Voor de klas: Peter Postma
In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Peter Postma werkt sinds 2014 bij de Hanze. Hij geeft verschillende cultuurvakken, zoals Intercultural Competence, bij International Business and Management Studies. ‘Internationalisering is meer dan alleen verengelsing.’
Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Het allerleukste aan mijn werk vind ik dat ik mijn nieuwsgierigheid en interesse in het wereldnieuws met mijn studenten kan delen, dat ik ze nieuwsgierig kan maken naar wat er in de wereld speelt. Ik stimuleer hen graag om eens vanuit een ander perspectief naar onderwerpen uit hun eigen vakgebied te kijken.
Mijn klassen zitten vol met studenten van over de hele wereld, alle windstreken zijn vertegenwoordigd
‘Ik probeer echt aan mijn studenten mee te geven dat ze altijd vragen moeten blijven stellen, met een kritische blik naar dingen moeten kijken en zich bewust moeten zijn dat ze allemaal onderdeel zijn van een groter geheel. Het is echt fascinerend om hier met mijn studenten over na te denken, vooral in zo’n internationale setting. Mijn klassen zitten vol met studenten van over de hele wereld, alle windstreken zijn vertegenwoordigd. Van studenten uit China tot studenten uit de Groningse provincie. Iedere student brengt weer eigen perspectieven en verhalen met zich mee, dat zijn op zich al fantastische verhalen vol wijsheid. Dan moet ik als docent niet de pretentie hebben dat ik het allemaal wel weet.’
Wat zijn de mindere kanten van het docentschap?
‘Ik zou me het liefst vooral met de inhoud bezighouden, maar krijg hier niet altijd de ruimte voor. De organisatie binnen onderwijsinstellingen slibt vaak dicht door een overdaad aan procedures en regels. Deze regelzucht kan docenten benauwen, waardoor ze minder vrijheid ervaren om te doen waar ze goed in zijn en hun vak uit te oefenen zoals zij dat willen. Dat vind ik echt jammer. Ik snap dat er regels zijn en ik snap ook het nut van regels wel, maar je kunt er ook in doordrijven. Het gaat over de hele breedte in het onderwijs vaker over procedures en regels dan over de inhoud van het onderwijs zelf. Deze regelzucht zie je terug in de hele samenleving, bijvoorbeeld ook in de zorg.’
Wat kenmerkt je als docent?
‘Dat zou je eigenlijk aan mijn collega’s en studenten moeten vragen. Ik krijg in ieder geval vaak van mijn studenten te horen dat mijn enthousiasme aanstekelijk is. Het is voor mij heel belangrijk om de studenten centraal te stellen, dat is ook nodig als je in zo’n internationaal gezelschap zit. Bij het begin van een vak geef ik aan waar we het globaal over gaan hebben en vraag ik ze wat ze zelf graag willen leren en waar ze meer over zouden willen weten. Dan probeer ik daar op in te spelen. Ik zoek met mijn studenten de verbinding, maar het mag van mij ook wel eens schuren. Studenten mogen het met elkaar, en met mij, oneens zijn. Ik vind het belangrijk dat studenten geconfronteerd worden met heel andere meningen, pas dan kunnen ze echt groeien. Ik moedig mijn studenten dan ook altijd aan om zich te laten horen.’
Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘De Hanze is een goede werkgever die docenten veel mogelijkheden biedt om zich verder te ontwikkelen. De internationale sfeer binnen de International Business School is heel interessant. Naast de vele internationale studenten, heb ik ook veel buitenlandse collega’s. Het is heel leuk om met beide groepen samen te werken. Als ik naar mij werk ga, heb ik het gevoel dat ik naar het buitenland ga.’
Wat zou beter kunnen?
‘Ik vind vooral dat de Hanze minder toe zou moeten geven aan de neiging om de universiteit na te doen. We zijn geen universiteit, we zijn een hogeschool. Studenten kiezen ook niet voor het hbo omdat ze onderzoek willen doen. We zijn een instelling voor beroepsopleidingen en dat is niet iets om ons voor te schamen. Die praktijkgerichtheid zouden we meer als een kracht moeten gaan zien. Om onszelf bestaansrecht te geven hoeven we niet de universiteit te gaan kopiëren. We zijn niet minder dan universiteiten, we zijn gewoon anders. Ik zie dat meer hogescholen moeite hebben met het vraagstuk rond academisering, maar je moet je doelgroep niet van je vervreemden.
Nederlandstalige opleidingen kunnen internationaliseren zonder de voertaal te veranderen
‘Verder zouden we kritischer moeten nadenken over het hoe en waarom van het internationaliseren. Het is nu een doel op zichzelf geworden en niet meer een middel. Dit heeft als gevolg dat opleidingen hun onderwijs in het Engels gaan aanbieden en de opleiding dan wordt gezien als geïnternationaliseerd. Maar internationalisering is veel meer dan alleen verengelsing. Het wordt vaak van bovenaf opgelegd, maar ik zou veel liever zien dat een opleiding van binnenuit internationaliseert, vanuit het curriculum. Nederlandstalige opleidingen kunnen internationaliseren zonder de voertaal te veranderen, namelijk door een internationaal perspectief op het betreffende vakgebied te bieden.’
Hoe ziet jouw ideale hogeschool eruit?
‘Op mijn ideale hogeschool zou ik meer jonge mensen voor de klas willen. Jonge docenten zouden ruim baan moeten krijgen om carrière te maken in het hoger onderwijs. Dat betekent niet dat er geen ruimte meer is voor oudere docenten. Jongere docenten kunnen veel leren van de oudere generatie die het werk al jaren doet, maar het omgekeerde geldt ook. De oudere generatie docenten heeft ook niet altijd meer de energie om met onderwijsinnovaties mee te gaan met de veranderende tijd. Hierin zie ik een rol weggelegd voor jonge docenten. Het zou mooi zijn als jonge mensen gestimuleerd worden en de ruimte krijgen om deze rol ook op zich te nemen.’
Wat valt jou op aan de huidige lichting studenten?
‘Het valt me op dat veel van mijn eerstejaarsstudenten nog geen uitgesproken mening hebben over dingen die we bespreken. Als ze die al hebben, uiten ze die in ieder geval niet. Hun leeftijd speelt hier denk ik wel een rol. Vaak zie je namelijk dat dit verandert als studenten wat ouder zijn. In jaar drie gaan de studenten het hele jaar naar het buitenland en komen ze in jaar vier weer terug. Dan zijn het geen schuchtere studenten meer, maar wereldwijze volwassen mensen die wel degelijk ergens een visie op hebben. Deze ontwikkeling is heel mooi om als docent te zien.’
Foto’s: Luuk Steemers