Proefkonijnen van een nieuw curriculum.

Verkeerde voorlichting, weinig aandacht voor basiskennis en slechte communicatie: eerstejaars Visual Design zijn ontevreden over het nieuwe curriculum van hun opleiding. ‘We voelen ons een beetje gebruikt als proefkonijnen.’

Estelle twijfelde toen ze vorig jaar een studie moest kiezen. Journalistiek of Communication & Multimedia Design (CMD)? ‘Ik wilde mijn creativiteit kwijt kunnen en ik wilde de media-richting op. Uiteindelijk ging het tussen Utrecht en Groningen. Op de Open Dag in Utrecht werd me verteld dat de opleiding CMD zou veranderen, het curriculum zou technischer worden. Op de Open Dag van de Hanzehogeschool heb ik mijn dilemma voorgelegd aan de teamleider van Communication & Multimedia Design. Die verzekerde me dat de major Visual Design een goede optie voor me was, omdat ik mijn creativiteit er zeker in kwijt zou kunnen. Toen wist ik het zeker. Het moest Visual Design aan de Hanze worden.’

Verbazing in de klas
‘Oké, ook in Groningen werd gezegd dat er wel wat dingen zouden veranderen, maar de vakken die me aanspraken zouden blijven. Toen we in september begonnen met de studie, bleek toch alles omgegooid te zijn, zonder dat wij dat vooraf wisten. In de eerste periode viel het nog mee, moesten we alleen een website programmeren. Maar daar begonnen de eerste problemen al wel. We kregen les van een docente die ons een afbeelding in stukjes liet knippen, en ons vervolgens vroeg om die stukjes in een html-bestand te gooien. Dat zorgde voor veel verbazing in de klas. Moet je zo programmeren? Dat klopt toch niet? Van studenten uit een andere klas hoorden we dat hun docent het heel anders had gedaan, met hele codeerteksten enzo.’

De lat lag ineens hoog
Maar goed, de andere vakken waren erg leuk, dus nog geen reden tot grote zorg. ‘Toen de tweede periode begon, ging Java-script een belangrijke rol spelen. Dat vonden veel studenten al lastig, maar het was nog te doen. Het niveau was nog niet te hoog, we begonnen te hopen dat het meeviel. Maar in de derde periode lag de lat ineens heel erg hoog. We moesten een interactieve infographic programmeren, wat ik erg pittig vond. Ik heb het voorgelegd aan vijf IMT-studenten (Interactive Media & Technologies, red.). Vijf jongens die nu aan het einde van hun tweede jaar zitten. Zij konden me niet helpen, omdat ze nog niet op dat niveau zaten qua programmeren. Hoe kan het dan dat wij het al in het eerste jaar krijgen, bij de major Visual Design?’

Kun je studenten in de eerste maanden van hun studie vragen om tijdschriftcovers te ontwerpen, een onepager te maken, een monogram te maken, posters te ontwerpen in Photoshop en dat allemaal in je portfolio te plaatsen in InDesign?

Estelle begon te twijfelen. Lag het aan haar? Zo was het toch niet verteld op de Open Dag en op de meeloopdag? Haar klasgenoten bevestigden haar vermoeden: ook zij voelden zich gedupeerd. ‘Toen zakte de moed me wel in de schoenen. Ik snap best wel dat we moeten kunnen programmeren, en dat dat later handig kan zijn als je in opdracht een website moet gaan bouwen. Maar zo vroeg in de opleiding al?’

Deuk in het vertrouwen
‘Deze periode (de vierde, red.) moeten we zelfs een minigame programmeren. Voordat de periode begon, kregen we voorlichting van de teamleider, over deze periode, over het tweede jaar, en over afstuderen. We hadden net te horen gekregen dat we die game moesten programmeren en de teamleider bevestigde dat. Maar ze voegde eraan toe dat we niet alles zelf hoefden te coderen. We mochten bestaande codes gebruiken en aanpassen. Een klasgenote zei toen: “Dit schrijf ik op, met naam en datum erbij.” Ze heeft het genoteerd, en nu blijkt inderdaad dat die informatie onjuist was. We mogen een paar zinnen bestaande code gebruiken. Maar een groot deel moeten we zelf programmeren omdat we anders plagiaat plegen. Dat was opnieuw een deuk in ons vertrouwen.’

