Ga naar de inhoud
er wordt weer gezongen

Er wordt weer gezongen op het Prins Claus Conservatorium

Er wordt weer gezongen op het Prins Claus Conservatorium. Samen spelen, dat is toch het allermooist. Maar het blijft oppassen. Een besmetting kan je je carrière kosten.

‘Een toeter’, zegt Anne, ‘een bariton, het kleine broertje van het eufonium.’ Anne zit met baard en al op het muurtje voor het Tromphuis, nog geen dertig meter verwijderd van de ingang van het Prins Claus Conservatorium. Anne is de enige student die hier buiten geniet van het zachte herfstweer, de bariton in een zwarte tas op z’n rug.

Repeteren op je studentenkamer, daar worden de buren niet blij van

‘De anderen zijn binnen, hoor. Het is gewoon genieten. Geweldig om elkaar weer te spreken.’
Het Prins Claus Conservatorium heeft de afgelopen anderhalf jaar zo goed en zo kwaad als het kon doorgedraaid. Van samen spelen kwam het nauwelijks, maar de studenten konden op afspraak in de Veemarktstraat terecht.
‘Van repeteren op je studentenkamer, daar worden je buren niet blij van’, zegt Anne, die de Docentopleiding Muziek (Domu) volgt.

Ook vandaag, 15 september, zijn de regels nog niet van de baan.
‘Maar sinds vorige week maandag hebben we eindelijk weer koorrepetitie. Groot koor van elf tot één en domu-koor daarna. Je moet eens komen luisteren. Overigens, het grote koor is nog steeds gesplitst. Twee keer 75 man. Of dat na 25 september verandert, weet ik niet. Niemand hier weet dat nog, denk ik.’

Een kamer bemachtigen kostte Silvio behoorlijk veel moeite

In de kantine zit Silvio uit Granada te kletsen met landgenoten Laura uit Tenerife en Carlos die bijna vier jaar geleden een dorpje in de buurt van Santiago de Compostella verruilde voor Groningen. Laura studeert Cello, Silvio en Carlos woekeren met hun talent op Piano en Orgel.
Silvio is nieuw in Groningen.
‘Vraag mij niks, ik ben hier net.’
Alsof dat wat uitmaakt… Silvio heeft best wat te vertellen.
Hij heeft bijvoorbeeld een kamer weten te bemachtigen. Best knap voor een buitenlander.
‘Het kostte me ook behoorlijk veel moeite’, zucht hij.
Hij meldt ook nog even dat de corona-maatregelen in Spanje veel strenger zijn dan in Nederland. In heel Spanje, kennelijk, want Carlos en Laura knikken uitbundig.

Drama-les op het conservatorium?
‘Wat dacht je van opera?’, verklaart Jaap

Jelly heeft haar veelgeprezen Conservatoriumkantine weer opengegooid.
‘Loopt lekker’, zegt ze, ‘nu nog van negen tot drie, maar binnenkort misschien wel weer op de oude tijden, van half negen tot vier. En, wie weet, misschien kan het Jazz Café over een tijdje ook weer open. Het glaswerk staat alvast klaar.’

Voor de deur van de Andrea Elkenbrachtzaal staan Jaap en Rieke te evalueren. Zangers, zo blijkt. Maar de les die ze zojuist volgden heet Drama.

Drama-les? Op het conservatorium?
‘Wat dacht je van opera?’, verklaart Jaap alles.
Elsina komt er speciaal voor naar Groningen’, zegt Rieke, ‘echt serieus werk.’
Met Elsina hebben ze het duet Heimatgedanken doorgewerkt, want het is dan wel Drama, maar wél met muziek.
‘Van Cornelius’, zegt sopraan Rieke.

Is het vreemd dat ik het werk niet ken en de componist ook niet?

‘Helemaal niet. Het is wel een Nederlander, trouwens, Cornelius’, zegt bas-bariton Jaap.
‘Een Duitser, toch?’, twijfelt Rieke hardop.

Anderhalve meter afstand bij opera lijkt me een beetje tegennatuurlijk.
‘Ja, daar leent het genre zich slecht voor. We hebben veel alternatieve dingen geprobeerd’, zegt Rieke, ‘zingen met livestreaming en zo. Maar dat haalt het niet bij de het echte werk.’

Gelukkig kunnen jullie straks weer helemaal los.
‘Het blijft oppassen’, zegt Jaap. ‘Corona kan je longen aantasten. Voor ons kan dat einde carrière betekenen. Wij kijken wel uit.’

Om kwart voor drie is het gezellig geworden op het pleintje voor de voordeur. Is het toeval of een nieuwe mode: drie jongens dragen een pet. Een stuk of wat studenten leven nog in het tabakstijdperk. Het is er niet minder gezellig door. Domu-student Anne had gelijk: het is gewoon genieten samen.
Sybrig kan niet wachten. Ze gaat op het stoeptrappetje zitten.
‘Eerste les’, glundert ze, ‘post-hbo.’

Je pikt de post-hbo’er er zo uit, geen tiener of twintiger, zoals de doorsneestudent

Grijze krullen, artistieke bril en een stralend gezicht. Sybrig geeft godsdienstlessen op basisscholen in heel Fryslân. Dat wil ze uitbreiden met muzieklessen. De post-hbo-opleiding die ze gaat volgen omvat twintig woensdagmiddag en een stage.
‘Die moet ik dus zelf bij elkaar scharrelen’, zegt ze, alsof dat al bijna in kannen en kruiken is. Fanatiek is ze zeker. Een paar jaar terug meldde ze zich ook al voor deze opleiding aan.
‘Maar toen waren er te weinig cursisten. Nu zijn er gelukkig wel genoeg, we zijn met z’n zestienen. Ik heb er een paar ontmoet, maar die zie ik zo snel niet hier.’
Post-hbo’ers zijn er zeker wel, want die pik je er zo uit. Ze zijn geen tiener of twintiger, zoals de doorsneestudent. En ze zijn allemaal vrouw. Nee, toch niet, vlak voor drieën voegt één man zich bij het gezelschap.

De enige man?
‘Ik ben niet anders gewend’, zegt hij, drukt het mondkapje vast op z’n neusbrug en volgt de dames die op de draaideur afstevenen.