Voor de klas: Bas Heijne
In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Bas Heijne geeft verschillende programmeervakken en onderzoeksvaardigheden. ‘Dat moment waarop het kwartje valt, dat is het mooiste van het lesgeven.’
Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Het lesgeven zelf, voor tachtig studenten een college geven is geweldig. Ook werkcolleges vind ik heel leuk, dan ben je bijvoorbeeld tien minuten bezig om iets aan studenten uit te leggen en krijg je er bij hen ineens het ‘ooh, dus zo zit het!’ eruit. Dat moment waarop het kwartje valt, dat is het mooiste van het lesgeven.’
Wat zijn de mindere kanten van het docentschap?
‘De stapels nakijkwerk, ik denk dat weinig docenten daar echt voor warmlopen. Verder zou de hele bureaucratie om het onderwijs heen, bijvoorbeeld bij het in elkaar zetten van tentamens en bij toetsmatrijzen, wat mij betreft een slagje minder kunnen.’
Wat kenmerkt je als docent?
‘Dat is een lastige… Ik denk mijn oprechte enthousiasme over de onderwerpen waar ik les over geef. Het verschilt per vak hoe goed het lukt om dat enthousiasme over te brengen op de studenten. Ik geef bij HBO-ICT een aantal programmeervakken, dat zijn de vakken waar de studenten voor kiezen als ze een ICT-opleiding gaan doen, daarbij is het dus makkelijk om de studenten enthousiast te houden. De vakken over onderzoeksvaardigheden ervaren veel studenten veel meer als een moetje, daarbij is het iets moeilijker om de studenten te enthousiasmeren.’
Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘Het onderlinge contact tussen de collega’s is goed. Op mijn afdeling is er een team van gemotiveerde docenten dat studenten echt verder wil helpen.’
Wat zou beter kunnen?
‘Binnen mijn eigen afdeling heb ik aldoor het gevoel dat we net te weinig personeel hebben om het werk goed voor elkaar te krijgen. Hierdoor blijven er altijd dingen liggen die je eigenlijk niet wilt laten liggen en heb je steeds net niet genoeg tijd om je werk echt zo goed te doen als je zou willen.’
Hoe ziet je ideale school eruit?
‘Ik denk dat de ideale hogeschool niet bestaat en ook nooit zal bestaan omdat de ideale hogeschool er voor iedere student anders uitziet. Elke student leert op z’n eigen manier en heeft andere dingen nodig. Een ideale school zou voor iedere student een individueel programma hebben dat naadloos op hem aansluit, maar dat is een utopie.’
Wat valt je op aan de huidige lichting studenten?
‘Ik heb voornamelijk met mannelijke studenten te maken. Momenteel is er bij één van mijn vakken een recordaantal vrouwelijke studenten, namelijk vier. Dat is nog steeds erg weinig en dat is wel jammer. De dynamiek in de klas zou heel anders zijn als de man-vrouw-verhouding 50/50 was. Verder valt me op dat sommige studenten zeer professioneel zijn, ze zijn al vroeg serieus bezig met hun loopbaan.’
Foto: Luuk Steemers