Creatief-technologisch domein
De teamleider waar Estelle en haar klasgenoten mee spraken, is Inge Biesbroek. Zij herkent de kritiek van de studenten. ‘We horen het hele jaar dit soort dingen van studenten en collega’s. We zijn via de blokevaluaties gedurende het hele jaar over de feedback op het gemeenschappelijke propedeuseprogramma in gesprek. Wat ik er wel lastig aan vind, is dat er wordt gezegd dat er niet geluisterd zou zijn. Hoe moet dat luisteren er dan uitzien? Welke dingen kun je in een lopend studiejaar, in een vastgesteld curriculum, nog veranderen? We hebben inderdaad een onderdeel programmeren aan het curriculum toegevoegd, dat is twee credits per blok. Dat komt omdat we sinds 2015 langzaam naar het creatief-technologisch domein zijn doorgeschoven. Dat ervaren met name de VD-studenten als zwaar. Een aantal van hen zijn dus ook naar mij toegekomen om zich daarover te beklagen. Het zou alleen maar over programmeren gaan nu. Dat is natuurlijk niet helemaal zo.’

Alles zelf uitvinden
En bovendien, technische zaken zou je kunnen leren, toch? Misschien wel, denkt Estelle, maar dan moeten er eerst basiscursussen gegeven worden. ‘Het probleem is dat veel van de programma’s die gebruikt worden, Adobe Illustrator, InDesign, Photoshop, niet of nauwelijks worden uitgelegd in de les. We moeten er zelf maar mee aan de slag, alles zelf uitvinden. We hebben wel wat Tools lessen gehad die bedoeld waren om te oefenen met deze programma’s, maar dat is niet goed gebeurd. Alleen Adobe XD (Experience Design, red.) hebben we echt leren kennen. Natuurlijk, het is niet slechts om soms zelf dingen uit te moeten zoeken. Maar kun je studenten in de eerste maanden van hun studie vragen om tijdschriftcovers te ontwerpen, een onepager te maken, een monogram te maken, posters te ontwerpen in Photoshop en dat allemaal in je portfolio te plaatsen in InDesign? Hoe kan dat, als je helemaal geen les hebt gehad in Adobe-programma’s?’

Wat we al wel steeds benadrukken, is dat het als het leren van een nieuwe taal is, je moet veel oefenen

Of het ontbreekt aan basiscursussen, vindt Inge lastig in te schatten. ‘Er zijn studenten die in de evaluatie zeggen dat ze dit het makkelijkste onderdeel vonden qua programmeren. Over de opbouw en volgorde van die vakken zijn we in overleg. Wat we al wel steeds benadrukken, is dat het als het leren van een nieuwe taal is, je moet veel oefenen. Sommige studenten vinden het lastig dat je dat met een medestudent moet doen, maar er natuurlijker mee bezig zijn werkt vaak juist goed, net als bij het leren van een taal.’

Grote zorgen
Estelle spreekt namens een grote groep studenten uit haar klas en heeft ook eerstejaars uit andere klassen en studenten van andere jaren gesproken. Een deel daarvan maakt zich ook grote zorgen, maar spreken zich liever niet openlijk uit, uit vrees dat het tegen ze gebruikt wordt de komende jaren. ‘Het eerste jaar bestond uit zes klassen, daar zijn nu vijf klassen van over. Ik denk dat zo’n tachtig procent zich bekocht voelt. Maar niet iedereen uit die groep kan zomaar met zijn studie stoppen. Een deel heeft hiervoor misschien al een andere opleiding geprobeerd, die gaan niet nog eens switchen. Een ander deel gaat nog door in het tweede jaar om een aantal toelatingstoetsen te halen om te kunnen worden toegelaten tot een andere opleiding.’

Het is denk ik ook geen toeval dat vooral eerstejaars klagen. Derde- en vierdejaars zitten dichter tegen het werkveld aan, ze lopen stage

Volgens Inge zijn het met name de eerstejaars die zich beklagen over de veranderingen. ‘We hebben net alumni-onderzoek gedaan, ter voorbereiding op het accreditatieproces. Daaruit bleek juist dat alumni vooral programmeervakken gemist hebben in hun opleiding. Na hun afstuderen komen ze er dus achter hoe belangrijk die skills zijn.
‘Het is denk ik ook geen toeval dat vooral eerstejaars klagen. Derde- en vierdejaars zitten dichter tegen het werkveld aan, ze lopen stage. Die zien dus het belang van de technische aspecten in de praktijk.’
Waarom het curriculum zo radicaal omgegooid moest worden, weet Estelle niet zeker, maar ze heeft begrepen dat het van hogerhand is opgelegd. ‘De Design-opleidingen (Visual Design, Game Design, Interactive Design, red.) moesten meer op elkaar gaan lijken. Game Design en Interactive Design waren al behoorlijk technisch, en dus is ervoor gekozen om ook bij Visual Design veel meer te gaan programmeren.’

