Zelfs Groningse eerstejaars wonen vaker thuis.

Ook jongeren die in Groningen gaan studeren blijven vaker thuis wonen. Dat blijkt uit een voorpublicatie van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Die brengt in kaart dat van de jongeren van onder de twintig die in 2014-2015 aan een hogere opleiding in Groningen begonnen bijna negentig procent op kamers ging. In 2015-2016 is dat percentage gedaald tot zo’n 75 procent.

Driekwart van de Groningse studenten van onder de 20 gaat op kamers, landelijk slechts 13 procent

De Groningers gaan dus mee in de trend die volgens Kences, het kenniscentrum dat verantwoordelijk is voor de monitor, in het hele land gaande is: door de invoering van het leenstelsel stijgt het aantal thuiswonenden flink.
Met 75 procent blijft Groningen wel de studentenstad waar de meeste twintig-minners kiezen voor eigen woonruimte (het landelijk gemiddelde ligt met dertien procent in 2015-2016 beduidend lager).
De invloed van het leenstelsel is (nog) niet te zien in de cijfers van de gehele studentenpopulatie: het aantal uitwonenden is met één procentpunt gedaald (van 53 procent uitwonenden in 2014-’15 tot 52 procent in ’15-’16).