Ga naar de inhoud

Voor de klas: Tineke Ubbens-Elings

In de rubriek ‘Voor de klas’ vragen we docenten naar hun drijfveren, ervaringen en meningen over de Hanzehogeschool. Tineke Ubbens-Elings werkt sinds de jaren tachtig bij de Hanze. Ze was betrokken bij verschillende opleidingen en zit als jurist nu op haar plek bij Rechtenstudies, waar ze vakken geeft op het gebied van het privaatrecht.

tineke ubbens_44A0048a (600x386)

Wat vind je het leukst aan het vak van docent?
‘Het contact met studenten en het overbrengen van juridische inhoud en juridische vaardigheden vind ik erg leuk. Dit varieert dan van grote hoorcolleges aan eerstejaarsstudenten en kleinere werkgroepen tot en met coachgroepjes van zes studenten. Ik vind het eigenlijk allemaal even leuk. Die variatie is heel fijn, want het doet een beroep op het toepassen van verschillende didactische vaardigheden. Het is ook heel mooi om te merken dat een groep studenten begrijpt wat je uitlegt. Het geeft bijzonder veel voldoening als je dit bijvoorbeeld terugziet in de antwoorden van studenten tijdens colleges en in tentamens. Ik vind het een uitdaging om gestructureerd een juridisch onderwerp over te brengen, om kaders te scheppen zodat een student ook weet waar in een rechtsgebied hij zich beweegt. Naast het lesgeven is het meewerken aan een nieuw curriculum, of het opzetten van een nieuw onderwijsblok, ook inspirerend om te doen.’

In sommige gevallen denk ik dat het nut van alle administratie niet in verhouding staat tot hoeveel werk het allemaal is

Wat zijn de mindere kanten van het docentschap?
‘Ik heb het onderwijs in de loop der jaren wel zien veranderen, zowel in positieve als in negatieve zin. Naast kennis is het toepassen van juridische en communicatieve vaardigheden een veel grotere rol gaan spelen. Contacten met het werkveld zijn enorm toegenomen, waardoor er meer recht wordt gedaan aan het feit dat er sprake is van hoger beroepsonderwijs, met nadruk op ‘beroep’. Dit is een positieve ontwikkeling. Een minder goede ontwikkeling is dat er heel veel extra protocollen bij zijn gekomen. In een aantal gevallen vind ik dat zeer nuttig. Het is bijvoorbeeld heel goed om te weten wat andere docenten doen en het is ook nuttig om eenheid te creëren in bepaalde manieren van toetsen door middel van toetsmatrijzen. Maar in sommige gevallen denk ik dat het nut van alle administratie niet in verhouding staat tot hoeveel werk het allemaal is. Er wordt van alles afgevinkt, maar het is me lang niet altijd duidelijk wat er verder mee gedaan wordt.’

Als studenten me nog niet zo goed kennen, vinden ze me vaak streng

‘Er zullen ongetwijfeld dingen niet goed gaan in het hoger onderwijs in Nederland, maar veel regels die van bovenaf worden opgelegd gaan zo uit van wantrouwen. Gemiddeld genomen hebben docenten hart voor de zaak en doen ze hun zaken goed, daar mag best meer naar gehandeld worden.’

Wat kenmerkt je als docent?
‘Wat ik hoor van mijn studenten is dat ik gestructureerd ben en dat ik goed kan uitleggen en met geduld. Studenten weten wat ze aan me hebben. Als ze me nog niet zo goed kennen, vinden ze me vaak streng. Maar ik denk dat ze soms strengheid en consequentheid met elkaar verwarren. Ik houd me aan afspraken die ik met hen maak en dat verwacht ik ook van hen. Bijvoorbeeld bij het handhaven van deadlines. Strengheid is als je niets mag. Streng ben ik niet, studenten mogen best veel bij mij, maar als ik lesgeef dan verwacht ik ook van ze dat ze meedoen. En er zeker niet doorheen praten of met hun telefoons bezig zijn. Dat weten ze. Ik denk dat studenten mij over het algemeen heel erg duidelijk vinden in mijn optreden, zowel in de lessen als persoonlijk. ’