Veel diversiteit is riskant
‘Van hogerhand kun je niet echt zeggen, het is een landelijke beweging. Ons werkveld is misschien wel het meest onstuimige werkveld dat er is, het loopt voortdurend bij je weg. Ik heb ook bij Verpleegkunde en Sportstudies gewerkt, daar zijn uiteraard ook ontwikkelingen in het werkveld. Maar in het CMD-werkveld gaan die ontwikkelingen wel heel snel. Het is bij ons dus essentieel om je skills continu te blijven ontwikkelen. Die moeten eigenlijk vanuit een ondernemende, nieuwsgierige manier gegenereerd worden. Daar moet je zelf aardig wat mee oefenen om in het werkveld tot je recht te komen. Al zet je er basiszaken in, dan zijn die in je vierde jaar alweer totaal anders.’

Voor Visual Design studenten is de aanpassing het grootst geweest, daarom zijn zij waarschijnlijk ook degenen die zich het meest beklagen

‘Voor Visual Design studenten is de aanpassing het grootst geweest, daarom zijn zij waarschijnlijk ook degenen die zich het meest beklagen. Tot vorig jaar hadden we drie majoren (Visual Design, Game Design, Interaction Design, red.), die ieder hun eigen programma draaiden, met ieder hun eigen toetssystematiek. In 2016 is door de Hanzehogeschool vastgesteld dat veel diversiteit riskant was voor het behalen van de accreditatie. We hebben in 2017 met de toen zittende mensen een nieuw curriculum moeten ontwerpen. Dat is dus gaan draaien in september 2017.’ 

Financiële schade
Als de opleiding niet is wat je ervan had verwacht, dan kun je toch tot 1 februari overstappen? Dan heb je misschien een half jaar weggegooid, maar is de schade nog te overzien. ‘Klopt’, zegt Estelle, ‘maar het probleem is dat de voorlichting over het tweede jaar en het afstuderen pas na 1 februari plaatsvond. Daardoor konden we geen gebruik meer maken van de 1-februari-regel. Toen we doorhadden dat het alleen nog maar technischer zou worden, heeft een klasgenoot nog een voorstel gedaan: kunnen we die deadline van 1 februari niet uitstellen, zodat mensen alsnog kunnen stoppen zonder financiële schade? Zij hadden ons verkeerd voorgelicht, dus daar mag daar best iets tegenover staan. Dat werd weggewuifd, kon niet. We vroegen of er niet over kon worden overlegd, maar we hebben nooit meer iets gehoord.’

Omdat het een design-opleiding is, komt je creativiteit hoe dan ook aan bod. Hoe die creativiteit zich precies uit in de opleiding, dat is een ander verhaal

Volgens Inge is het niet aan de Hanzehogeschool om die uitschrijvingsdatum aan te passen, omdat het een landelijke regeling is. ‘Dat heb ik de studenten ook gemeld. We hebben wel daarna, op hun verzoek, een extra voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd om uit te leggen wat we in jaar twee van ze verwachten.’

Proefkonijnen in een prototype
Maar zijn de studenten niet gewoon verkeerd voorgelicht? ‘Toen zij in november 2016 op de Open Dag waren, stond het nieuwe curriculum nog in de grondverf. We konden toen dus nog geen gedetailleerd beeld geven van het nieuwe curriculum. De voorlichting die we toen gaven, was in vorm gelijk aan de voorlichting van de jaren ervoor. De voorlichting was bijvoorbeeld ook nog in drieën gesplitst, voor iedere design-major apart. Deels vind ik dat ook nog terecht, ik zou nog steeds ongeveer hetzelfde zeggen. Omdat het een design-opleiding is, komt je creativiteit hoe dan ook aan bod. Hoe die creativiteit zich precies uit in de opleiding, dat is een ander verhaal.’

