De 3d-printer verandert alles (en veel meer)

Het is best nuttig om eens na te denken over driedimensionaal printen, 3d-printen. Want 3d-printen zou de wereld nog weleens ingrijpender kunnen veranderen dan de smartphone deed.

Voor Hugo Jager is de vraag of de 3d-printerrevolutie eraan zit te komen helemaal geen vraag, maar een feit. Niet heel verrassend, want Jagers bedrijf Revelating adviseert bedrijven over de fraaie vooruitzichten die 3d-printen opleveren. Op 10 november laat hij tijdens een inspiratiesessie in de Mediatheek van de Hanzehogeschool zien dat de 3d-printtechniek voor niets staat.

Hugo Jager: ‘Binnen tien jaar rollen er complete menselijke organen uit de 3d-printer’

Uit de 3d-printer rollen nu al allerlei onmogelijke producten. Lichtgewicht vliegtuigonderdelen, gewrichten die er tot op de microminimillimeter nauwkeurig zo uitzien als de oorspronkelijke, een auto, een compleet huis, een houten horloge, een replica van een schilderij van Vermeer, aarde- en glaswerk in de ingewikkeldste vormen, een roos van echte chocola, verbindingsstukken die je onmogelijk op een andere manier kunt maken, geprint voedsel en, ongelofelijk maar waar: een kunststoffen schedel ter vervanging van de echte van een vrouw die leed aan botwoekering.
Het houdt niet op, volgens Jager duurt het geen tien jaar voordat er complete menselijke organen uit de 3d-printer rollen. Dé 3d-printer is ook al een term die de lading niet meer dekt, want je hebt ze in allerlei verschillende hoedanigheden (van de al aardig bekende smeltpersprinters tot futuristische laser-poederprinters).

3d-printen is een klap voor de transportwereld

Toch is het niet de uitbreiding van technische mogelijkheden op zich die volgens Jager zal leiden tot een revolutie. Dat doen de bijkomende gevolgen, vooral de gevolgen van de productiewijze. Wie in de buurt van een 3d-printer woont, er zijn er al meer dan je denkt, heeft alleen het bestand nodig dat de printer de opdracht geeft. Die instructie kan met de snelheid van een glasvezel in de hele wereld worden afgeleverd. Daardoor hoeft het product niet meer te reizen. Dat is een klap voor de transportwereld (en misschien wel de nekslag). Het milieu is er vanzelfsprekend wél bij gebaat, want hoe minder en hoe korter producten onderweg zijn, hoe minder energie het transport kost.

Printen kan met onwaarschijnlijk veel stoffen: studenten moeten zich specialiseren in materiaalkennis

Het milieu is ook de winnaar door een ander voordeel van 3d-printen: het levert nauwelijks restmateriaal op. De printer gebruikt alleen het materiaal dat nodig is. Een motorophangblok hoeft niet van massief metaal te zijn, een open structuur kan net zo sterk zijn (of sterker). Maar het weegt wel minder, en hoe lager het gewicht, hoe meer (milieu)winst de producent maakt.
De producent zal in de toekomst samensmelten met de consument. De consument print wat hij wenst, meer niet. Een stuks, twee stuks of meer, wat hij maar wil. Iedere item heeft dezelfde prijs, het wordt pas gemaakt als je de opdracht geeft. Je hoeft niet te wachten op onderdelen, je hoeft het niet in elkaar te knutselen (eat that, Ikea!), je hoeft het niet op te slaan in een magazijn. Het is best geinig, je snuffelt op internet naar het idee, schaft de bijbehorende printopdracht aan en printen maar.
Hugo Jager bedoelt maar, met 3d-printen verschijnen er flink wat disruptive elements (ontwrichtende elementen) op de markt, misschien is de 3d-printer wel een echte game-changer, een factor die het spel van vraag en aanbod volledig verandert. ‘Economische opleidingen zullen in hun onderwijs aandacht aan deze nieuwe productiewijze moeten besteden. Ondernemende studenten zullen op een andere wijze moeten denken over productie en distributie. Studenten moeten zich verdiepen in materiaalkennis, want printen kan met onwaarschijnlijk veel stoffen. Ook dat vergroot het aantal mogelijkheden.’