Wat kenmerkt jouw manier van lesgeven?
‘Ik vind het heel belangrijk om overzicht te scheppen in de leerstof. Ik denk niet dat je studenten in the blind aan de slag moet laten gaan. Ik schep altijd eerst een kader voordat studenten aan de slag gaan met opdrachten, om duidelijk te maken in welk rechtsgebied ze op dat moment zitten en wat ze gaan onderzoeken. Daarnaast gebruik ik veel praktijkvoorbeelden om de theorie te verduidelijken. Ik probeer ook altijd vooraf duidelijk te maken waarom het onderwerp dat we gaan behandelen belangrijk is, waarom studenten iets moeten doen en wat het nut daarvan is. Als voor studenten helder is waarom ze een bepaald vak doen en waarom het rechtsgebied behandeld wordt, zijn ze ook meer bereid om er tijd in te steken.

In mijn werkcolleges heb ik heel veel interactie en geef ik studenten meteen feedback op hun antwoorden op de vragen die ik stel

‘In mijn werkcolleges schep ik ook eerst dat kader en laat ik de studenten daarna zelf aan de slag gaan. In mijn werkcolleges heb ik heel veel interactie en geef ik studenten meteen feedback op hun antwoorden op de vragen die ik stel. Als een student er zelf niet helemaal uitkomt, vraag ik of medestudenten willen helpen om de vraag te beantwoorden. Zo probeer ik mijn studenten gezamenlijk te laten nadenken en niet alles klakkeloos aan te nemen, alleen omdat ik het zeg.’

Wat vind je van de Hanzehogeschool?
‘De Hanze is een prettige werkgever, er is op zich best veel mogelijk. Als je als docent extra dingen wilt ondernemen, wordt daar tijd voor vrij gemaakt. Er zijn genoeg mogelijkheden om jezelf uit te dagen en je taken te verbreden en verdiepen.’

Wat zou beter kunnen?
‘De werkdruk is hoog omdat het onderwijs in razend tempo verandert door onder meer de digitalisering. Daar zou bij de urenvergoeding meer rekening mee moeten worden gehouden. Daarnaast zouden de administratieve lasten omlaag moeten.’

 Hoe ziet jouw ideale hogeschool eruit?
‘Dan zou ik meteen in september van het eerste studiejaar de lat op hbo-niveau leggen en er vol ingaan met de studenten. Op die manier kunnen studenten in februari al tot de  conclusie komen dat de opleiding echt wat voor ze is of juist niet, óók qua niveau. Als het niets voor hen blijkt te zijn, dan kunnen ze na een half jaar al aan iets anders beginnen. Dit is niet alleen goed voor de betreffende studenten, maar ook voor de gemotiveerde studenten die er vol voor gaan en de opleiding wel af willen maken. Nu komen veel studenten er na een overgangsfase vanuit het mbo of de havo pas in de laatste paar blokken van het eerste jaar achter dat het lastig wordt.’

Het onderwijs moet ook allemaal leuk zijn, maar ja, het leven is niet altijd leuk en dus studeren ook niet altijd

‘Ook zou ik absoluut af willen van de verplichte aanwezigheid bij colleges. Als studenten daar met tegenzin zitten en niets doen, heeft het niet zoveel zin en leidt het ook de aandacht af. Daar zijn de studenten die er wel zin in hebben de dupe van. Verder zou ik minder focussen op rendementen, urenplaatjes en geld, het vakkenpakket moet voorop staan. Een vroege schifting van afvallers en gemotiveerde studenten is weliswaar goed voor het rendement, maar komt bovenal de studenten zelf ten goede.’

Wat valt jou op aan de huidige lichting studenten?
‘Toen ik de overstap maakte van Fiscale Economie naar Rechtenstudies, viel me op dat de studenten hier hun rechten goed kennen en zich hier ook meteen op beroepen. Daar was ik toen een beetje verbaasd over, maar ik dacht ook: dat is typisch een rechtenstudent. Wat ik soms wel mis, is de hand in eigen boezem steken als er studiezaken mis gaan. En het onderwijs moet ook allemaal leuk zijn, maar ja, het leven is niet altijd leuk en dus studeren ook niet altijd. Als ik dat tegen mijn studenten zeg, kijken ze me soms een beetje gek aan.’

Foto: Luuk Steemers