De KEI is onvergetelijk, zeggen ze, nou, vergeet het maar!

De KEI is onvergetelijk! Een belevenis die je je hele leven zal bijblijven. Nou, vergeet het maar, want uiteindelijk vergeet je bijna alles.

Eens bezocht ook ik de KEI-week voor de eerste keer. Het is lang geleden, 1980. Ongelofelijk, 1980, dat was vlak nadat de koets uit het straatbeeld was verdwenen en duiven de post bezorgden. Het jaar 1980, ik wist zo intens weinig van het studentenleven dat ik dacht dat hoogleraren altijd in toga liepen en zich plechtig schrijdend voortbewogen.

Die opstand tegen de huurverhogingen… díe herinner ik me dik veertig jaar later nog steeds

Van Groningen wist ik ook niets, behalve dan dat er zich ergens in de stad een oude wijk bevond waarvan de bewoners in opstand waren gekomen tegen de huurverhoging die het gevolg was van de renovatie van hun woningen. Daarover had de VPRO een documentaire uitgezonden. Die wijkbewoners hadden liever géén douche dan dat ze een paar tientjes per maand meer moesten betalen. Zoiets was het, en ik gaf ze groot gelijk. Dat weet ik dus dik veertig jaar later nog steeds.

De KEI-week is het onvergetelijke begin van je studietijd in Groningen. Dat zegt iedereen en ik zeg het ze graag na. Maar waar is het niet, want het is precies als met andere dingen. Als je maar lang genoeg wacht, vergeet je alles. Bijna alles.

Mijn KEI-leider droeg een korte broek, op zijn benen groeiden door de zon gebleekte krulletjes

Mijn KEI-leider had rossig haar, zijn adres was Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 8 en hij studeerde Wis- én Natuurkunde. (Twee studies, het was nauwelijks te bevatten.) Hij droeg een korte broek, op zijn benen groeiden door de zon gebleekte krulletjes. Ik zie die benen nog zo voor me, maar hoe de eigenaar heette, mijn KEI-leider… dat ben ik vergeten. We hebben bij hem gegeten, bord op schoot, en we zijn op stap gegaan, de stad in. Ik zeg we, want ik was niet alleen, maar niet één van de andere KEI-lopers staat me nog bij. Mijn KEI-groepje is opgelost in de mist van de tijd. Foto’s heb ik er ook niet van. Foto’s maken deden we toen niet. Te duur, te omslachtig en waarom zou je?

Kroegenlopers kende ik wel, ik was ze in mijn jeugd regelmatig tegengekomen, zwalkend op hun fiets naar huis

Die eerste avond was er een kroegentocht. In het licht van wat er in latere jaren zou gebeuren, kan ik het me nauwelijks voorstellen, maar ik stond niet te trappelen. Kroegen associeerde ik met de muffe geur van smyrnakleedjes, verschaald bier, sigaretten, oude mannen en afgekloven bolknakken.
Kroegenlopers kende ik wel, ik was ze in mijn jeugd regelmatig tegengekomen, zwalkend op weg naar huis. Eén van hen stond bekend als Kukel, omdat hij met enige regelmaat met brommer en al de greppel in kukelde. Die greppel lag naast het fietspad dat in één rechte streep voerde naar Kukels stamcafé, een dorp verderop.

Toen ik me de volgende dag om half elf meldde voor een fietstocht naar Appelbergen, waren mijn KEI-leider en ik de enigen op de afspraak

Ik had geen honderden kilometers per trein afgelegd om me op de allereerste avond in mijn nieuwe woonplaats te ontpoppen tot een kukel. Vreemd genoeg leken mijn mede-KEI-lopers daar geen enkel bezwaar tegen te hebben. Integendeel, ze wekten de indruk dat ze in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk bier naar binnen wilden slaan. Ondertussen smeedden ze plannetjes om alternatieve groepjes te vormen. Dat lukte ze wonderwel. Toen ik me de volgende dag om half elf in de Nieuwe Kijk meldde voor een fietstocht naar Appelbergen, waren mijn KEI-leider en ik de enigen op de afspraak. En ik had niet eens een fiets.
Een kamer had ik ook niet, ik overnachtte in de sleep-in in de Munnekeholm, een grote zaal op de eerste verdieping waarop enorme in blauw tentzeil gewikkelde matrassen lagen. Daar sliep je in je slaapzak op. Druk was het niet, ik herinner me vaag mensengeruis op de achtergrond en het doffe neerploffen van lichamen in de vroegte van de ochtend.

In de Walrus zag het zwart van de mensen en blauw van de rook

Echt waar, opa, dikke boomer? Ik hoor het je denken. Heb je verder helemaal niks onthouden?

Jawel, nog één dingetje. Het belangrijkste zelfs. Op een avond waren we in Sociëteit de Walrus, de thuishaven van de studentenwaterpoloclub in de Pelsterstraat. Het was bedompt en druk, het zag zwart van de mensen en blauw van de rook. De muziek was luid, om niet te zeggen: keihard. Op een immens scherm toonde men een opname van een concert van The Doors. Die band kende ik wel, maar dit… Ik bevond me achter in de zaal, een menigte voor me, maar toch leek het alsof Jim Morrison vlak voor me stond.

Geen druppel drank had ik gedronken, geen snuifje gesnoven, geen pilletje geslikt. Dat was ook helemaal niet nodig, Morrison sleepte me mee in een nevelige trance. Hij dreef mee op de poëzie die hij uitbraakte, als een dolle derwisj rolde hij over de grond, grommend, grauwend, hijgend, hortend en stotend. The End, in de Walrus hoorde ik dat nummer voor het eerst. Zijn even heldere als duistere stem zong onbegrijpelijke dingen: weird scenes inside the gold mine, the blue bus is calling us!

Nu al is mijn studententijd één groot succes, dacht ik, terwijl ik over de uitgelaten feestende Vismarkt naar de sleep-in liep

Ik wist niet wat dat allemaal betekende en dat weet ik eigenlijk nog steeds niet helemaal. Maar wel weet ik dat ik toen dacht: The End is het einde, maar het is ook het begin. Het begin van een eindeloze tijd. Nu al is mijn studietijd één groot succes, dacht ik, terwijl ik over de uitgelaten feestende Vismarkt naar de sleep-in liep. Lost in a Roman wilderness of pain, and all the children are insane.
Dit zal ik nooit vergeten, dat wist ik. En inderdaad, zo geschiedde, iedere KEI-week loop ik in gedachten naar de Nieuwe Kijk nummer 8, iedere KEI-week hoor ik mensen bij het ochtendgloren neerploffen op blauwe plastic matrassen, iedere KEI-week hoor ik weer de stem van Jim Morrison. Can you picture what will be? So limitless and free. Prachtig, dát was onvergetelijk en ik ben het dus ook nooit vergeten. En toch zit het me dwars dat de naam van die KEI-leider me niet te binnen schiet.

Foto (fragment): Mohamed Nohassi