt gekeken naar werkprocessen en waar het allemaal wat minder kan.’
Als docent wil je gewoon lesgeven en je niet voortdurend bezighouden met verbeterplannen
‘Ook wordt onderzocht welke regels we nou eigenlijk zelf hebben opgetuigd. Vaak is het toch het geval dat we onszelf jaren geleden bepaalde regels hebben opgelegd. Waarom hebben we dat eigenlijk gedaan, wat is de gedachtegang daarachter geweest? Met deze vragen zijn we veel bezig. Dat maakt het ook leuker, want als docent wil je gewoon lesgeven en je niet voortdurend bezighouden met verbeterplannen. Je verbetert als docent altijd. Ik ben professional, ik wil dingen steeds verbeteren, dat doe ik uit mezelf wel. Ik heb dan weinig zin en tijd om dit dan ook nog in zo’n plannetje te zetten. Ik verwerk dat wel gewoon voor het volgende jaar in mijn programma, daar heb ik geen verbeterplan voor nodig.’
Wat kenmerkt jou als docent?
‘Wat ik eigenlijk altijd wel van anderen terugkrijg is dat ik veel energie heb en erg enthousiast ben. Ik vind het erg leuk om voor de klas te staan en hoop dat ook over te brengen. Positiviteit is denk ik ook iets dat mij kenmerkt, ik geef niet voor niets vakken op het gebied van positieve psychologie. Ik probeer altijd samen met de studenten de lessen en het onderwijs in het algemeen vorm te geven, binnen mijn lessen is er dus altijd wat keuzevrijheid.’
Ik vind dat de Hanze vaak vooruitstrevend is, de hogeschool doet vaak mee met projecten vanuit het ministerie
‘Ik geef voornamelijk in les in het tweede en derde jaar, mijn studenten hebben dus al een aantal gespreksvoeringsvakken of trainingen gehad. Ik vraag hen aan het begin van een nieuw vak naar hun eerdere ervaringen en wat bij die vakken voor hen werkte en wat niet. Zo krijg ik een beeld van wat we moeten gaan doen en wat vooral niet. Op basis daarvan geef ik mijn lessen vorm. Dat vind ik zelf heel prettig, want het vergroot de motivatie van studenten en hun gevoel van autonomie.’
Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘Ik vind het een hele fijne omgeving om te werken. Ik vind dat de Hanze vaak vooruitstrevend is, de hogeschool doet vaak mee met projecten vanuit het ministerie. Daarin loopt de Hanze wel voorop. Ondanks dat het een grote organisatie met veel regels is, vind ik het een hele fijne organisatie om voor te werken. De hogeschool doet leuke dingen op het gebied van duurzaamheid en de ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. De speerpunten van de Hanze, energie en healthy ageing, vind ik heel interessant. De positieve psychologie past natuurlijk ook goed binnen het thema healthy ageing.’
Wat zou beter kunnen?
‘Wat volgens mij voor al het onderwijspersoneel geldt, is dat de werkdruk hoog is. Ik denk dat dat komt omdat je voor bepaalde taken bepaalde uren krijgt, maar dat heel veel dingen die je als docent doet, niet vallen onder een bepaalde taak. Het gaat echt om die cementuren. Ik vind het wel hartstikke leuk om al die dingen eromheen te doen. Ik kan ook best flexibel zijn in mijn werkuren omdat ik geen kinderen heb. Toch is het wel veel. Binnen onze afdeling willen we onszelf constant verbeteren, we zijn een onderwijsteam dat de lat best wel hoog legt. Gedeeltelijk doen we het onszelf dus ook aan. Hoe dan ook zou het goed zijn als de druk wat verlaagd wordt. Als je wat meer rust en minder tijdsdruk hebt, word je namelijk veel creatiever en verruimt je blikveld. ’
Hoe ziet jouw ideale hogeschool eruit?
‘Ik zou meer aan het gebouw willen doen, de werkplek zelf. Er is zo veel bekend over wat er op dit vlak goed is voor mensen, bijvoorbeeld een veel groenere omgeving en flexibeler ruimtegebruik. Het zou ook mooi zijn als er op de campus meer ruimte komt voor faciliteiten op het gebied van sport en gezond werken. Daarnaast zou ik het onderwijs graag anders vormgeven, waarbij meer nadruk komt te liggen op het echte onderwijs en minder op de toetsing. Ik zou ook graag zien dat studenten in kleinere groepen worden gevolgd en begeleid.’
Wat is het belangrijkste dat je van jouw studenten hebt geleerd?
‘Je leert elke dag van studenten. Je leert over hoe ze met elkaar omgaan, hoe ze in het leven staan, maar ook over hoe lastig het ook is om jong te zijn. Natuurlijk ben je als docent zelf ook ooit jong geweest, maar er wordt op dit moment, in de huidige maatschappij, best veel van jonge mensen gevraagd. Daar zouden we wat meer bij stil moeten staan, wat meer ondersteuning bij moeten bieden. Ik weet alleen niet precies hoe. Misschien zijn veel docenten zelf opgegroeid met het idee van fulltime onderwijs, maar zo ziet de wereld er tegenwoordig niet meer uit. Veel jongeren werken en hebben veel meer sociale verplichtingen. Hoe onderwijs hier beter in past en hoe we dit beter zouden kunnen vervlechten, dat zijn een belangrijke vragen. Ik vind het leuk om hier samen met studenten over na te denken. Het is mooi om te zien hoe ze alle balletjes in de lucht proberen te houden.’
Foto: Luuk Steemers