Ik kan niet zeggen of studenten gelijk hebben, daarvoor ligt het te ingewikkeld en is het te veel een kwestie van interpretatie

Maar zijn de studenten dan niet een beetje gebruikt als proefkonijnen in een prototype? ‘Dat is deels wel zo, maar ik heb nog nooit een curriculumontwikkeling meegemaakt waarbij we dat konden voorkomen. Het effect van de evaluaties die we met hen hebben gedaan, is dat we een aantal zaken in jaar 1 nu aan kunnen passen.’
Maar daar hebben de huidige studenten niet zo veel aan. ‘Klopt. En ik vind ook dat als je je benadeeld voelt, je actie moet ondernemen. Maar ik kan niet zeggen of studenten gelijk hebben, daarvoor ligt het te ingewikkeld en is het te veel een kwestie van interpretatie.’
‘Maar dat het een lastig jaar, dat is zeker zo. De omzetting van het curriculum, gekoppeld aan onze forse groei, want we hebben achttien eerstejaarsklassen dit jaar bij CMD… we hebben onszelf wel voor een enorme uitdaging geplaatst. Ook qua personeel, we moesten veel nieuwe mensen aannemen. We hebben dus een programma dat nog niet goed ingeklonken is. Ook veel docenten hebben het nog niet helemaal in de vingers.’

Duivels dilemma
Is het dan niet gevaarlijk om een nieuw curriculum te introduceren, terwijl er een grote toename aan studenten en nieuwe docenten is? ‘Ja, dat is riskant, maar weet je wat nog gevaarlijker is? Het helemaal niet doen. Dan ga je misschien in je accreditatie op je billen. Het was dus een duivels dilemma. Ik vind het op individueel niveau vreselijk, maar voor de totale opleiding noodzakelijk.’

Misschien dat sommige studenten gegronde redenen hebben om een regeling aan te vragen. Maar ik vind het ook hun plicht om daar zelf achteraan te gaan

Wat kan er voor deze studenten nog worden gedaan? ‘Sommigen hebben zelf besloten dat ze hier niet op hun plek zitten.’
Maar die zijn wel een jaar collegegeld kwijt, toch?
‘Ja, maar stel dat je daar een regeling voor treft, wat zijn dan de criteria? Wat is er precies gezegd op de voorlichtingsmomenten? Wat is je precies beloofd? Wat was je eigen verantwoordelijkheid? Misschien dat sommige studenten gegronde redenen hebben om een regeling aan te vragen. Maar ik vind het ook hun plicht om daar zelf achteraan te gaan. Iedereen die vindt dat hij of zij aantoonbaar benadeeld is door deze hele situatie, moet zich melden. Want een collectieve regeling voor zeven klassen VD, dat lijkt me onmogelijk.’

Een verloren jaar
Estelle heeft de knoop kort geleden doorgehakt: ze stapt over op Communicatie. ‘Na de voorlichting over het tweede jaar wist ik het zeker. Er werd ons verteld dat we door zouden gaan op dezelfde weg: veel prototypes van apps en websites maken, en vakken als reclamepsychologie en beeldtaal zouden minder belangrijk worden. Het maken van posters en magazines, het echt creatieve werk zeg maar, dat zou grotendeels wegvallen. De opleiding lijkt zich volledig te gaan richten op het maken van websites en apps.’

 Er is ons nooit gevraagd wat we zouden vinden van de grote veranderingen, of we de studie wel zouden willen doen als het technischer zou worden

Voor Estelle voelt het als een verloren jaar. ‘We voelen ons een beetje gebruikt als proefkonijnen. Er is ons nooit gevraagd wat we zouden vinden van de grote veranderingen, of we de studie wel zouden willen doen als het technischer zou worden. Helemaal niks.’

Inge vindt het heel jammer dat er een kloof lijkt te zijn ontstaan . ‘Dat de beeldvorming en de verwachtingen niet overeenkomen met de realiteit van de eerstejaars, dat heb ik me wel aangetrokken. Er is nu ook geen meeloopdag meer die ik niet begin met: “Je zit nu in het creatief-technologisch domein, dus je moet een beetje affiniteit hebben met techniek. Zo niet, dan kun je beter nu opstaan en iets anders zoeken. Maar goed, ik weet ook wel dat de huidige eerstejaars daar niks meer aan hebben.’